4 en 5 mei. De verhalen over oorlog en vrede worden verteld. Aangrijpende verhalen. Wat hebben mensen doorstaan in de oorlog? Er zijn steeds minder mensen die er over kunnen vertellen. Er duiken gelukkig nog altijd nieuwe bronnen op, zoals brieven en dagboeken. Zo is er het heel korte afscheidsbriefje van de 43 jarige verzetsman Iede Yntema uit Hemelum, dat hij kort voordat hij gefusilleerd werd op 17 maart 1945 had geschreven en wist te smokkelen naar zijn vrouw. Het is als volgt: “Mei my alles bûtengewoan bêst. Hâld moed, it giet bêst. Oant sjen.”
In het Fries Verzetsmuseum zijn zulke briefjes te zien. En er worden nog regelmatig briefjes en dagboeken naar het museum gebracht, juist omdat die generatie er langzamerhand niet meer is. Dan zijn er die afscheidsregels van Leendert van Leeuwen, adelborst bij de Marine, die hij schreef naar zijn ouders in Sassenheim. Hij was op de vlucht naar Engeland in Frankrijk opgepakt en ter dood veroordeeld. Hij schreef: ”Straks om 5 uur zal het gebeuren. En dat is niet erg. Het is tenslotte maar een moment en daarna zal ik bij God en bij Jezus in de hemel zijn. Heb geen haat, ik sterf zonder haat.” Dat was 15 februari 1942 al. Die brief werd overal gepubliceerd, zelfs in kranten in de Ver. Staten. Daar hebben veel mensen moed uitgeput.
De vraag, hoe kon dit allemaal gebeuren, is erg moeilijk te beantwoorden. Hoe ver kunnen mensen gaan in hun onverdraagzaamheid, in hun haat, met discriminatie, in hun geweld en in hun sadistisch moorden. Die vraag is wel te beantwoorden, heel ver. Maar waarom? Dat is bijna onmogelijk te begrijpen.
Je moet al in het eerste begin onderkennen of er iets fout zit. Hebben wij dat wel in de gaten? Of laten wij ons meesleuren in het gevoel van meedoen om er bij te horen? Durven wij stelling te nemen, of gaan we mee in de massa? Zijn we kritisch, zijn we in staat te onderscheiden wat mis is, en wat goed is. Hebben we dan de moed om dat te zeggen, er tegen in te gaan?
Marion Dönhoff, een bekend Duits journaliste, die tot haar dood toe in 2002 altijd zeer kritisch is geweest op de maatschappij en op mensen die in haar ogen de rechtstaat niet dienden, was radicaal in haar besluit. Toen ze toch eens een bijeenkomst van de NSDAP van Hitler en zijn trawanten wilde bijwonen, puur om te weten: wat is dat nu, dat mensen massaal achter hem aanlopen en waarom is iedereen onder de indruk, alsof ze betoverd zijn door die Hitler. Ze zat tamelijk vooraan, maar kwam al snel tot de conclusie, dat ze hier absoluut niet bij wilde horen. En dat was al in het begin. Ze heeft zich altijd verzet en ze is nooit opgepakt. Zij was zelfs betrokken bij de aanslag op Hitler in juli 1944. Zij verklaarde haar houding en haar verzet altijd als: ”Opstand van mijn geweten.”
Er zijn zoveel mensen in die oorlogstijd geweest, die wij door hun stellingname en hun optreden als voorbeeld kunnen nemen. Waar we moed uit kunnen putten.
We staan hier, bij deze plek, bij dit monument waar ook mensen, jonge mannen, de moed hadden, om er tegen in te gaan. Voor hun was dat vanzelfsprekend. Daar werd niet uren gediscussieerd, zullen we nu wel of niet in het verzet. Zij waren geen meelopers, zij gingen er tegen in. Zij waren degene die zeiden: tot hier en niet verder. Want de rechtstaat wordt aangetast. Daar waar de eigen rechtstaat een staat van onrecht wordt, waar gediscrimineerd wordt, waar mensen niet meer gelijkwaardig zijn, waar mensen niet meer de kansen krijgen die anderen wel krijgen, waar de wet willekeurig wordt toegepast, daar waar mensen zich afvragen, waarom krijg ik geen bescherming van de staat, daar waar de democratie niet meer echt wil functioneren, omdat mensen er geen verantwoordelijkheid voor willen dragen, daar waar politici de onafhankelijke rechtspraak belachelijk maken en de media niet meer serieus nemen, daar waar mensen worden opgepakt, omdat ze een andere overtuiging hebben, daar gaat het mis, faliekant mis. Daar zal op den duur al gauw willekeur ontstaan en dan is de rechtstaat verloren. Waar willekeur heerst, ontstaat het recht van de sterkste, en is er geen plaats voor minderheden, andersdenkenden of voor mensen die bescherming nodig hebben.
We ervaren dat we in een heel moeilijk tijd leven. Overal in de wereld is spanning. Het wordt allemaal onvoorspelbaar, wat er gebeurt. In de wereld van internationale veiligheid neemt het kwaad voortdurend toe. En het lijkt wel of alles gruwelijker wordt dan tot nu toe. Technologisch zijn we tot alles toe in staat. Het wordt allemaal perfect, dus ook de wapens worden zodanig, dat alles computergestuurd wordt. Maar het wordt zo perfect, dat we straks geen idee hebben of we er nog een rem op kunnen zetten. Met andere woorden, staat straks de mens nog wel centraal in zijn denken en handelen, of is het de technologie die ons beheerst? Zijn we in staat om over morele vraagstukken te denken en te discussiëren, of laten we het allemaal over ons heen komen?
In mijn ogen blijft het altijd belangrijk om elke keer weer na te denken, met elkaar te praten over de signalen en de gebeurtenissen die er zijn, die ons bestaan bedreigen. De grens tussen recht en onrecht is dun. De rechten en plichten van de democratie waarin we elkaar de ruimte moeten laten, en waar we elkaars standpunten moeten accepteren en waar ruimte is voor minderheden, vervagen. Daar moeten we alert op zijn en over spreken. Gemakzucht, oppervlakkigheid en onverschilligheid sluipen dan binnen, en dat is de doodsteek voor de rechtstaat. Natuurlijk is er altijd ontwikkeling, de wereld staat niet stil. De rechtstaat is geen eindsituatie, van: we hebben het nu bereikt en nu is het klaar. De rechtstaat moet ook elke keer weer verdedigd worden. We zullen de moed moeten hebben om elke keer weer kritisch de staat en onze samenleving te verdedigen.
Misschien is het begrip “moed”, wel het allerbelangrijkste in het verzet, in discussies, in het je kritisch opstellen. Heb de moed om kritisch te zijn in je tijd en over wat er nu gebeurt. Heb de moed om verzet te plegen, heb de moed om er tegen in te gaan. Heb de moed om je rechtstaat te verdedigen en er tros op te zijn, want het is voor ons allen in onze samenleving met zijn rechten en plichten van groot belang, dat we met elkaar goed en vredig leven, maar af en toe is daar moed voor nodig, want het gaat niet vanzelf.
En daarom is dat ene zinnetje van Iede Yntema zo ontzettend aangrijpend en vooral met zo’n diepe betekenis: “Hâld moed, it giet bêst.”
© Tekst: Bearn Bilker. Burgemeester van Kollumerrland c.a.