ALDTSJERK/DEN HAAG – De bevlogen Nederlands-Hongaarse kunsthistorica Magdi Tóth-Ubbens (1930 – 2023) is overleden. Tot na haar negentigste levensjaar deed ze nog onderzoek voor haar kunsthistorisch oeuvre van in vele talen uitgebrachte artikelen en boeken, waarvan de meeste voor het Mauritshuis. Eind mei en begin juni is ze in besloten bijeenkomsten in Lisse, Wassenaar en Aldtsjerk mede door jongere collega’s herinnerd.
Gerhild van Rooij
TWEE CULTUREN
Magdi, voluit Maria Magdalona Tóth-Ubbens, is in 1930 in Utrecht geboren als kind van de Nederlandse Martinus Ubbens (1893-1965) uit Zutphen en de Hongaarse barones Gabriella Berta Lucia Éva Tomasek uit Boedapest. Vader Martinus Ubbens was directeur buitenland van de bij velen nog bekende Ubbens-Bührmans papierfabriek. Hij ging regelmatig op handelsreis om contact te leggen en onderhouden om orders binnen te halen. Zo kwam hij ook in Budapest en daar vroeg hij aan de heer Tomasék om de hand van de beeldschone en intelligente dochter Éva Tomasek. Ze trouwden en woonden eerst in Zutphen. Martinus liet een villa bouwen in Warnsveld en daar groeide Magdi en haar jongere zusjes op. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft ze nog les gehad van lokale kunstenaar, die haar veel kunsthistorische verhalen vertelde. Vanuit Warnsveld fietste ze naar het gymnasium in Zutphen en vervolgens ging ze op kamers en studeerde met veel plezier kunstgeschiedenis in Amsterdam.
MAURITSHUIS
Het bestuderen van en het schrijven of spreken over de geschiedenis van de beeldende kunst en de cultuurgeschiedenis als geheel, heeft Magdi de mogelijkheid gegeven zich te wijden aan de, sinds 1921 aan Nederlandse universiteiten bestaande wetenschappelijke tak van de Letteren en Wijsbegeerte. In 1964, na het afronden van de studie Geschiedenis van de Kunst en klassieke Archeologie (middeleeuwse Geschiedenis, middeleeuws Latijn in Geschiedenis van het boek), werkte Magdi in de museumwereld. Het cataloguswerk* in het Koninklijk Kabinet van Schilderijen, Mauritshuis, in Den Haag was ideaal om het ‘geziene’ beeldmateriaal, kort en duidelijk te beschrijven. De interpretatie van de uit het verleden bewaard gebleven kunstvoorwerpen was voor Magdi een vreugdevolle levensvervulling. Haar vloeiende taalgebruik en de gebundelde achtergronden bij de afgebeelde kunstwerken zijn zo goed dat de boeken steeds weer herdrukt zijn en een halve eeuw later nog verkrijgbaar zijn. De boeken worden in de museumwereld nog gebruikt als informatiebron.
TWEE CULTUREN
In Amsterdam ontmoette ze later haar echtgenoot Miklós István Tóth, student rechten en theologie. Na de studie trouwde hij met Magdi, ze was zijn muze en hij was zeer betrokken bij haar kunsthistorische werk. Ze hielden elkaar scherp. Dankzij haar tweetalige opvoeding kon Magdi van jongs af al met gemak Hongaarstalige bronnen raadplegen. Het heeft haar een breder perspectief gegeven van waaruit ze met een originele blik naar kunst en erfgoed keek. Met haar onderzoekende geest viel ze tijdens haar studietijd al op door haar secure en originele werkwijze. Zelf heeft ze tot het eind van haar leven benadrukt dat de geweldige, inspirerende colleges haar hebben uitgedaagd om altijd vragen te stellen bij wat ze zag en in de context naar antwoorden te zoeken. Ze keek vanuit twee verschillende culturen naar de geschiedenis van Europa. Magdi heeft lezingen gehouden over uiteenlopende kunsthistorische onderwerpen, in meerdere talen en in binnen- en buitenland en hield enkele voordrachten in Aldtsjerk in GBV. Een favoriet thema van haar was de weerspiegeling van de geschiedenis in de kunst. Om dat te zien was het belangrijk om te weten waar je naar moet zoeken en zoeken deed ze graag, ook naar de eigen familiegeschiedenis, de band met het Noorden en met Friesland in het bijzonder.
FRIESLAND
Kennis van papier en handelsbetrekkingen krijgt Magdi van huis uit mee. Ook dit heeft bijgedragen aan het kunnen doorgronden van kunstwerken en het verhaal achter de maker(s), opdrachtgever, collectioneur of koper. Martinus Ubbens, de grootvader van Magdi van vaderszijde wordt in 1830 in Leeuwarden geboren. Hij vertrekt in 1862 als 32-jarige uit zijn geboorteplaats naar Zutphen. Twaalf jaar later wil hij een papierfabriek stichten en gaat op 13 november 1874 samen met papierkoopman Everhardus Volkersz. naar notaris Derk Nijman in de Beukerstraat in Zutphen. Martinus Ubbens komt uit een doopsgezinde agrarische pioniersfamilie uit de Groningse veengebieden rond Sappemeer waar velen voor Willem Albert Scholten werken. Scholten is de eerste landbouw-industrieel en eigenaar van fabrieken die onder meer aardappelzetmeel produceren. Daar kun je papier mee sterken. Scholten bracht een deel van zijn jeugd in Zutphen door en vertrouwt de Doopsgezinde Martinus. Hij leent hem 90.000 gulden (nu € 930.000 euro) om het stichten van de papierverwerkingsfabriek mogelijk te maken. Ubbens en Volkersz. tekenen bij Nijman de akte waarbij zij verklaren “voornemens te zijn een vennootschap aan te gaan (…) ten onderwerp hebbende het drijven van handel in papier en in desselfs grondstoffen”. Het is een gouden greep, het bedrijf met steeds meer gebouwen wordt familiebedrijf Bührmann-Ubbens met een uitstekende reputatie.
Martinus Ubbens overlijdt in 1911 in Zutphen in de wetenschap dat de fabriek in goede handen is.
MAGDI IN GBV
In februari jl. wijdde de galerie voor de tweede keer een solo-expositie aan het werk van Magdi Ubbens. In 1995 waren alleen haar foto’s te zien, in 2023, tekeningen, documentaire artfotografie en boeken. In de jaren daartussen was haar nieuwe werk te zien in groepsexposities. In de maand juni zijn enkele van haar foto’s te zien in de entree.
FOTO’S
1 Portret van Magdi, door Pista (István) Gyermek (in VS Stephen Gyermek).
2 Magdi Tóth-Ubbens Omslag boek Verloren beelden van miserabele bedelaars.
3 Magdi Tóth-Ubbens Omslag boek Mauritshuis Den Haag.