VERHAAL/VIDEO: It Lêste Oere: “4000 graven sille ferdwine as der neat bart” · Foto('s): RTV NOF
  RTV NOF

VERHAAL/VIDEO: It Lêste Oere: “4000 graven sille ferdwine as der neat bart”

zondag 09 februari 2025

NOARDEAST-FRYSLÂN – Onderzoeksjournalist Ate Wielstra bezocht enige tijd geleden de gemeentelijke begraafplaats in Aldwâld. Bij de ingang zag hij een bord van de gemeente Noardeast-Fryslân met daarop een opvallende en belangrijk ogende oproep. Dit was voor hem de aanleiding om hier meer over te weten te komen. In dit artikel vertelt Ate wat hij heeft ontdekt.

Bekijk in de video hieronder de zoektocht naar de nabestaanden van een graf in Burdaard

 

Toen ik op een grauwe, regenachtige morgen de begraafplaats in Aldwâld bezocht en het bord voor het eerst las, schrok ik behoorlijk. Graven die geruimd worden als er binnen vijf jaar geen rechthebbende zich meldt? Ik had meteen een hoop vragen in mijn hoofd. Hoeveel graven gaat het precies om? Geldt dit alleen voor de begraafplaats in Aldwâld? En als een graf voor onbepaalde tijd is vastgelegd, kunnen ze dat dan zomaar ruimen? Maar de grootste vraag die ik had: hoe kan het dat de rechthebbenden niet bekend zijn bij de gemeente? Heeft niet iedereen op de een of andere manier familie die als rechthebbende kan optreden voor een graf? Op het bord werd ook de website van de gemeente vermeld, waar meer informatie over deze kwestie te vinden zou zijn.

Schrikbarende aantallen

Het is inmiddels lunchtijd, maar mijn nieuwsgierigheid is sterker dan mijn trek. Dus, eenmaal thuis, zet ik meteen de computer aan om de website van de gemeente te bekijken. Wat ik daar lees, verbaast me behoorlijk. Het probleem blijkt groter te zijn dan ik dacht. Het gaat om zo’n 4000 graven, verspreid over de negen gemeentelijke begraafplaatsen. Na wat verder zoeken ontdek ik dat er ruimte is voor in totaal 14.000 graven, maar dat er op dit moment zo’n 8000 tot 9000 graven bezet zijn.

De gemeente is op 7 maart 2023 begonnen met de vijfjarige actie waarbij de oproep wordt gedaan. Door de lijsten van de betreffende graven te bekijken, zie ik dat deze redelijk up-to-date zijn. Ik trek de conclusie dat er in bijna twee jaar tijd maar weinig reactie is gekomen op de oproep van de gemeente. Als dit zo blijft, betekent dit dat bijna de helft van de graven die nu in gebruik zijn, zullen verdwijnen. Een kanttekening is wel dat er ongeveer 350 gedenkmonumenten zijn die onder funerair erfgoed vallen. Voor deze graven wordt wel een rechthebbende gezocht, maar ze zullen niet geruimd worden. Toch blijft er een groot aantal graven over, wat een aanzienlijke impact heeft. Daarom besluit ik verder in dit verhaal te duiken en neem contact op met de begraafplaatsbeheerder van de gemeente om meer te weten te komen.

Richting Burdaard

De begraafplaatsbeheerder, Theo van der Horn, is bereid om met me af te spreken en mijn vragen te beantwoorden. We plannen een afspraak op een van de begraafplaatsen in kwestie, namelijk die in Burdaard. Samen met Ben de Jager, die vandaag als cameraman zal optreden, pak ik de apparatuur in. Rond tien uur ’s ochtends vertrekken we richting Burdaard. Onderweg valt het ons op dat de mist en het grauwe weer wel heel goed passen bij de sfeer van een begraafplaats. Eenmaal aangekomen, zien we een motor voor het hek staan. Achter het hek staat Theo ons al op te wachten.

