NOARDOOST-FRYSLÂN – Honderden dode schapen in nog geen week tijd. Het blauwtongvirus blijft slachtoffers maken in Fryslân, ook al zijn er al verschillende vaccins op de markt. “Het virus gedraagt zich anders dan we hadden gedacht.” “Het was altijd zo dat schapen die besmet waren geweest met blauwtong, het virus niet weer konden krijgen”, zegt Albert van der Ploeg van de vakgroep schapenhouderij bij boerenorganisatie LTO tegen Omrop Fryslân. Dat is nu wel zo. “Bovendien werkt het vaccin ook veel minder goed dan gehoopt of misschien verwacht. Dat was in het verleden vaak veel effectiever.”
Tekst loopt door onder de video
Van der Ploeg wijst op een paar lammetjes in zijn stal. Eén ligt doodstil in een hoekje, met een rare bocht in zijn nek. Een tweede stapt versuft rond in zijn box. “Tussen de 10 en 25 procent van de met blauwtong besmette schapen gaat dood. Dat was vorig jaar ongeveer de helft, dus we zien dat het virus minder sterk wordt. Maar dat maakt de pijn niet minder natuurlijk.” En dus blijft het virus slachtoffers maken. Bij de familie Kingma in Hantumerútbuorren gaat het alleen in de afgelopen weken al om honderden dode schapen. In een grote loods op het erf zijn tientallen schapen bij elkaar gebracht. Sommige hoesten, andere lopen moeizaam, weer andere liggen maar wat in het hooi.
“De verzorging in het veld was niet meer te doen, dus we hebben de dieren die ziek zijn, of misschien besmet, naar binnen gehaald”, zegt schapenhouder Andries Kingma. “Sommigen komen er na een paar weken van intensieve verzorging redelijk door.”Die verzorging bestaat uit extra aandacht, zowel overdag als ’s nachts. Er gaat dagelijks zo’n 15.000 liter water extra doorheen op de boerderij van de Kingma’s. Zo is blauwtong niet alleen een aanslag op de dieren. Fysiek en emotioneel kruipt het ook bij de veehouders onder de huid, vertelt Kingma. “Als je ziet hoe de dieren lijden. Gewrichtsproblemen, longproblemen, de bek die opgezwollen is waardoor ze niet meer kunnen eten. Dat trek je zelf wel aan.”
De schapenhouder maakt zich grote zorgen over de toekomst van de sector. “Je ziet nu al dat sommige schapenhouders ermee stoppen.” “Als dit nog lang zo doorgaat, zorgt dit ervoor dat de helft van de schapen in Nederland verdwijnt. Dat komt omdat schapenhouders het niet meer zitten zien of het financieel niet langer op te brengen is. En dan hebben we het nog niet eens over de problemen met de wolf.” LTO-bestuurder Van der Ploeg schetst een somber toekomstbeeld. “Wij komen er denk ik niet meer vanaf. Zeker als een vaccin niet genoeg doet, blijft het virus bestaan ben ik bang.” Hij heeft wel de hoop dat het virus, zoals corona bij de mens, steeds minder sterk wordt. “Daar heeft het virus ook baat bij, dat zijn gastheer overleeft. Dat hoop ik, want zeker als die inentingen niet genoeg helpen, dan kom je er niet meer af.”