EARNEWALD – De kans dat reeën en mensen elkaar tegenkomen in nationaal park De Alde Feanen is deze dinsdag en woensdag het grootst. De dieren worden dan weer met grote inzet geteld. “Dit zijn heel slimme beestjes, die reeën in De Alde Feanen”, zegt vrijwilliger Andries Dijkstra van It Fryske Gea.
Met veel anderen van de natuurbeheerder is hij druk bezig met het tellen van de reeën. Hij heeft veel respect voor de dieren.Het gebied is in stukken verdeeld. In elk deel telt een groep mensen de reeën, vooral tijdens de schemering. De telling wordt elke vijf jaar gedaan. Sommige tellers zijn met de auto, maar er zijn ook boten onderweg.
Er moeten zo’n 150 reeën zijn in De Alde Feanen, maar door het slechte weer blijven ze lang in dekking. Daar heeft André de Haan van It Fryske Gea wat op gevonden. Op een van de boten heeft hij een warmtecamera. “Dan zie je de reeën gewoon tussen de bomen door lopen”, zegt De Haan. “Die lichten wit op, omdat ze warmte uitstralen.” De drie dieren die hij ziet, zijn met een gewone kijker niet te vinden.
Gedurende de ochtend loopt aan boord het aantal getelde dieren snel op. Daar heeft Andries Dijkstra wel een verklaring voor. Omdat het in het moeras zo nat is, zitten er minder vossen. De vossen eten jonge reekalfjes. “Die reeën weten dat de kans op predatie hier kleiner is dan wanneer ze in agrarisch gebied zitten”, vertelt Dijkstra. “Dus dit zijn eigenlijk wel heel slimme reeën hier, hoor.”