DOKKUM – In Noordeast-Fryslân groeit de bezorgdheid over de toekomstige mogelijkheden voor vrijwilligers om te investeren in hun leefomgeving. De regio heeft helaas geen LEADER-toewijzing gekregen, wat in combinatie met de afnemende steun van het lepen Mienskipsfûns (IMF) het moeilijker maakt voor vrijwilligers om lokale gemeenschappen te laten bloeien. Daarom doet het gemeentebestuur nu een oproep aan de provincie Fryslân om het IMF op hetzelfde niveau te houden als in voorgaande jaren.
Het IMF wordt algemeen gezien als een succesvolle regeling, gekenmerkt door een toegankelijke manier van toekenning en verantwoording. De provincie Fryslân heeft door middel van het IMF positief bijgedragen aan de leefbaarheid in de regio. Het voorstel om de regeling te verlengen wordt dan ook positief ontvangen. De inzet van medewerkers van Streekwurk wordt gewaardeerd als een herkenbaar gezicht voor vrijwilligers in de regio. De relatie met Streekwurk stelt gemeenten in staat om samen te werken aan initiatieven voor dorpen, zoals bijvoorbeeld het veilig transport van kinderen naar school in Kollumerpomp, schrijven burgemeester en wethouders in een brief aan de provincie.
Echter, er bestaat bezorgdheid over de financiering van de leefbaarheid in de regio. Het voorstel om 12 miljoen euro beschikbaar te stellen voor het lepen Mienskipsfûns, waarvan 8,5 miljoen voor projecten ‘lyts & grut’, en twee miljoen voor de verduurzaming van dorpshuizen, betekent een verkleining van het fonds ten opzichte van voorgaande jaren. In de vorige periode was er een budget van 14 miljoen euro beschikbaar om vrijwilligers in Noordoost-Fryslân te ondersteunen, een bedrag dat volgens Noardeast-Fryslân gehandhaafd moet blijven.