DAMWALD – Donderdagmiddag was de Startconferentie van de ‘Coalitie Kom Erbij’. Vanuit de coalitie willen beide gemeenten – samen met zorg- en welzijnsinstellingen, kerken, vrijwilligersorganisaties, woningcorporaties en ondernemers – bouwen aan een inclusieve samenleving en eenzaamheid aanpakken. De kerngroep, bestaande uit partners van verschillende organisaties, kwamen tijdens de startconferentie voor het eerst bij elkaar.
De kerngroep gaat gezamenlijk een plan van aanpak maken. Het is de bedoeling dat de coalitie in de toekomst steeds breder wordt. ,,Wij willen een samenleving waar zoveel mogelijk mensen aan mee kunnen doen”, aldus Marijke Paulusma, beleidsondersteuner. Alle organisaties en bedrijven die iets willen en kunnen betekenen voor mensen die zich eenzaam voelen of om de één of andere reden niet mee kunnen doen, kunnen zich bij de coalitie aansluiten. Ook ervaringsdeskundigen – inwoners die het dagelijks aan den lijve ondervinden hoe het is om eenzaam te zijn of niet mee te kunnen doen – worden betrokken. Er zijn werkgroepen geformeerd waarin mensen uit kwetsbare groepen mee kunnen denken over het beleid, knelpunten en verbeter mogelijkheden kunnen aandragen.
Wethouder Jouke Douwe de Vries ondertekende tijdens de startconferentie de 5 pijlers van het actieprogramma ‘Eén tegen Eenzaamheid’, een initiatief van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Wethouder Kees Wielstra ondertekende deze eerder al. Ook de leden van de kerngroep zorgen voor een symbolisch startmoment door het ondertekenen van de zogehete n ‘Ik doe mee’ kaart. Wethouder De Vries: “We hebben elkaar hard nodig om een vuist te kunnen maken tegen eenzaamheid. Dat nu al zoveel organisaties opgestaan zijn om mee te doen, is hoopgevend. Samen bedenken wat we gaan doen, en ook goed weten voor wie we het doen, is zo belangrijk. Dat is mogelijk met de inbreng van de inwoners die met ons mee gaan denken en ons een inkijkje geven in hun leven en de persoonlijke gevolgen die eenzaamheid of een lichamelijke beperking voor hun hebben. Ik verwacht dat we veel van elkaar kunnen leren.”