Waar grote groepen overwinterende brandganzen zich opmaken voor de trek naar hun broedgebieden in Groenland, Spitsbergen en Nova Zembla, verschijnen kieviten om deze plekken als hun broedgebieden in te richten, zo ook in de weilanden rondom Anjum.
Achtergebleven ganzenkeutels vormen een voedingsbodem voor allerlei insecten en bodemleven, een rijke voedselbron voor de weidevogels.