LAUWERSOOG – Het vlees van de Schotse hooglanders en de koniks die grazen rond het Lauwersmeer bevat een te hoge concentratie dioxine. Dat blijkt uit onderzoek dat Staatsbosbeheer heeft laten uitvoeren, zo meldt RTV Noord vrijdagochtend.
In het Lauwersmeergebied leven ongeveer 500 Schotse hooglanders en 200 koniks. Het zijn geen wilde dieren: ze worden door Staatsbosbeheer ingezet om door hun graasgedrag verbossing van het gebied tegen te gaan. Eens in de zoveel tijd wordt een deel van de dieren geslacht om de hoeveelheid dieren en de samenstelling van de populatie te reguleren. Het vlees van de geslachte dieren wordt verkocht als natuurvlees. Ook worden er soms dieren naar andere natuurgebieden in binnen- of buitenland gebracht. Maar dat gebeurt maar zelden.
Staatsbosbeheer heeft de koniks en de Schotse hooglanders laten onderzoeken, nadat in de zomer van 2020 bleek dat dieren die in uiterwaarden van rivieren in Gelderland grazen een te hoge concentratie dioxine in zich hadden. Later dat jaar werd die hoge concentratie ook geconstateerd bij grote grazers in de Oostvaardersplassen.
“Omdat wij hier vergelijkbare dieren hebben rondlopen hebben we toen besloten ook onze dieren te laten onderzoeken”, zegt boswachter Jaap Kloosterhuis tegen RTV Noord. “We deden dat eigenlijk in de verwachting dat er hier niets aan de hand zou zijn. Maar tot onze grote verrassing en teleurstelling bleek dat de dieren hier ook een te hoge concentratie dioxine in zich hebben.”
Dioxines kunnen schadelijk zijn voor mensen. Bij hoge doseringen kunnen ze effect hebben op het immuunsysteem, de hersenontwikkeling en de voortplanting. Bij hele hoge doseringen kunnen ze kanker veroorzaken. Omdat het vlees van de koniks en Schotse hooglanders bij het Lauwersmeer een te hoge concentratie bevat, zullen er geen dieren meer voor de slacht worden afgevoerd.
Om achter de oorzaak te komen van de hoge concentraties zal meer en uitgebreider onderzoek nodig zijn.