Na een kort gesprek over koetjes en kalfjes beginnen we met het daadwerkelijke interview. Ik vraag Theo hoe het mogelijk is dat de rechthebbenden onbekend zijn bij de gemeente. Hij legt uit dat het vaak om oudere graven gaat en dat mensen vroeger zelf verantwoordelijk waren voor het doorgeven van het overlijden van een rechthebbende aan de gemeente. Dit werd echter vaak niet gedaan. Ook verhuizingen werden bijna nooit gemeld. Tegenwoordig, zegt Theo, is alles gekoppeld aan het bevolkingsregister, waardoor zulke informatie niet meer verloren gaat. Dan vraag ik waarom de gemeente dit onderzoek is gestart. Theo vertelt me dat nabestaanden soms niet weten dat het grafrecht niet goed geregistreerd staat, terwijl ze het graf toch graag willen behouden. Dit antwoord laat me even nadenken. Stel je voor dat bijvoorbeeld een kleinzoon het graf van zijn opa af en toe bezoekt, maar niet weet dat er geen rechthebbende geregistreerd staat. Zou het dan kunnen zijn dat hij over een paar jaar, wanneer hij het graf van zijn opa weer wil bezoeken, ineens ontdekt dat het graf verdwenen is?

Theo vertelt verder dat een andere reden waarom de gemeente graag een rechthebbende wil hebben bij een graf, is zodat ze weten wie er verantwoordelijk is voor bijvoorbeeld het grafmonument, mocht daar iets mis mee zijn. Ook spelen financiën een rol. Er zijn 815 graven waarvan het grafrecht inmiddels is verlopen, en waarbij de gemeente geld is misgelopen. Het is wel belangrijk om te zeggen dat het hier vaak om oude graven gaat, waarvan de grafrechten zijn uitgegeven toen de gemeente Noardeast-Fryslân nog niet bestond, maar afkomstig zijn uit de tijd van de gemeenten Ferwerderadiel, Dongeradeel en Kollumerland.

Bij graven die voor onbepaalde tijd zijn aangegaan, speelt dit financiële aspect niet, omdat die destijds al volledig betaald zijn. Een ander financieel voordeel van het ruimen van graven is dat dit ruimte creëert voor nieuwe graven, waardoor een dure uitbreiding van begraafplaatsen kan worden voorkomen. Tijdens wat vooronderzoek ontdekte ik dat cremeren nog altijd in populariteit toeneemt, dus ruimtegebrek lijkt me niet zo’n groot probleem. Theo vertelt me echter dat in de regio Noardeast-Fryslân begraven in verhouding nog steeds vaker gebeurt dan bijvoorbeeld in het zuiden van het land.

Toch blijft het voor mij een vreemd gegeven dat een graf, ook al is het voor onbepaalde tijd aangegaan, blijkbaar toch geruimd kan worden. Veel mensen denken immers dat zo’n graf voor altijd blijft. Ik vraag Theo hoe dit kan. Hij legt uit dat het woord “onbepaald” eigenlijk al aangeeft wat het betekent: de duur is niet vastgelegd. In de ogen van de gemeente betekent “onbepaald” dan ook dat het graf zo lang blijft als de begraafplaats zelf, en zolang er een levende rechthebbende is die verbonden is aan dat graf. Theo geeft aan dat de mensen die destijds een graf hebben gekocht, waarschijnlijk hetzelfde gedacht hebben als ik: dat het voor altijd van hen zou zijn.

Theo heeft me veel informatie gegeven. We bedanken hem voor zijn medewerking en gaan terug naar de redactie, waar we nog even met collega’s praten over dit bijzondere verhaal. Ik vertel dat Theo tijdens ons gesprek zei dat de gemeente probeert de mensen te informeren over dit onderwerp via borden bij de begraafplaatsen, de gemeentelijke website en jaarlijks bijvoorbeeld met een artikel in de krant of op deze website. Verder speelt de gemeente geen actieve rol in het zoeken naar rechthebbenden, omdat dat volgens Theo niet te doen is met zoveel graven. Daarvoor zou er extra personeel nodig zijn.

Ik ben benieuwd naar het verhaal van de mensen in de graven en waarom er geen rechthebbenden aan hun graven verbonden zijn. Daarom besluit ik één geval verder uit te zoeken. Toen we tijdens het interview met Theo op de begraafplaats in Burdaard liepen, zagen we een bijzonder grafmonument: dat van Wim Vermeule en Veronica Horstman. Het adres waar zij woonden staat op het monument, wat voor mij een goed eerste aanknopingspunt is.

