REGIO – Jesse Looijenga (20) en Rienk Schootstra (22 ). Beiden zijn net de twintig gepasseerd en zitten nu een jaar in de gemeenteraad. Deze combinatie ligt niet voor de hand, maar de mannen willen wat betekenen voor de gemeenschap.
Rienk Schootstra studeert in Wageningen, waar hij ook deels woont. Maar hij komt uit Buitenpost en zit ook voor CDA Achtkarspelen in de gemeenteraad. Het bevalt hem uitstekend, hij kan op zijn fiets naar de raadszaal.
“Tot nu toe is het een hele leuke ervaring”, zo vindt hij. “Met de fractiegenoten ben ik goed opgevangen en geïnstrueerd om aan de slag te kunnen. We hebben nu een jaar achter de rug.”
Schootstra was uit zichzelf al politiek betrokken. “Ik ben lid geworden van het CDA na de landelijke verkiezingen. Toen heeft de huidige wethouder Jouke Spoelstra mij benaderd. Ik mocht een keer meelopen.”
Omdat hij op dat moment in Zweden zat, moest dat wel online. “Maar het was de coronatijd, dus dat kon ook mooi. Ik liep een jaar mee, ik kreeg het vertrouwen van het bestuur om op plek drie te komen. We haalden zes zetels en nu zit ik al een jaar in de raad. Zo is het gelopen, in een nutshell.”
Ook Jesse Looijenga uit Burgum combineert het raadswerk voor BVNL met schoolwerk. Hij doet hbo technische bedrijfskunde in Leeuwarden en loopt ook nog stage. Daarbij komen dan nogmaals de raadsvergaderingen. “Het zijn soms wel lange dagen”, geeft hij toe. “Dat moet je er voor over hebben. Maar als je daar een weg in vindt en het combineert, dan is dat mooi.”
Andere studenten kijken hem wel eens vreemd aan, dat hij in de gemeentepolitiek zit. “Ze vinden het toch wel apart. Maar als ik vertel waarom ik ben begonnen, dan snappen ze het wel. Het is met een reden: je kunt veel vinden, maar je moet er ook iets aan doen.”
Voor Schootstra geldt dat hij een beetje uitdaging ook wel leuk vindt. “Er komen altijd weer andere problemen op je pad. Het is heel gevarieerd. Dat maakt het leuk, er komt van alles aanvliegen. Ik vind het misschien wel leuker dan ik van tevoren had gedacht.”
Dat het raadswerk vraagt om ambtelijke en soms droge stukken door te nemen, dat hoort er volgens Looijenga gewoon bij. “Daar heb je voor getekend. Het helpt me bij het schoolwerk ook wel. Normaal dacht ik: schoolwerk is moeilijk. Maar nu is dat goed te doen.”
“In het begin was het ook echt wel spannend”, vertelt Schootstra. Vooral als hij een verhaal moest houden of andere raadsleden kritische vragen wilde voorleggen. “Om dan op te staan als jongste raadslid tegenover de wat oudere mensen, dan is dat wel wat spannender dan een presentatie op school.”
Intussen draait hij zijn hand er niet meer voor om. Want het heeft ook zijn voordelen, meent hij. “Wij hebben als jongeren misschien wel een wat opener blik. We zijn nog niet vastgeroest in onze standpunten en zijn daar misschien wat speelser in. We kunnen de ogen openen van andere raadsleden. ”
“Je moet positief blijven en de mooie dingen blijven zien”, vindt zijn collega in Tytsjerksteradiel. “Ook jongeren zijn het niet altijd met elkaar eens. De een kijkt meer naar milieu, de ander kijkt meer naar centen. Je kunt niet iedereen tevreden stellen. Maar met elkaar proberen we er wat van te maken.”
Iets meer jongeren in de gemeentepolitiek, dat is wel goed voor de diversiteit. Schootstra roept jongeren daarom ook op om kennis te maken met de politiek. “Vind je een partij interessant, benader ze en ga eens kijken wat het inhoudt en of je het leuk vindt.”