BURGUM – Het monumentale beeld ‘Heilige grond’ van beeldhouwer schilder Jaap van der Meij (1923-1999) voor de opening van de Elektriciteit Centrale is in 1976 onthuld. De drie aluminiumbetonnen zuilen zijn elf meter hoog. Aan de binnenzijde zijn gestileerde reliëfs te zien met mythische dier- en mensfiguren en florale vormen. Cultuurrubriek, Gerhild van Rooij.
JAAP VAN DER MEIJ deel 1
OPLEIDING
Jaap (Jacob) van der Meij is op 1 september 1923 in Amsterdam geboren als zoon van de Amelandse koopvaardijkapitein Jacob van der Meij en Sijtske Molenaar. Hij is opgeleid aan het Rijksinstituut tot Opleiding van Tekenleraren, werkte bij professor Heinrich Campendonk en voltooide de Rijksacademie in Amsterdam en een vervolgstudie aan het Gents Hoger Instituut Schone Kunsten.
FRIESLAND, CATALONIË
Van der Meij werkte op diverse plaatsen in Nederland, waarvan het grootste deel in zijn ateliers in Friesland. In 1987 verhuisde hij naar Tortellà, Olot in de Spaanse autonome regio Catalonië, in de provincie Gerona. Daar is hij op 1 juni 1999 op 76-jarige leeftijd overleden. Olot, de hoofdstad van de comarca Garrotxa ligt vlak bij de Pyreneeën, circa 50 kilometer ten noordwesten van de stad Gerona en midden in Natuurpark Zona Volcánica de la Garrotxa, met de 786 meter hoge vulkaan Croscat. De biotoop van dit gebied paste bij de betonnen werken die Van der Meij realiseerde.
OVERLEVINGSKUNST
Jaap van der Meij is begraven op Ameland en vooral bekend dankzij zijn monumentale werk van het bouwmateriaal beton. Hij gebruikte beton om unieke kleine en monumentale kunstwerken te maken zoals Heilige grond. Voor een deel gebruikte hij beton in combinatie met glas of mozaïeken. Zijn kunst noemde hij ‘overlevingskunst’. Van der Meij hoopte dat het er nog steeds zou staan ‘wanneer de verwondering weer terrein mocht winnen op rechtlijnig calvinisme en supermarkt.’
DOARPSKUIERKE
Het kunstwerk Heilige grond maakt deel uit van Doarpskuierke 10 Burgum-Noardburgum. Deze wandeling door nationaal landschap ‘De Noardlike Wâlden’ start op het parkeerterrein van de in 1973 door de PEB in gebruik genomen gasgestookte elektriciteitscentrale. De toenmalige P.E.B. Friesland was opdrachtgever van het beeld. De PEB fuseerde onder de naam EPON met drie andere energieproductiebedrijven. In 2001 nam de huidige eigenaar van de centrale, Engie Nederland (eerder Electrabel), EPON over. Engie heeft het aan de Koumarwei 2 in Burgum gelegen complex in gebruik als een piekcentrale die ten tijde van een piekvraag naar elektriciteit opstart om stabiliteit in de stroomvoorziening te waarborgen.
HEILIGE GROND
De online folder van Doarpskuierke 10 Burgum-Noardburgum noemt als tweede markeringspunt het monumentale werk Heilige grond van Jaap van der Meij dat tegenover de parkeerplaats van de centrale staat. Aan de Leeuwarder kant bij de Foskepolle was destijds geen ruimte om een centrale te bouwen. Toenmalig burgemeester van Tytsjerksteradiel, Walle Melis Oppedijk van Veen, lanceerde in de gemeenteraad een plan voor de bouw van de centrale aan de Burgumermar, met een groot recreatiegebied waarin plaats was voor een hotel aan het meer, een camping, winkels, postkantoor en EHBO-post (Leeuwarder Courant 19-12-1963).
