De provincie Fryslân heeft op het gebied van krimp veel beleidsdocumenten en overlegstructuren, dat zegt de Noordelijke Rekenkamer in een rapport over het krimpbeleid in onze provincie. De doelen zijn echter vaag en het risico is dat niemand zich verantwoordelijk voelt voor het eindresultaat. Het krimpbeleid bevindt zich nog steeds in de voorbereidende en planvormende fase. Het Rijk had tot aan 2013 Noordoost- en Noordwest-Fryslân aangewezen als anticipeergebieden. Dat zijn gebieden waarin bevolkingsdaling wordt verwacht. Inmiddels heeft de regio Noordoost-Fryslân de krimpstatus gekregen.
De Rekenkamer heeft onderzocht of en hoe de provincie Fryslân de maatregelen om de krimp het hoofd te bieden coördineert. Uit het onderzoek blijkt dat de provincie Fryslân in antwoord op de bevolkingsdaling buitengewoon veel beleidsdocumenten en plannen heeft opgesteld. De doelen in deze documenten zijn algemeen en vaag. Daardoor kunnen de gemeenten, woningcorporaties en anderen die het beleid uitvoeren elkaar niet goed aanspreken op de voortgang. Ook kan niet worden vastgesteld of en in welke mate de doelen worden bereikt. Om de diverse maatregelen en projecten te coördineren, is de provincie vertegenwoordigd in een wijdvertakt en onoverzichtelijk netwerk van stuur-, werk-, project-, begeleidings- en overleggroepen. Het nemen van besluiten wordt door de complexiteit van dit netwerk vertraagd.
De Rekenkamer beveelt aan het aantal overleggroepen en plannen te verminderen. Bij bevolkingsdaling kunnen niet alle voorzieningen zoals scholen, bibliotheken en doktersposten in elk dorp in stand blijven. Om te zorgen dat de overblijvende voorzieningen voor zoveel mogelijk inwoners bereikbaar zijn, is een bovenlokale, ruimtelijke visie nodig. Bij het uitvoeren van haar beleid werkt de provincie samen met gemeenten en woningcorporaties. Uit het onderzoek is gebleken dat de provincie Fryslân zich vooral naast en niet boven deze partners plaatst. Er is in de regio’s geen speler die het spel stuurt; iedereen is verantwoordelijk voor de opgaven die er zijn. Daardoor dreigt volgens de Rekenkamer het gevaar dat uiteindelijk niemand zich verantwoordelijk voelt voor het eindresultaat. Dit geldt niet voor woningbouw: hier is de provincie een spelbepalende speler en waakt zij ervoor dat er niet te veel nieuwe woningen worden gebouwd en boventallige woningen worden gesloopt.
De provincie Fryslân heeft in de periode 2008-2013 ongeveer € 2 miljoen subsidie gegeven aan projecten die tot doel hebben de gevolgen van demografische verandering op te vangen. Daarnaast heeft Fryslân zo’n € 17 miljoen besteed aan projecten waarin dit een indirect onderdeel is. De beide anticipeergebieden krijgen vrijwel evenveel middelen, rekening houdend met de problematiek. De provincie Fryslân herkent zich in het rapport van de Rekenkamer. Zij stelt dat zij ervoor kiest om alleen als dat echt nodig is van bovenaf in te grijpen. Ook vindt zij veel van de bestaande overlegstructuren waardevol. Vermindering van beleid en regels is wel een ambitie van het Coalitieakkoord 2015.