FRYSLÂN – Betty Passchier debuteert met de historische en actuele roman Liderke. Zij weeft een liefdesgeschiedenis door de eenentwintigste en zestiende eeuw in reizen door landschappen, kerken, straten en gebouwen anno nu en in 1586. Aleyt Bos is vanuit de twintigste eeuw naar de zestiende eeuw gekatapulteerd en blijkt daar Freya te heten. Wie is zij?
De debuutroman Liderke speelt na een situatie en karakterschets door in een comatijd die met sneeuw begint en eindigt. Het is een setting, die ruimte biedt voor een romantisch liefde op het Friese platteland en in Leeuwarden, binnen een kroniek in vertelvorm over de periode voor de Slag bij Boksum 17 januari 1586 en de slag zelf. Sneeuwstormen lijken een metafoor voor niet achterhaald kunnen worden, niet helder kunnen zien of denken omdat wat plaatsvindt het zicht, verstand of gevoel te boven gaat. Sneeuw lost op, zo ook de tijd. Grootschalige, niets en niemand ontziende plunderingen, misbruik, brandstichtingen en verminkingen van oorlogen zijn anno 2025 vanuit Friesland bezien beelden van ver. De nieuwsfoto’s, verslagen, getuigenverhalen en documentaires zijn niet in ons land gemaakt en raken daardoor minder het dagelijks leven. Dit geldt ook voor verslagen en verhalen over veldslagen in het verleden In de zestiende eeuw vond enorm veel geweld plaats in het hier en nu van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) in Friesland. De intense liefdesgeschiedenis van Liderke speelt tegen deze achtergrond en maakt dat invoelbaar.
Aleyt hallucineert in de sneeuw en raakt de eenhoorn Espentijn aan waarna ze plotseling is getransformeerd tot Freya en in de zestiende eeuw bij zinnen komt. Via onbekenden dringt het langzaam tot haar door dat ze bloedmooi is. Ze hoort tot haar afschuw dat haar vader haar heeft beloofd aan een kapitein Haije Oenema. Hij dwingt zijn recht af om haar te bezitten en Passchier schetst de historische figuur vanuit zijn eigen perspectief en dat van Aleyt-Freya. Haar liefde wint hij niet, haar hart is en blijft voor een ander, met wie ze dwars door de eeuwen heen blijft verbonden. Passchier brengt in de roman het leven van alledag in de zestiende eeuwse standenmaatschappij dichterbij en relativeert dit tegelijk, door Liderke (sneeuwklokje), koosnaam voor Freya, af en toe in gedachten te laten terugkeren naar de 21ste eeuw. Hoe onwaarschijnlijk dat in de zestiende eeuw ook zou zijn, het biedt ruimte om in die eeuw ontwikkelingen te ‘voorspellen’ en inzichten te delen. De geschetste liefde voor Marwon zal zich eeuwen later nog voortzetten.
De bijna tastbaar beschreven reizen en wandelingen over wegen en straten en de verblijven buiten, in boerderijen, stadspaleizen, koopmanswoningen, stadspoorten, kerken als de Sint Vituskerk en Oldehove, kloosters, kampementen en verdedigingswerken als de Bokhuispoort zijn historisch correct beschreven. Er zijn nog altijd sporen te zien van het laagveen en de hoge weg van Boornbergum, nabij de Kloosterkerk in Kortehemmen uithof, de weg naar het voormalig klooster in Smalle Ee en Berghklooster in Bergum, de Bergumerheide en andere gebieden langs de weg vanaf Leeuwarden naar het klooster bij Aduard en plaatsen en dorpen als Boksum, Oudega (Aldegea) en Eernewoude (Earnewâld). Wereldlijk, religieus en militair architecturaal erfgoed, oude wegen, waterwegen en dijken zijn maar voor een deel terug te vinden in onze eeuw, maar bleven vaak op oude afbeeldingen, documenten en kaarten bewaard. Passchier neemt de lezer mee naar de oude en nieuw situatie en naar de aanloop naar de chaotische strijd bij Boksum en uiteindelijk de strijd en terugkeer naar Leeuwarden. Marketentsters, boerenfamilies, ambtenaren, burgers, ambachtslieden, adel en dienstpersoneel en historische figuren als Graaf Willem Lodewijk van Nassau en Johan van Velzen en ‘de Spanjaarden’ geven samen een beeld van het leven in de jaren tachtig van de zestiende eeuw.
Betty Passchier (Zeist, 1953) woont sinds haar huwelijk in Friesland en verdiept zich sinds die tijd in de Friese geschiedenis. Ze werd gegrepen door een tekst op het memoriebord over de tijdens de Spaanse Oorlog omgekomen in het kerkje van Boksum gevluchte mensen, maar vond daarnaast meer startpunten in Friesland voor haar debuutroman. Het is begrijpelijk dat het haar jaren heeft gekost om de vele indrukken, achtergronden en feiten beeldend ineen te kunnen vlechten en ook dat het begin minder vloeiend is dan het midden en eind. Uiteindelijk is het boek vooral een verhaal over mensen, menselijke relaties, waardigheden en onwaardigheden. Het zijn de karakters die de lezers meenemen in de levensverhalen in deze roman. De sfeer is soms sprookjesachtig, soms rauw als bij misdaden, af en toe is er ruimte voor zelfspot en ironie, met centraal hoop en liefde waarin verzet en overgave onmisbaar zijn. Een boek over de kunst om te overleven, rouwen en het leven te nemen zoals het zich eeuw na eeuw ontvouwt.
FOTO’S:
1. Betty Passchier. 2024. Liderke ‘sneeuwklokje’ Een historische roman tegen de achtergrond van de slag bij Boksum (vormgeving Evelien Veenstra – Uitgeverij Elikser, Leeuwarden).
2. Baudartius. Slag bij Boksum in 1586, tekening, 1622 (Achter op de omslag een detail).