Zoektocht in Ferwert

(Vanwege privacy redenen worden de betreffende onderstaande partijen niet bij naam genoemd)

Door wat te zoeken op internet kom ik erachter dat het huis na het overlijden van Wim en Veronica slechts één keer is verkocht. Ik hoop dat de huidige eigenaar me daarom wat informatie over hen kan geven. De volgende dag vertrek ik naar Ferwert. Eenmaal aangekomen bij het adres zie ik dat het om een wat ouder huis gaat, waar volgens mij nog wel het een en ander aan moet gebeuren. Mijn vermoeden wordt bevestigd wanneer ik richting de voordeur loop en een briefje aantref met een aantekening van de huidige eigenaar. Er staat op dat het huis momenteel in verbouwing is en dat hij er nog niet woont. Ook staat zijn telefoonnummer op het briefje, wat ik besluit op te slaan in mijn telefoon, zodat ik hem later kan bellen.

Omdat ik mijn spreekwoordelijke visnetten zo ver mogelijk uit wil werpen om zoveel mogelijk informatie te verzamelen, besluit ik bij alle buren een briefje in de brievenbus achter te laten met een oproep. Als ze meer weten over Wim en Veronica, kunnen ze contact met me opnemen via e-mail of mij bellen.

Eenmaal terug op de redactie neem ik contact op met de huidige bewoner van het huis. Hij vertelt me dat hij niet veel weet over Wim en Veronica, maar dat er ooit wel een achternicht van één van hen aan de deur heeft gestaan, van wie hij het telefoonnummer nog heeft. Ik neem contact op met de achternicht. Ze vertelt me dat ze zelf verderop in Nederland woont met haar gezin. Haar moeder en Veronica waren nichten van elkaar. Vroeger, toen ze nog een klein meisje was, logeerde ze wel eens bij de moeder van Veronica. Ze gingen toen ook op bezoek bij Wim en Veronica. Op latere leeftijd bezocht ze hen ongeveer één keer per jaar met haar gezin. Ook hadden ze af en toe contact via e-mail. Ze denkt dat Wim een zus had, maar die was destijds al niet in goede gezondheid, dus ze vermoedt dat zij niet meer in leven is.

Ik vraag haar wat ze zich nog herinneren kan over Wim en Veronica. Ze vertelt me het volgende: “Wat ik me herinner van Wim en Veronica is dat ze erg op zichzelf waren. Ze deden maandelijks boodschappen en hadden weinig contact met anderen, behalve met één goede huisvriend, die volgens mij nog in Ferwert woont. Veronica heeft een tijdlang als koffiejuffrouw in de trein gewerkt. Wim werkte bij GTI. Later hadden ze een online winkel, ‘The Rising Sun’, die ook producten aan Ameland leverde, zoals buttons en stickers. Na zijn overlijden begon Veronica een B&B, maar niet lang daarna bleek ze ongeneeslijk ziek en overleed ze thuis aan kanker.”

Het beeld rondom Wim en Veronica begint langzaam duidelijker te worden. Omdat de huisvriend van hen nog altijd in Ferwert zou wonen, besluit ik om weer in de auto te stappen en daar rond te vragen naar hem. Na een lange zoektocht weet ik hem uiteindelijk via via te vinden. Hij vertelt me dat hij bijna dagelijks bij hen over de vloer kwam en dat Wim en Veronica hem bijna als een soort zoon zagen. Verder waren het redelijk gesloten mensen die erg op hun privacy gesteld waren. De huisvriend laat me weten dat hij liever geen verdere informatie wil geven en niet verder mee wil werken. Hij wil het liefst alles laten rusten.

Dit spoor loopt dus dood.

Een onverwacht telefoontje

Het blijft een paar dagen stil en ik probeer meer informatie te vinden via internet, maar het blijkt een lastige zoektocht. Het enige wat ik vind, is een krantenartikel uit 1986 met de titel ‘Handel vaart wel bij Elfstedenfeest’, waarin het bedrijf ‘The Rising Sun’ van Wim en Veronica wordt genoemd. Ze zouden rondom de veertiende elfstedentocht goed zaken hebben gedaan en meer dan tienduizend buttons en tweeduizend hangbalpennen en sleutelhangers hebben verkocht.

