DAMWALD – In 2021 brengt de vereniging Noardlike Fryske Wâlden een Ode aan het landschap. In Nationaal landschap Noardlike Fryske Wâlden zorgt het overgrote deel van de bijna 800 leden, boeren en particulieren, voor het behoud van dit bijzondere landschap en de boerenlandvogels. De vereniging brengt dit jaar iedere maand een van deze leden in beeld. De leden leggen samen met betrokken gebiedspartners in een online artikelenreeks de unieke waarde van het landschap uit en geven tips hoe bezoekers dit bijzondere landschap kunnen beleven.
Deze maand beheerder VOF Hiemstra uit Sibrandahûs. We spraken met Attje Meekma, die samen met haar man Willem en zonen Minne en Lieuwe Klaas Hiemstra in het bedrijf zit. Het is een echt familiebedrijf op twee verschillende locaties, in Sibrandahûs en Damwâld. Daarnaast is er ook een bijdrage van de Vlinderstichting.
Bedrijf en beheer
Het bedrijf is al ruim 100 jaar in de familie, tegenwoordig melken de Hiemstra’s zo’n 200 koeien. Het jongvee verblijft op de tweede locatie in Damwâld, waar Willem en Attje sinds kort wonen. In 2014 kocht de familie deze locatie erbij, omdat dit bedrijf beschikbaar kwam door de aanleg van de Centrale As. “We waren op zoek naar meer land en er was plek om ons jongvee te houden. De kalveren die op de melkveelocatie worden geboren komen hier als ze van de melk af zijn en vóór het afkalven gaan de pinken terug naar Sibrandahûs. Bij elkaar hebben we 126 hectare in gebruik.”
In Sibrandahûs voert de familie al langere tijd Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer uit. Onder andere weidevogelbeheer, bestaande uit een perceel met uitgestelde maaidatum en een aantal kruidenrijke stroken. Door deze maatregelen te nemen sluit het biotoop mooi aan op de plasdras die in buurmans’ land ligt. Toch wordt het gebied minder geschikt voor weidevogels volgens Attje. “De omstandigheden zijn hier niet goed omdat er veel roofvogels en roofdieren als de vos zijn door een dichtbij gelegen bos.” De locatie in Damwâld ligt in het coulisselandschap, daar bestaat het beheer dan ook uit het onderhoud van de elzensingels. Het beheer wordt door de familie zelf uitgevoerd.
Balans vinden
Met de locatie in Damwâld erbij was het even omschakelen voor de familie. “We waren niet gewend om te boeren tussen de singels. Dan ga je nadenken, wat doen we? De bomen staan er toch en de singels waren geschikt voor beheer, dus gingen we ervoor. Maar het is niet vanzelfsprekend, je moet er veel tijd in steken. De beheervergoedingen komen niet overeen met de uren die je erin steekt, maar als ik nu de gevarieerde singels zie en alle vlinders en andere insecten, dan geeft dat ook wel weer voldoening. Wel moet het goed te combineren zijn en passen binnen je bedrijfsvoering, je zorgt voor de productie van eten én je levert natuur en landschap. Daar moet je een balans in zien te vinden. Wij leveren onze melk nu aan A-ware, voor het huismerk-programma van Albert Heijn. Hierbij gaat onze melkprijs met 5 cent omhoog. We moeten dan voldoen aan een groot aantal voorwaarden, waaronder ook biodiversiteitseisen. Dit betekent o.a. dat 10% van het grasland kruidenrijk moet zijn en dat we het niet meer mogen omploegen. A-ware is erin geslaagd om biodiversiteit te belonen. Dat geeft meer motivatie om natuur-inclusief te boeren. Het is mooi dat we reeds beheer hadden via de Noardlike Fryske Wâlden, het AH-concept sluit er goed bij aan en samen zorgt het voor een betere beloning voor je inspanningen.”
Andere mindset
“Als ik nu door het land loop zie ik dat we hier waardevolle singels hebben, met vele soorten bomen en bes dragende struiken, waarin veel klein leven zit. De laatste jaren leg ik dat ook vast op camera en deel ik dit met name op Twitter. Dan ga je echt zien hoeveel er leeft. Er wordt veel geschreven over hoe slecht het gaat met het boerenland. Mensen nemen helaas klakkeloos meningen uit de media over, ik erger me bijvoorbeeld aan het woord landschapspijn. Ik zie en hoor dat het collega’s raakt, al die negativiteit, sommigen worden er zelfs depressief van. Zelf vertel ik liever wat er goed gaat. Ik ontdek elk jaar nieuwe positieve dingen. Ik zag onder andere door het fotograferen dat er wél veel insecten en andere kleine dieren zijn in ons agrarisch landschap. Sinds ik er op gespitst ben ontdek ik ieder jaar nieuwe soorten libellen en vlinders. En je ontdekt dat ze gerelateerd zijn aan soorten planten en bomen. Elke keer ben je weer verwonderd over wat je ziet. Dan krijg je ook een andere mindset, je gaat nadenken over hoe je het kan behouden en verbeteren. Als je het ene laat krijg je het andere, zo leren we steeds meer”. Ook aan de schooljeugd wil de familie de waarde en pracht van het landschap van de Noardlike Fryske Wâlden meegeven. Daarom doen ze ieder najaar mee aan het jeugdeducatieproject ‘Takomst far in unyk lânskip’.