BURGUMERMAR
De nieuwe commissaris van de Koningin, Hedzer Rijpstra, kwam op 7 juli 1971 de eerste paal van het huidige centrale slaan en zei daarbij: “Zoals deze paal begraven is, zo moet ook de strijdbijl die hoog opgeheven is geweest begraven worden”. Er was namelijk veel en langdurig tegenstand geweest om in dit natuurgebied een centrale te plaatsen. Engie betrekt het koelwater voor de centrale uit het naastgelegen Burgumermar, waaraan de volgende bezienswaardigheid staat, de toren aan het meer. Het uitzicht vanaf die toren biedt een heel andere ruimte dan het kunstwerk van Jaap van der Meij. Zijn Heilige grond markeert de ruimte waar het geplaatst is. Het beeld komt goed uit op het gras en tegen de hoge bomenrand aan twee van de vier zijden.
STRUCTUREN
Het beeld Heilige grond bestaat uit drie hoge robuuste vormen en een ronde platte vorm middenin. Het kunstwerk staat op zeven heipalen. Op de buitenzijde zijn aan alle kanten reliëfstructuren te zien, waardoor het beeld lichter lijkt, vergelijkbaar met structuren van schors die stammen van heel oude bomen minder massief laten lijken. De structuren waaieren uit en lopen van onderaf naar boven lopen of net andersom. Deze organische reliëfstructuren van deels afgebrokkelde ribbels benadrukken de ruimtelijkheid van de opstijgende vormen. Het is alsof er op hun steile, in de lucht eindigende oppervlakten onbenoembare sporen zijn achterbleven, zoals sporen op een strand, modderige oever of verregende zandpad door heide of veengebieden.
NATUUR
De enigszins verbrede basis van de drie verschillende hoge vormen lopen eerst onregelmatig getrapt naar binnen en omhoog om na die versmalling bovenaan naar beide kanten weer sterk te verbreden. Het lijkt van afstand of de drie abstracte reuzenfiguren de koppen bijeensteken. Van veraf en dichtbij is er een natuurlijke aanslag te zien op de aluminiumbetonnen delen van dit beeld dat van buiten naturelkleurig is. De subtiele kleuren van de aanslag lijken bij het organische beeld te horen en sluiten wonderwel aan bij de kleurresten op de reliëfs aan de drie binnenzijden.
DOORKIJKJE Begin jaren tachtig bekeek ik dit beeld voor het eerst vanaf de tussen de opstijgende vormen geplaatste ronde basis. De op de reliëfs aan de binnenzijde aangebrachte kleuren waren toen intenser dan nu en contrasteerden sterk met de sobere, abstractere buitenzijde. De hoge vormen staan zo dat je er vanaf drie kanten doorheen kijkt met telkens zicht op een van de drie gedecoreerde binnenzijden. Van ver af vielen de reliëfs aan de binnenzijde door de kleuren veel meer op dan nu en nodigden wellicht meer uit om het beeld te komen bekijken.
KLEUREN Alle drie zijden hebben andere voorstellingen. In de afgelopen decennia heb ik, alleen of met gezin of gasten, steeds opnieuw stilgestaan bij de reeksen van opeengestapelde florale en bijna mythische mens- en dierfiguren. De kleuren heb ik langzaam zien vervagen, zonder dat dit voor mij afbreuk deed aan de in grote gebaren vormgegeven voorstelling. Het voor Jaap van der Meij typerende beeldverhaal is soberder van toon, maar nog altijd iets om je over te verwonderen. De sculptuur valt op door zijn grote formaat, maar tegelijk lijkt het op deze plaats heel natuurlijk, of het werk hier altijd heeft gestaan.
FRIESLAND
Naast Heilige grond staan er meer werken van Jaap van der Meij in de noordelijke provincies. Hij creëerde in een kwart eeuw jaar circa zestig werken voor de openbare ruimte, waarvan de meeste in opdracht van de overheid en in de tijd van de wederopbouw. Hanneke Heerema en Erik Betten onderzochten zijn werk en werk van anderen uit deze periode. In Friesland staan meer kunstwerken van Van der Meij, onder meer in Drachten, Joure, Sneek, Dokkum, Beetsterzwaag, Ureterp, Gorredijk en op Ameland. Meer over Jaap van der Meij en zijn werk in deel 2.
Auteur en foto’s cultuurrubriek Te zien in:
Gerhild van Rooij, Curator Galerie Bloemrijk Vertrouwen, Aldtsjerk