De visstand in de Friese wateren is aan het veranderen. Dat zou kunnen betekenen dat de biologische beoordeling gunstiger uitvalt. Dit is de belangrijkste uitkomst van het onderzoek naar de visstand dat Wetterskip Fryslân in de nazomer van 2o15 uitvoerde. De uitkomsten komen dichterbij de doelen van Wetterskip Fryslân, dat inzet op een verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater.
Wetterskip Fryslân laat de visstand elke drie jaar onderzoeken. Hierbij onderzoekt het waterschap aantallen, soorten, gewicht en conditie van de vispopulaties. Marian Jager, lid van het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân: ‘Wij doen daarnaast onderzoek naar de chemische waterkwaliteit, waterplanten, algen en kleinere waterdieren. Al deze metingen geven ons inzicht in de ecologische toestand van het oppervlaktewater. ‘Wetterskip Fryslân onderzocht in totaal zestien wateren, waaronder het Nannewiid, de Lytse Wielen, Lende, Alddjip, Lauwers, Prinses Margrietkanaal, Kouwe Faart, wateren op Ameland, kanalen bij Franeker en een groot aantal meren in het zuidwesten van Fryslân.
Resultaten 2015
De meren in Zuidwest-Fryslân laten een wisselend beeld zien. Zo zijn de Fluezen/Hegemer Mar sinds 1998 constant voor wat betreft de hoeveelheden en soorten vis. Het Snitser Mar en Sleattemer Mar laten daarentegen een afname in hoeveelheden zien, maar een toename in soortenrijkdom, waardoor de biologische beoordeling voor deze wateren gunstiger uitvalt. De beken (de Lende, Koningsdiep, Lauwers en De Tsjonger) scoren nog onvoldoende. Wetterskip Fryslân verwacht dat de visstand in deze wateren de komende tijd verbetert, omdat het waterschap hier recent vismigratievoorzieningen aanlegde. Het grootste deel van de vis in de Friese boezemwateren bestaat uit brasem.
De huidige visstand in De Deelen en het Nannewied is goed. Dit komt door een toename van het aandeel vissen dat van een plantrijke omgeving houdt.
Maatregelen
Om de kwaliteit van het water te verbeteren, legt Wetterskip Fryslân onder meer natuurvriendelijke oevers aan langs meren, kanalen en vaarten en investeert het waterschap in het verder verbeteren van de afvalwaterzuivering. Ook worden diverse stuwen, sluizen en gemalen aangepast voor een betere vismigratie. Hiermee wil Wetterskip Fryslân de leefgebieden van vissoorten vergroten. Met het driejaarlijkse onderzoek meet het waterschap de effecten van bovengenoemde maatregelen.
Gezonde visstand
Wetterskip Fryslân neemt de ontwikkeling van de visstand serieus. Marian Jager: ‘We vinden het belangrijk dat onze neus voor waterkwaliteitsdoelen in dezelfde richting staat als die van de visserijsector en de natuurterreinbeheerders. Gezamenlijk moeten we
bepalen wat we onder een gezonde visstand verstaan. Daarom blijven we in gesprek met elkaar.’
Alle partijen maken zich zorgen over de toename van exoten; zoals de zwartbekgrondel, kreeften en mossels. Waterdieren die hier van nature niet thuishoren. Via het IJsselmeerwater komen deze in de Friese wateren terecht. De exoten kunnen ervoor zorgen dat inheemse soorten verdreven worden. Wetterskip Fryslân gaat hier meer aandacht aan besteden, maar bestrijding is lastig.