OENTSJERK – Sporen van geschiedenis zijn overal om ons heen. De vorm van de Korinthische zuilen onder het balkon boven de hoofdentree van Stania State is ontleend aan de Oudgriekse stad Korinthe. Korinthische zuilen maakten in 450 voor Christus al deel uit van bouwwerken, volgden op de Ionische zuil en gingen vooraf aan de Dorische zuil.
De Korinthische zuilen op Stania State hebben, net als de oorspronkelijke Korinthische zuilen een dragende functie. Ze zijn bekroond met een krans van sierlijke, trapsgewijs naar buiten gebogen acanthusbladeren. De acanthusplant is vanuit de bergachtige streken rond de Middellandse Zee door heel Europa en Azië verspreid. De plant en het motief van de Acanthusplant en bladen zijn door de eeuwen heen terug te vinden in werk van architecten, kunstenaars en vormgevers in verschillende continenten. De wilde acanthusplant woekert in Griekenland of Turkije nog tussen restanten van de oude Griekse, Hellenistische architectuur. De plant is in ons land ook bekend onder de naam Akant en wordt in het uitzendgebied van RTV NOF nog wel opgekweekt op historische buitenplaatsen, waar ze in vroeger eeuwen al in potten, sierperken of borders stond.
Beeldhouwer-edelsmid Kallimachos was werkzaam in de periode 425 tot 500 voor Christus en was de eerste die het motief van de sierlijk krullende schutbladen toepaste als verfijnde versiering van tempelzuilen. De Romeinse militair, architect, ingenieur en auteur Vitruvius leefde circa 85 tot 20 voor Christus leefde en schreef het standaardwerk De Architectura libri decem, De bouwkunst in tien delen, een soort ‘stalenboek’ van de bouwkunde. Callimachus is de Romeinse naam voor Kallimachos, inwoners van Athene gaven Kallimachos de erenaam Katatêxitechnos, die uitdrukt dat zijn werk verfijnd en rank is. Vitruvius vertelt dat Kallimachus bezig was met een tempelontwerp in de stadstaat Korinthe. Terwijl hij rondliep, zag hij het graf van een jong vrijgeboren meisje uit Korinthe, dat net op huwbare leeftijd aan een ernstige ziekte was overleden. Na haar begrafenis kwam haar vroedvrouw naar het graf met een mandje met zaken waaraan het meisje plezier had beleefd. Ze dekte de mand af met een dakpan om de inhoud langer goed te houden. In andere versies staat dat ze de mand afdekte met een steen. Toevallig stond dit mandje ter ere van het meisje op de wortels van een acanthusplant. De wortel werd door de mand verdrukt, maar de acanthusstengel en bladeren groeiden midden door het mandje heen, de bladen kwamen er aan de zijkanten uit. Het beeld inspireerde Kallimachus. De stengels langs de mand werden door de tegel of dakpan op de mand omgebogen tot voluten, of krullen. Die krullen inspireerden Kallimachos en zijn de basis van de bekroning van de Korinthische zuil.
Callimachus maakte voor de Korintiërs een aantal zuilen in een nieuwe stijl en vormgeving en bepaalde de proporties. Vanaf dat moment ontstond de Korinthische (bouw-)orde. De Korinthische zuilen droegen de zware vierkante steen onder tempeldaken. Deze bouwstijl vond veel navolging. In de bloeiperiode rond 1625-1665 was het Hollands classicisme dominant in de Republiek der Zeven verenigde Nederlanden. Het neoclassicisme eind achttiende, begin negentiende eeuw richtte zich ook op de bouwkunst van de Grieken en Romeinen, mede dankzij de wijdverbreide belangstelling in die tijd voor archeologische opgravingen van onder meer Pompeï (1748), de steen van Rosetta en publicaties over opgravingen. De twee Korinthische zuilen met hun fraaie bekroning onder het balkon van Stania State zijn toegepast dankzij de kruisbestuiving van oude culturen met de Nederlandse bouwkunst uit die tijd en mede geïnspireerd door de belangstelling voor wetenschap en archeologie in Zuid Europa, Azië en Afrika.
Foto’s: Gerhild van Rooij:
1. Korinthische zuil, detail Acanthus bladen.
2. Korinthische zuil, detail voet.
3. Stania State hoofdgebouw, met balkon gedragen door Korinthische zuilen.