 

Dan krijg ik ineens een telefoontje dat ik niet direct verwacht had. Een buurvrouw van Wim en Veronica, die nog altijd aan de Zeedijk woont, belt me. Ze had mijn oproep aangetroffen in haar brievenbus, vertelt ze. Ik vraag haar of ze me wat meer kan vertellen over Wim en Veronica. Ze vertelt me het volgende:

“Wij leerden Wim en Veronica kennen toen ze begin jaren ’70 aan de Zeedijk 9, onder Ferwert, kwamen wonen. De dijk was toen nog niet op deltahoogte en hun huis lag mooi ingebed in de lussen van de dijk. Ze zochten hier de rust die ze in de Randstad niet vonden en waren erg op hun privacy gesteld. Ze hadden hoge hekken om hun huis, wat we gekscherend ‘Fort Knox’ noemden. Toch hielpen we elkaar als buren waar nodig, terwijl we elkaars privacy respecteerden.

In de jaren ’70 waren veel mensen doe-het-zelvers, en Wim ging enthousiast aan de slag met de verbouwing van hun huis. Mijn ouders hadden ook een huis aan de dijk en wij als kinderen waren al jong bekend met klussen. Als er zwaar bouwmateriaal bij Wim en Veronica lag, stuurden onze ouders ons vaak om te helpen tillen. In ruil daarvoor werden we getrakteerd op koekjes en drinken aan hun keukentafel. We waren altijd onder de indruk van de technische snufjes die Wim in huis had verwerkt, zoals het voorverwarmen van borden in een speciaal kastje.

Ik dacht dat Wim uiteindelijk in het verzorgingshuis in Dokkum is overleden. Veronica bleef alleen achter en had inkomsten nodig. Ze verbouwde haar garage tot bed and breakfast, en mijn man hielp haar daarbij. Ze vroeg ons ook om advies over ons vakantiehuisje. Er was veel vraag naar overnachtingen aan de Waddenzeedijk, waardoor Veronica er goed mee verdiende.

Na een paar jaar werd bij Veronica longkanker vastgesteld, en ze werd opgenomen in het ziekenhuis. Haar grote wens was om thuis te sterven. Op een dag belde de huisarts ons met de mededeling dat Veronica naar huis kwam en vroeg of we voldoende hadden klaargezet voor haar. We waren ons er niet van bewust dat ze ons als haar mantelzorgers opgegeven had, maar het was geen probleem. Mijn man zorgde voor extra kacheltjes, omdat de verwarming niet genoeg was door de door Wim gebouwde houtgestookte cv-ketel. Veronica leefde nog zo’n zeven tot tien dagen thuis. Wij hebben haar, samen met de wijkverpleging, in die tijd nog verzorgd.

Er was uiteindelijk geen geld voor een grafmonument in Burdaard, dus besloten we met een paar buren het bord dat bij hun huis stond bij het graf neer te zetten, zodat ze toch een monument hadden.”

De buurvrouw denkt ook niet dat Wim en Veronica verder nog familie hadden. Wel weet ze dat Wim en Veronica het financieel niet altijd ruim hadden en daarom ook in contact stonden met sociale zaken van de gemeente. Ze vertelt me dat ze misschien nog wel weet wie Wim en Veronica toen begeleidde, en dat ze gaat proberen mij in contact te brengen met die persoon.

Sociale Zaken

Een aantal dagen later word ik gebeld door iemand die mij vertelt dat de buurvrouw contact met hem had opgenomen omdat ik meer wilde weten over Wim en Veronica, en dat hij daarom nu contact met mij opnam. Hij vertelt me het volgende:

“Sinds 1984 werkte ik bij de sociale dienst in Ferwert, toen nog Ferwerderadiel. In die tijd had ik contact met diverse cliënten, waaronder Wim en Veronica, een creatief echtpaar. Regelmatig spraken we elkaar, en al snel werd duidelijk dat werken in loondienst voor hen geen optie was. Zelfstandig ondernemerschap was de enige manier om een inkomen te verwerven.

