HALLUM – Een Duitse piloot die 81 jaar geleden in Fryslân om het leven kwam toen zijn vliegtuig neerstortte, is herdacht in het Noarderleech. Het gaat om Unteroffizier Georg Wilhelm van de Luftwaffe. Hij was 21 jaar oud toen hij overleed.
Volgens de verhalen uit die tijd was de jonge Wilhelm in de Tweede Wereldoorlog bezig met vliegoefeningen boven het Noarderleech, toen hij door een stuurfout naar beneden stortte. De piloot verdween met vliegtuig en al in de zachte klei van het buitendijks gebied.
Lange tijd was het te moeilijk om het toestel en de piloot te bergen, maar met hedendaagse methodes, en hulp van het Nationaal Bergingsprogramma, komt er nu eindelijk schot in de zaak. Het Nationaal Bergingsprogramma is in het leven geroepen om zoveel mogelijk vliegtuigen te bergen waar mogelijk nog vliegers in zitten. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen geallieerde en Duitse piloten. De Lancaster die vorig jaar uit het IJsselmeer is gehaald, viel ook onder dit programma.
Georg Wilhelm had in 1943 een relatie met Anneliese, uit Neustadt an die Weinstrasse. Ze waren niet getrouwd maar Anneliese kreeg wel een dochter van hem. Hij heeft haar nog ontmoet voordat hij in 1943 omkwam in Fryslân. Zij is later symbolisch getrouwd met zijn helm, in een kerk in Neustadt. Later, na de dood van Wilhelm, kreeg Anneliese een zoon uit een andere relatie. Dat is de nu 78-jarige Peter Krämer. Hij is in Fryslân.
Tekst loopt door onder de video
Krämer heeft geen directe bloedband met de Duitse piloot waar nu naar wordt gezocht, maar dat maakt het bezoek aan de plaats van de crash niet minder indrukwekkend. “Het verrast me”, zegt Krämer in het Duits, “dat ze na 80 jaar nog zoveel moeite doen om dit voor elkaar te krijgen. Respect.”
In een metersdiepe put wordt door de bergingsdienst van de Koninklijke Luchtmacht gewerkt aan het blootleggen van het wrak. Het gaat langzaam, maar de eerste stukken zijn al boven gehaald: twee machinegeweren MG131-13. Die aan de voorkant van het vliegtuig zaten.
Het is opvallend hoe goed de geweren er nog uitzien, zegt sergeant Vincent van de explosieven-opruimingsdienst EOD, die betrokken is bij de opgraving. “Deze komen bijzonder goed uit de grond. Ik denk dat dat een combinatie is van Duits staal en Friese klei. Ze liggen natuurlijk vier, vijf meter onder de grond, en er komt geen zuurstof bij.”
Eenmaal boven de grond begonnen de geweren al snel te roesten, zegt Vincent. “We hebben ze snel in de olie gezet, om ze te conserveren”. Het is voor Vincent een bijzondere klus, hij komt uit de regio en speelde als klein jongetje wel in het Noarderleech. “En nu, zoveel jaar later, sta ik hier een vliegtuig op te graven.”
De berging van de Duitse Messerschmitt wordt tegelijkertijd gedaan met de berging van een Engels toestel bij Holwert. Het hoofddoel is om in totaal zes vermiste vliegers terug te vinden, en opnieuw te begraven.
Het is een megaklus, die nog groter is dan de grote operatie van vorig jaar, op het IJsselmeer. Op 1 oktober moet alles klaar zijn, op tijd voor het stormseizoen. Maar voor Peter Krämer is het nu al gelukt, met de herdenking van de eerdere man van zijn moeder. “Ik hoop dat hij eindelijk zijn vrede kan vinden. Dat is belangrijk voor mij.”