TWIJZEL – Bootsma’s Dobbe inspireerde Haiko Meijer in 2012 tot zijn laarzenbankje nabij de ingang van de Wedze aan het Laarzenpad tussen Twijzel en Kollumerzwaag. Het stekje vestigt de aandacht op de achtergrond, waar de pingo Bootsma’s Dobbe ligt. Wie er heen durft te lopen, mag erop zitten, kijken, dromen, praten of er bij spelen.
Gerhild van Rooij
SPOREN UIT IJSTIJD
Stekjes in het landschap zijn een initiatief van Landschapsbeheer Friesland, in samenwerking met Keunstwurk, Provinsje Fryslân en Gemeente Achtkarspelen. Een stekje is een bankje om even te rusten en een plaats voor ontmoetingen tussen mensen en mens en landschap. De locaties voor deze kunstwerkstekjes zijn samen met de bevolking gekozen en weerspiegelen de voorliefde voor die bepaalde locatie. Achtkarspelen was zeer pingorijk. Bootsma’s Dobbe is een pingo en dankt de naam aan de nabij wonende familie Bootsma. Pingo’s dateren uit de laatste ijstijd. De ijsheuvels van bevroren grondwater smolten toen de temperatuur begon te stijgen en vormden pingoruïnes, kortweg pingo of dobbe.
HSITORISCH LANDSCHAP
In de natuurlijke omgeving met de pingo als bijzondere landschapselement is het circulaire monumentaal ontwerp van Meijer opvallend en tegelijk gaat zijn stekje bij de Bootsma Dobbe of poel op in het landschap. De pingo is voor Achtkarspelen een historische locatie, omdat het eilandje in het midden laat zien tot waar de turfstekers konden komen bij het afgraven van het veen. Architect en kunstenaar Meijer is opgegroeid in het bos van Landgoed Lemferdinge ten zuiden van Groningen. Daar heeft hij een levenslange liefde voor de natuur en het landschap in alle jaargetijden ontwikkeld. Die verbondenheid met het landschap en hout is af te lezen aan zijn sculpturale kunstwerken, follie-projecten en zijn architectuur voor architectenbureau Onix NL.
OPLEIDING TOT ARCHITECT
Architect en kunstenaar Meijer ontdekte zijn fascinatie voor architectuur dankzij zijn zus. Een vriendje van haar was architect. Het beroep fascineerde Meijer zo, dat hij na de MAVO, MTS en HTS de – toen nog zes jarige – opleiding aan de Academie voor Bouwkunde doorliep en deze succesvol afsloot. Hij maakte carrière als architect en won met zijn museumgebouw voor Stichting Museum en werkplaats Houtstad IJlst in 2018 de Vredeman de Vries prijs voor architectuur. Volgens Keunstwurk kijkt architect Haiko Meijer naar de omgeving met de tomeloze fantasie van een kind. Haiko vertelt: “Het is net of er iemand een groot gat in de aarde heeft gemaakt. Waar kom je uit als je doorgraaft?” Zo dromen, associëren doet Meijer van jongs af.
GROOTS VERBINDEN
Meijer leerde de kracht van improviseren kennen toen hij met een vriend op Academie van Bouwkunst studeerde en ze samen een bandje begonnen. Optreden was een feest en improviseren zorgde daarbij voor een stroom aan ideeën. Het improviseren is te vergelijken met associëren en schetsend dromen. Het brengt een stroom ideeën op gang en draagt uiteindelijk oplossingen aan en zorgt voor originele invalshoeken bij het ontwerpen. Dat kinderlijke idee van doorgraven in dat gat in het land (de pingo Bootsma’s poel) bracht de kunstenaar tot zijn materiaalkeuze voor het Laarzenbankje: oerbomen uit de moerassen van Nieuw-Zeeland. Deze houtsoort verbindt Nieuw-Zeeland en Europa met elkaar. Het stekje brengt, dankzij de materiaalkeuze, tegelijk iets tastbaars uit de oertijd boven water en plaatst het in onze eenentwintigste eeuw, ook op die manier zorgt het stekje voor verbinding.
TIJDLOZE BOERDERIJVORM
Twijzel is van oorsprong een boerendorp en telt nog veel monumentale boerderijen en schuren. Meijer zag als kind hoe zijn vader alles kon maken wat hij zag en dat voor de praalwagens van het bloemencorso van Eelde niets te gek was. De ontwerpen daarvoor waren thematisch en het werken naar thema is hem op een natuurlijke wijze meegegeven, evenals de kracht van samenwerken in de bouwplaats van de praalwagens waar iedereen zijn eigen energie inbracht dat de kwaliteit en uitstraling ten goede kwam. Voor het stekje dacht de bevolking mee waar dit het beste zou uitkomen en boden meerdere partijen de mogelijkheid om het stekje te realiseren. Geïnspireerd door en met respect voor het boeren culturele erfgoed verkent Meijer bij Onix NL al decennialang de architectonische mogelijkheden voor onder meer schuren: “Een schuur is een functionele ruimte met karakter die uitdaagt tot ander gebruik”. Die fascinatie voor agrarische architectuur is eveneens terug te vinden in het tijdloze stekje bij Bootma’s Dobbe, de vorm lijkt op het gebint van een oude in de modder weggezakte boerderij.
FOTO’S:
1. Heiko Meijer, Laarzenbankje bij Bootsma’s Dobbe, 2012, Nieuw Zeelands oerhout (foto: Keunstwurk).
2. Haiko Meijer (Onix.nl), Museumgebouw voor Stichting Museum en Werkplaats Houtstad IJlst won in 2018 de Vredeman de Vries Prijs voor Architectuur (foto: ankeric Mappilarry .com CC BY-SA 4.0).
3. Collage van op boeren cultureel erfgoed geïnspireerd werk (foto: Onix.nl).