DOKKUM – Het kabinet moet meer doen om testlocaties voor een coronatoegangsbewijs, ook in gebieden met minder inwoners, mogelijk te maken. Dat vindt burgemeester Johannes Kramer van Noardeast-Fryslân. Directe aanleiding voor zijn oproep is de recente sluiting van de sneltestlocatie in Dokkum, die in totaal maar tien dagen open is geweest.
De testaanbieder, het bedrijf Tunica Trading B.V., besloot na afgelopen zondag de stekker eruit te trekken, omdat het volgens het bedrijf in Dokkum financieel niet meer haalbaar is. Het vergoedingensysteem voor testaanbieders is sinds maandag aangepast. Waar aanbieders eerder nog een vergoeding kregen op basis van beschikbare testcapaciteit, is dat veranderd naar een vergoeding voor elke afgenomen test.
“Ek de Twadde Keamer seit: dat testen moat leechdrompelich wêze”, volgens Kramer. “Elkenien yn Nederlân moat dêr gebrûk fan meitsje kinne, mar je sjogge dat minsken hjir mear as fjirtich kilometer reizgje moatte om sa’n sneltest te dwaan. Dat is net normaal.”
Er werden de afgelopen tien dagen ongeveer 700 sneltests afgenomen in de locatie in Dokkum. Op doordeweekse dagen was de opkomst laag, maar op de eerste zaterdag kwamen ruim 200 mensen voor een test voor een coronatoegangsbewijs.
De burgemeester en de horeca in Dokkum betreuren het feit dat de locatie sinds maandag alweer dicht is. Volgens Kramer kunnen er ook weer andere problemen ontstaan, ook omdat de besmettingscijfers in Noardeast-Fryslân de afgelopen weken al relatief hoog waren.
“De jongerein tinkt aansten; dy sneltest kin hjir net, en Ljouwert is my te fier fuort. Wy weagje de gok en wy geane jûn lekker te stappen. Mei alle gefolgen fan dien. Dat moatte wy dus net ha”, zegt Kramer.