Insectenmonitoring
Attje neemt namens het bedrijf ook deel aan het BIMAG project, Boeren Insecten Monitoring Agrarisch Gebied. Daar is de vlinderstichting in augustus 2019 mee begonnen samen met LTO Noord en Boerennatuur, de koepelvereniging van de Nederlandse collectieven van agrarisch natuurbeheer waarvan de NFW er een is. Binnen het project worden verschillende insecten gemonitord. “Ik had interesse in vlinders en insecten en ik heb mij spontaan aangemeld bij BoerenNatuur. Het BIMAG-project begon met 25 deelnemers, inmiddels zijn er al 80 deelnemers, verspreid over het hele land. Binnen het project krijgen deelnemers drie LED-emmers die nachtvlinders aantrekken. Deze zet je ‘s nachts in het land en ‘s ochtends maak je ze weer open om ze te tellen en door te geven. “Het is een mooie methode om te zien wat er aan biodiversiteit is. Vorig jaar telde ik – voornamelijk met behulp van de LED-emmers – maar liefst 135 verschillende soorten nachtvlinders. Op verschillende bomen en kruiden komen verschillende soorten vlinders af, dus heb je meer soorten, dan trek je ook meer verschillende insecten aan.”
Kritisch blijven maar ook aanpassen
“De monitoring deel ik ook op sociale media. Daarop laat ik graag zien dat natuur en het boerenbedrijf goed samengaan. Het is belangrijk dat er besef komt dat boeren zich wel bewust zijn van biodiversiteit. Hart voor de natuur is er bij alle boeren, maar niet iedereen legt er de nadruk op. Voor veel boeren is er weinig tijd om het uit te dragen, maar als je je er in verdiept zie je veel moois. Ik focus mij graag op het fotograferen van insecten, het is ook echt mijn hobby geworden. De maatschappij vraagt om natuur-inclusief, onze opvolgers zien dat ook en zij moeten ermee verder. Daarom spelen we erop in zodat we een toekomstbestendig bedrijf hebben. Maar het kan alleen als extra inspanningen ook beloond worden. We proberen aan te passen waar dat kan maar blijven tegelijk ook kritisch, je moet tenslotte ook zorgen voor een bestendig inkomen en voedselproductie”.
Tips van Attje:
Ervaar het landschap
Wil je ook genieten van het landschap? En ontdekken welke soorten vlinders of andere diertjes er allemaal te ontdekken zijn? In Etappe 4 van het Streekpad ‘Noardlike Fryske Wâlden’ kom je in het begin van de route langs het Halepaad en het Broekhústerpaad. Dit pad brengt je langs de mooie elzensingels van fam. Hiemstra: www.wandelnet.nl
Vlinder als indicator van biodiversiteit
Een bijdrage van Henk de Vries van de Vlinderstichting
Niemand weet precies hoe de ontwikkeling van insecten in het agrarisch gebied is en welke effecten de natuurmaatregelen die de boeren nemen hebben op insecten. Om die reden is de Vlinderstichting, samen met LTO Noord en BoerenNatuur in 2019 het project BIMAG gestart. Hoofdvraag van het project is hoe boeren zelf een bijdrage kunnen leveren aan een betere insectenstand in het agrarisch gebied. Er werd gekozen voor het tellen van vlinders, vlinders zijn goede indicatoren voor de kwaliteit van het landschap.
In de Noardlike Fryske Wâlden wordt er onderzoek gedaan naar twee doelsoorten. De groene glazenmaker en de argusvlinder. Dit gebeurt op een aantal plekken in het agrarisch gebied. Er zijn allemaal vrijwilligers die een route lopen van mei tot september en een bepaalde soort tellen onderweg. “Wat mooi is, is dat we zien dat boeren zelf naar biodiversiteit kijken. Er zijn zelfs meer mensen die mee willen doen aan de tellingen dan we nodig hebben. We hopen in de loop van tijd te kunnen zien wat het effect is en hoe het gaat met de verschillende soorten.”