Er komen steeds meer plasdrassen in Fryslân. Weidevogels profiteren volop van deze drassige plekken. De zeven agrarische collectieven in de provincie, samenwerkend binnen het Kollektivenberied Fryslân (KBF), keren beheervergoedingen uit aan ruim 200 zeer betrokken boeren die in totaal ruim 112 hectare plasdras hebben aangelegd. Daarnaast zijn er nog vele onbetaalde initiatieven. “Heel duidelijk is te zien dat plasdrassen veel weidevogels trekken”, zegt voorzitter Jorrit Postma van de Coöperatieve Vereniging Súdwestkust. “Dat beeld is overal in Fryslân waarneembaar.”
Een plasdras, een laag deel in een weiland dat onder water is gezet, heeft een enorme aantrekkingskracht op weidevogels doordat er voldoende voedsel is. In de drassige stroken kunnen de vogels gemakkelijk wormen vinden. Rondom een plasdras zijn dan ook veel nesten van onder andere grutto’s, kieviten, tureluurs en scholeksters. Daarnaast profiteren zeldzame eendensoorten van de waterplassen. “Water speelt een cruciale rol in de overlevingskansen van de kuikens. De ideale omstandigheden voor weidevogels om hun jongen groot te brengen zijn naast een hoger waterpeil en plasdrassen ook omringend land met een latere maaidatum en kruidenrijk gras. Verspreid over de provincie liggen er 214 plasdrassen. Daar gaat het goed met de weidevogels, tenminste, als er niet veel predatie is. Dieren als vossen, kraaien en roofvogels eten veel eieren en kuikens op.” In Fryslân zijn er ruim 800 boeren die aan weidevogelbeheer doen, waarvan een kwart een plasdras aanlegt.
Scoren
Het aantal plasdrassen in Fryslân is in 2016 met enkele tientallen procenten toegenomen. Het KBF is er met de onderliggende collectieven in geslaagd nieuwe plasdraslocaties in het boerenland aan te leggen. Postma: “Het nieuwe stelsel voor Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLB) is dit jaar ingegaan. Daarmee konden we het beheergeld voor onder andere plasdrassen opnieuw verdelen. Na een aantal jaren praktijkervaring op te hebben gedaan, weten we welke gebieden goed scoren met weidevogels. Met deze boeren die zich met hart en ziel inzetten voor weidevogels, hebben we dan ook afspraken kunnen maken.” Predatie in de succesvolle gebieden blijft wel een probleem en bepaalt het aantal weidevogels. “Gelukkig is er een ontheffing voor de jacht op vossen. Over de predatiedruk en de bestrijdingswijze moeten betere afspraken gemaakt worden om de effectiviteit van het weidevogelbeheer te borgen.”
Water
Ruim 200 boeren die aangesloten zijn bij de collectieven laten in het voorjaar met een pomp water op een stuk land lopen. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert controles uit of het opgegeven aantal hectares klopt en of het land voldoende drassig is. De collectieven controleren of er voldoende water in een plasdras staat. Na 15 juni of 1 juli, afhankelijk van het beheerpakket, moeten de boeren het water weer weg laten stromen. “Zo komt de bestemming van de betreffende landbouwgrond niet in gevaar”, aldus Postma.
De zeven agrarische collectieven die samen de KBF vormen zijn: het Agrarisch Collectief Waadrâne, Agrarische Natuurvereniging Waddenvogels, Gebiedscoöperatie It Lege Midden, Coöperatieve Vereniging Súdwestkust, Elan Zuidoost Friesland, Kollektyf Westergo en de Noardlike Fryske Wâlden.