BURGUM – Al zijn hele leven heeft Douwe Hooijenga de ziekte van Dent, een chronische erfelijke nierziekte. Door de ziekte raakten beide nieren van Hooijenga zo aangetast, dat een niertransplantatie nodig was. Die nieuwe nier kreeg Douwe van zijn vader Ridzerd.
Toen Douwe aan zijn vader vertelde dat de dokter had gezegd dat hij op zoek moest naar een nieuwe nier, twijfelde vader Ridzerd geen moment. “Dan krije je earst allegear ûndersiken om te sjen of’t it past, en as je dan it telefoantsje krije dat it sa is, dan rôlet it wer fierder”, vertelt Ridzerd.
Na de transplantatie leek het in eerste instantie allemaal goed te gaan, maar niets bleek minder waar. Douwe produceerde teveel vocht en na onderzoeken zijn beide eigen nieren operatief verwijderd. De transplantatienier van vader Ridzerd bleef zitten. “Wy tochten no geane wy de goede kant út, mar de dokter wie noch net tefreden. Uteinlik die bliken dat ik in longûntstekking hie en dat is selfs eskalearre ta in sepsis”, zegt Douwe.
Een moeilijke periode voor iedereen, maar hoe gaat het nu met Douwe? Hij vertelt zijn verhaal samen met zijn vader bij RTV NOF: