Op 5 mei 1945 gaf het gehele Duitse leger zich over en was Nederland bevrijd. Een moeizame periode van opbouw zou beginnen. Op 15 augustus 1945 capituleerde het Japanse leger en was Nederlands-Indië vrij. Dat was een week na de Amerikaanse atoombommen op Nagasaki en Hirosjima. Een periode van strijd voor de onafhankelijkheid van Indonesië zou beginnen. Al eerder die eeuw was er een nietsontziende oorlog met mensonterende methoden geëindigd. Dat was op 11 november 1918, einde van de Eerste Wereldoorlog, dit jaar honderd jaar geleden.
Zo kort op elkaar, twee zulke totaal vernietigende wereldoorlogen. Maar het ging in feite door. Er was na 1945 helemaal geen vrede. De wereld werd het toneel van wat de schrijver George Orwell noemde: de Koude Oorlog. De grote mogendheden de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten stonden lijnrecht tegenover elkaar. Het werd uitgevochten in Korea, in Vietnam en in Oost-Europa. Dagelijks worden we er mee geconfronteerd: Syrië, Irak, Palestijnen, Israël, Korea, Oekraïne, Rusland, Turkije, de Koerden, en meer. Allemaal terug te voeren op die twee wereldoorlogen.
Dat zijn de wereldconflicten, die ons grote zorgen baren. En wat brengen al die conflicten teweeg bij ons zelf? Onzekerheid en zorgen. Er zijn stromingen die het verkeerde willen. Die antidemocratisch opereren. Dictaturen ontstaan weer. Ze zijn er altijd geweest, maar er komen weer nieuwe bij. Je ziet het verschijnsel, zoals het ook al in de dertiger jaren ontstond.
Een beweging, een leider, veel navolgers en vooral veel meelopers. Toen waren het nazi-Duitsland en fascistisch Italië, nu zijn het tal van landen, ja, ook in Europa. Een dictator krijgt zijn kans, niet omdat hij het allemaal zelf doet, maar hij krijgt de kans, omdat hij gesteund wordt door mensen die hun kansen zien om ook mee de macht te krijgen, en vooral door grote scharen onder het volk, die menen dat hun zekerheden worden bedreigd.
Een dictator speelt hier op in en zegt dat hij de nationale identiteit het beste vertegenwoordigt. Hitler schreef dan weer verkiezingen uit, om zogenaamd nog meer steun te krijgen.Agressieve campagnes, anderen monddood maken, de schuld van wat dan ook aan anderen geven, in dit geval waren dat de Joden, en dan een klinkende verkiezingsoverwinning behalen en zeggen dat hij democratisch gekozen was. De democratie werd en wordt ook nu misbruikt. Er gebeurt nu teveel om ons heen, waar we niet gerust op moeten zijn. Persvrijheid, vrije meningsuiting, kiezen voor je eigen levensstijl en opvatting, het wordt bedreigd. Mensen worden opgesloten om hun mening, mensen worden gediscrimineerd. Dat is allemaal regelrechte aantasting van de verworvenheden van de democratische samenleving.
De democratie is meer dan: de helft plus één. Democratie betekent: rekening houden met en zorgen voor anderen, minderheden, politieke vluchtelingen, minderbedeelden, andersdenkenden, en vooral ruimte voor iedereen. Daar wordt stelselmatig aan getornd. Dan is de democratie niet meer de stevige basis waar de samenleving op gebouwd is. Dat leidt tot verscherping, of tot onverschilligheid. Dat leidt weer tot intolerantie en dan zetten we ons af tegen anderen. Daar begint het meestal wel mee. We vinden onszelf dan beter dan de ander. En partijen die daar dan in mee gaan, roepen dan, dat we terug moeten naar onze nationale identiteit, wat dat dan ook mag zijn.
We worden beïnvloed door de media, m.n. de sociale media. Maar zijn we zelf wel echt scherp, kritisch, op de dingen die om ons heen gebeuren? Zijn we weerbaar, staan we pal voor de democratie, onze samenleving? Zijn de politieke leiders wel eerlijk in wat ze zeggen. Wijzen ze ons op wat er echt fout zit in de samenleving, hebben ze de moed en durf om te zeggen wat er écht moet gebeuren? Nemen ze ons wel echt mee, of praten ze ons naar de mond? Staan zij pal en staan wij zelf pal voor onze rechten en plichten en voor mensen en groepen die onze bescherming nodig hebben?
Vorige week was ik bij een boekpresentatie, van het boek: ”Verdwenen in Duitsland.” Een boek dat geschreven is door een Duitse en nu in het Nederlands vertaald is. Het zijn levensverhalen van slachtoffers van het kleine concentratiekamp Engerhafe, in Ost-Friesland. (bij Emden). Allemaal mensen uit heel Europa zaten daar. Er worden ook twee Friezen in beschreven. Eén hoofdaspect valt mij in die verhalen op: het waren allemaal heel gewone mannen die een gezin en een baan hadden. Midden in die tijd van rechteloosheid, dictatuur, vervolging, onderdrukking en alle waanzin van geweld, stonden er dus mannen en vrouwen op, die gewoon vanuit hun gezin, hun dagelijks werk, samen met anderen zich verzetten.
Moed, trouw, verzet, eerlijkheid en durf, maar vooral overtuiging, dat zijn dan de eigenschappen die op de voorgrond treden. Zulke mensen herdenken wij, moeten we altijd herdenken. Zij zijn de ware fakkeldragers van de rechtvaardige samenleving. Mannen en vrouwen, waar dan ook, staan gelukkig altijd op, om de gebroken maatschappij weer uit de puinhopen te redden. Bij hen staan we stil. We zijn hen principieel en altijd weer diepe dank verschuldigd.
Bearn Bilker Burgemeester van Kollumerland c.a.