Ze besloten een sticker- en buttondrukkerij op te zetten, vanuit hun eigen huis. Dankzij een regeling binnen de uitkering konden ze als zelfstandigen aan de slag. Rond die tijd werd in de oude huishoudschool in Marrum een vrijwilligerscentrale opgezet, waarvoor ze ook drukwerk verzorgden. Ze waren nauw betrokken bij het Werk- en Opleidingscentrum (WOC) in Marrum, dat naast vrijwilligerswerk ook opleidingen aanbood, in samenwerking met de gemeente en de sociale dienst.”

Wim en Veronica slaagden erin volledig in hun eigen onderhoud te voorzien, waardoor onze bemoeienis stopte, behalve af en toe een korte ontmoeting. Wat me het meest is bijgebleven, is hun creativiteit, hardwerkendheid en de manier waarop ze zich niet alleen voor hun bedrijf, maar ook voor anderen inzetten.”

Het grafrecht

Ik heb inmiddels veel geleerd over het leven van Wim en Veronica. Uit de gesprekken met de mensen die hen gekend hebben, blijkt dat ze erg aardige mensen waren, maar ook behoorlijk op zichzelf en sterk gehecht aan hun privacy. Toch weerhield dit hen er niet van om zich in te zetten voor anderen. Het lijkt er sterk op dat er, naast de familie die ik tijdens dit onderzoek heb gevonden, verder geen levende familieleden van Wim en Veronica zijn. Daarom neem ik contact op met de achternicht om te vragen naar de grafrechten.

Ze laat me het volgende weten:

“Binnen de familie is nooit gesproken over het verlengen van de grafrechten. Ze hadden de graven zelf gekocht en verder wisten we er niets van. Waar ze precies lagen, heb ik zelf moeten uitzoeken. Mijn man en ik hebben hen uiteindelijk alle drie bezocht. Er is niemand die de grafrechten wil overnemen, dus we hebben er vrede mee als de graven worden geruimd.”

Een oproep

Het verhaal over Wim en Veronica eindigt met deze mededeling. Hoewel ik de keuze van de familie respecteer, moet ik toegeven dat ik het toch enigszins jammer vind dat deze casus anders eindigt dan ik had gehoopt. Toch realiseer ik me dat dit slechts één van de bijna 4000 gevallen is. Theo gaf tijdens ons gesprek al aan dat de kans aanwezig is dat nabestaanden helemaal niet op de hoogte zijn dat het grafrecht van hun geliefden niet goed geregeld is.

Daarom hoop ik dat ik met dit verhaal mensen bewust heb gemaakt van dit probleem en wil ik een oproep doen aan iedereen om de lijsten op de gemeentelijke website eens door te nemen, zodat u of iemand anders niet voor verrassingen komt te staan.

Aanvullend op dit artikel is een podcastserie gemaakt in het teken van ‘de dood’. Vanaf volgende week worden deze afleveringen gepubliceerd op RTV NOF.

Auteur: RTV NOF | Ate Wielstra
Heb jij nieuws of een opmerking? Stuur de redactie een WhatsApp.
Stuur je tip, video of foto's naar:
  0511-441202 of   nieuws@rtvnof.nl.

VANDAAG OP DE RADIO

105.0 - 105.8 - 107.0 - 107.3 - 107.8 FM
  • 00:00 - 08:00
    It lûd fan Stêd, Waad en Wâlden
    Non-stop muziek met (regio)nieuws en weer.
  • 08:00 - 09:00
    Goed Gestemd
    Oebele en Sia Vries
  • 09:00 - 11:00
    Tsjerke-tsjinst
    Dienst uit de streek
  • 11:00 - 12:00
    Capriccio
    Haite Schukking
  • 12:00 - 14:00
    Blasmusik im Herzen
    Durk en Annelies
  • 14:00 - 17:00
    Rûnwei Sport
    Live verslag van sport uit de streek
  • 17:00 - 18:00
    Geloven en Beleven
    Harry Nienhuis
  • 18:00 - 19:00
    Wâldklanken
    Harry Nienhuis
  • 19:00 - 21:00
    RTV Metalcafé
    Marcus en Jitse
  • 21:00 - 22:00
    Met de voet tussen de deur
    Martin van der Velde
  • 22:00 - 00:00
    New Age
    Kees Haremaker
© 1989 - 2025 RTVNOF · Contact · Tip de redactie · Ingezonden brieven · Disclaimer · Privacy Statement RTV NOF · Vrijwilliger worden?