KOLLUM – Er moet geen standbeeld komen van Jan Binnes, ‘de held van het Kollumer Oproer’. Dat vindt althans nakomeling Willem Nettinga, schrijft Omrop Fryslân. “Je kunt van alles over Jan Binnes zeggen, mijn overgrootvader, maar een held was het beslist niet”, zegt Nettinga. “Hij wordt herdacht vanwege het Kollumer Oproer, daar heeft hij leiding aan gegeven en daar heeft zich verschrikkelijk misdragen.”
Gefrustreerd
Zijn overgrootvader was van zichzelf geen misdadiger, zegt hij. Hij heeft zich laten meeslepen door de hysterie die in Friesland heerste. “En hij was zo gefrustreerd door de omstandigheden van die tijd, dat hij zijn boekje te buiten ging.” Binnes was samen met Salomon Levy de leider van een opstand tegen de Franse overheerser in 1797. Nettinga vertelt dat Jan Binnes zich aan alle zaken schuldig heeft gemaakt. “Hij heeft huizen van bestuurders van Kollumerland, maar ook van provinciebestuurders vernield met zijn medestanders. Hij heeft mensen mishandeld, zelfs in aanwezigheid van vrouwen en kinderen.”
Geen beeld
Hij is het daarom niet eens met de komst van een standbeeld voor Binnes. “Wat Erie Dam en kompanen doen is een valse voorstelling maken van het Kollumer Oproer.” Kollumer Erie Dam vindt dat Binnes wel een standbeeld verdient. De leiders van het “spontane oproer” zijn door een Friese rechtbank veroordeeld tot de doodstraf, legt Binnes uit. “Daar kun je wel kritiek op hebben, hoe die rechtszaak destijds is gegaan. Die kritiek heb ik ook wel, maar het feit dat ze ter dood zijn veroordeeld, maakt hen nog geen helden.”