DOKKUM – Leerlingen van het Dockinga College en burgemeester Johannes Kramer hebben maandagochtend kransen gelegd bij het verzetsmonument aan de Woudweg in Dokkum. Op 22 januari 1945 werden daar twintig mannen gefusilleerd op bevel van de Duitsers.
Het was een vergeldingsactie van de bezetter, als wraak voor een verzetsactie in De Valom. Daarbij kwamen een Duitse SD’er en zijn chauffeur om het leven. De Duitsers wezen toen twintig gevangenen uit Noord-Nederland aan. Eind januari 1945 werden zij in Dokkum van het leven beroofd.
Met een herdenking in de Fonteinkerk en de kranslegging werd daar maandag bij stilgestaan. Normaliter zijn meer betrokkenen en familie van de slachtoffers aanwezig, maar vanwege de coronamaatregelen was de herdenking nu via een livestream te volgen. Een kleine groep leerlingen van het Dockinga College was wel aanwezig en droeg gedichten voor. Ook bestuurder Geert van Lonkhuyzen van het Dockinga College en burgemeester Kramer van Noardeast-Fryslân hielden toespraken.
Een van de slachtoffers van de fusillade was dokter Jarl Ruinen uit Ee. Hij werd op 22 januari 1945 doodgeschoten. De 85-jarige Lubbert Visser weet dat nog als de dag van gisteren. Hij was bevriend met de zoon van Ruinen. “Ik ferjit it nea wer. It grypt my altyd noch oan. Se kamen by ús en seine tsjin myn maat; dyn heit is dea. It wie ferskriklik.”