Dankzij de aanleg van een vispassage kunnen vissen via de Súd Ie naar natuurgebied Eanjumer Kolken van It Fryske Gea zwemmen. Deze waterrijke polder is erg geschikt als paaien opgroeigebied, maar vissen konden hier moeilijk komen. Het gebied is namelijk afgesloten van de Súd Ie door een kade en kent een lager peil dan de Súd Ie. Door de nieuwe vispassage kunnen vissen het hoogteverschil bij het poldergemaal overbruggen en de polder weer bereiken.
Het hoogteverschil tussen het water in de Súd Ie en de Tibster Ryd bij natuurgebied Eanjumer Kolken is zo’n halve meter. Op de plek van de vispassage gaan ongeveer elke dertig minuten de sluisdeurtjes open. Een lokstroompomp zorgt voor stroming die de vissen naar de vispassage lokt. Zodra de deurtjes dichtgaan, zakt of stijgt het water naar het juiste peil. Daarna gaan de schuifjes aan andere kant open en kunnen de vissen weer wegzwemmen. Vooral de driedoornige stekelbaars en de aal hebben baat bij deze vispassage.
Vispassages Súd Ie
Poldergemalen langs de Súd Ie vormen een hindernis voor vissen. Vissoorten als de driedoornige stekelbaars en de paling trekken van de Waddenzee via de Súd Ie naar de polders. Hier planten ze zich voort (stekelbaars) of groeien ze op (paling). Vroeg of laat willen zij terug naar het zoute water. Daarom zijn afgelopen jaren verschillende vispassages gebouwd. De nieuwe vispassage Tibster Ryd ligt aan de zuidzijde van de polder. Eerder werd aan de noordzijde van de polder al een vispassage aangelegd. In de toekomst komen er nog nieuwe vispassages bij onder andere de oude zeesluis Ezumazijl en Esonstad. Zodra die vispassages klaar zijn, kunnen vissen daadwerkelijk van en naar de polder, de Súd Ie, Lauwersoog en de Waddenzee zwemmen.