KOLLUM – Maar liefst 37 jaar lang zorgde hij ervoor dat het op diverse schoollocaties in de regio op rolletjes liep. Huismeester/conciërge Gosse Kamminga van de Campus Kollum neemt donderdag afscheid. ,,Het is tijd voor andere dingen.”
,,Ik had niet kunnen dromen dat ik m’n hele leven op scholen zou werken”, lacht de afzwaaiende Kamminga (64). Bij de vestigingen in Kollum, Buitenpost, Surhuisterveen en Grijpskerk van het Lauwers College was hij actief als conciërge, waarbij in beide eerstgenoemde dorpen zelfs op twee verschillende plekken. Sinds 2019 vormt de Campus Kollum zijn domein en vervulde hij voor !mpulse Kollum, het Lauwers College, de bibliotheek en gemeenschapscentrum De Colle de functie van huismeester/conciërge.
Hoewel de capaciteiten er wel waren, was hij – zoals hij het zelf omschrijft – ‘gjin learder’. Gewoon lekker bezig zijn en ondernemen; dat zat in Kamminga’s bloed. Het liefst was hij in de voetsporen van zijn vader getreden, die veehandelaar was. Dat vond moeder vanwege het onzekere bestaan niet zo’n goed idee.
En dus belandde Gosse Kamminga in de bouw. Via een kameraad kwam hij als zestienjarige bij een lokale aannemer in Kollumersweach terecht. ,,Daar had ik een vast inkomen.” Diverse omstandigheden, waaronder een mindere periode in de branche, deden Kamminga eind jaren tachtig reageren op een vacature voor conciërge bij de toenmalige mavo De Sennaer in Kollum. Uit maar liefst 110 sollicitanten werd hij uitverkoren om aan de slag te gaan.
In het – inmiddels verdwenen – schoolgebouw aan de Eskesstraat had Kamminga een baan voor 38 uren en 24 minuten. ,,Dat stond in de acte. Waarom die 24 minuten erbij stonden, weet ik niet. Het was wel een beetje apart.” Met een volledige betrekking had hij geen rekening gehouden. In de advertentie werd gesproken over dertig uren. Kamminga had daarbij zelf een vierdaagse werkweek in gedachten, waardoor hij op de vrijdagochtend met vader mee naar de veemarkt kon. ,,Dat werd ’m dus niet…”
Op De Sennaer moest Kamminga even flink wennen. Niet alleen moest hij invulling geven aan de gebruiken en structuren van zijn voorganger Jaap Keegstra; ook stapten er generatiegenoten op school om. ,,Ik was zelf ook nog redelijk jong en kreeg te maken met zestienjarigen. Hoe pak je dat op? De leerlingen kenden mij nog van Kollumersweach en spraken me aan met Gosse.”
Op alle scholen waar hij werkzaam was, noemden de leerlingen de conciërge altijd bij de voornaam. ,,Dat heb ik ook altijd gewild. Dan sta je wat dichter bij de leerlingen, maar wel met het nodige respect.” ‘We hebben niet met elkaar in de zandbak gespeeld’ reageerde Kamminga op momenten dat het ontzag enigszins in het geding kwam.
Op een respectvolle manier met elkaar omgaan en een luisterend oor bieden is een motto van Kamminga dat hij hanteerde op alle scholen. Door een fusie volgde eind jaren negentig een overgang naar het Lauwers College in Buitenpost, waar hij lange tijd op zowel op de hoofdlocatie aan De Hoefslag als de nevenvestiging De Lits actief was. Daarna volgde een periode dat hij wekelijks ook een dag naar Surhuisterveen en Grijpskerk ging. ,,Dat was een mindere periode. Je kent de kinderen daar niet goed en de collega’s evenmin. Het ontbreken van een band is nadelig voor de werkzaamheden; de afstand was wat te groot.”
Die band kwam er wel weer in Kollum. Voordat hij uiteindelijk op de nieuwe Campus neerstreek, was Kamminga vijf jaren lang conciërge van het Lauwers College aan de Johannes Bogermanstraat. Hier volgde hij Rudy Heins en Roel Weidenaar op. Het zelfstandig kunnen opereren sprak de leiding aan om hem terug naar Kollum te halen. ,,Het werk is heel mooi en vol afwisseling. Als conciërge ben je een mannetje van alles. Naast je taken komen ook dingetjes, probleempjes en emoties van leerlingen en collega’s bij je. Dan ben je maatschappelijk werker en soms ook dokter.”
In veel, zo niet alle gevallen, slaagde Kamminga erin met oplossingen op de proppen te komen. ,,Je moet altijd wat bemiddelen. Dat lukte altijd goed.” Een rol om als politieagent te treden, daar paste de huismeester voor. ,,Dat heb ik nooit gedaan.” Even praten, een positieve insteek en een idee aandragen om ergens een mouw aan te passen zetten zoden aan de dijk. En dat alles vaak met een kwinkslag. ,,Ik hou van een grapje en een beetje ouwehoeren, maar geef wel grenzen aan. De leerlingen weten bij mij waar ze aan toe zijn.”
Gosse Kamminga staat bekend als iemand die altijd klaar staat voor een ander, een verbinder, flexibel en als doener en aanpakker. ,,Ik wil het iedereen goed naar de zin maken en netjes in en rond school hebben.” Dat geldt ook voor de Campus, waar hij met meerdere partijen te maken heeft. ,,Het was eerst wel even wennen aan de verschillende culturen. Overal is wat voor te zeggen en het was ook weer een verrijking voor mij.”
Net als op de andere locaties waar hij werkte, ervaart Kamminga op de Campus eveneens veel collegialiteit. Wel is door het gemeenschappelijke gebruik van het gebouw zijn takenpakket anders dan voorheen. ,,Er is een enorm verschil. Destijds kon ik veel zaken zelf afhandelen. Nu is alles strakker afgebakend en is er door meerdere gebruikers ook overleg nodig. Het belangrijkste is dat je er bent voor de leerlingen en de collega’s”, aldus de afzwaaiende huismeester/conciërge over de dienende en faciliterende rol.
De periode na zijn werkzame leven zal zeker geen zwart gat opleveren, blikt Kamminga voorruit. Integendeel. Met tal van hobby’s, waaronder zingen/muziek, tuinieren, klussen, fietsen en wandelen door de natuur, gaat de bezige bij de tijd van het prepensioen invullen. Dat geldt zeker ook voor de grootste liefhebberij: (het oppassen op) de acht kleinkinderen. ,,Het pake-zijn is het mooiste wat er is.”
Omgaan met kinderen en jeugd; het is iets wat Gosse Kamminga ook altijd heeft gelegen en wat hij mooi heeft gevonden. De goede verstandhouding met de leerlingen en de feeling met hen maakte hem ook geliefd. Toen hij bij De Sennaer door de fusieperikelen moest vertrekken, zetten de scholieren spontaan een handtekeningenactie op touw. ‘Gosse moet blijven’ zo was de boodschap.
Zover is het op de Campus niet gekomen. Wel kreeg hij van leerlingen talrijke keren de vraag voorgelegd waarom hij eigenlijk stopt. Dat laat de scheidend huismeester/conciërge niet onberoerd. Na lang wikken en wegen besloot hij tóch een punt achter zijn loopbaan te zetten. ,,Ik heb op de scholen een mooie carrière gehad en hele leuke dingen beleefd. Ik ben nu gelukkig nog vitaal en gezond om andere dingen te kunnen doen.”