BURGUM/FRIESLAND/NEDERLAND – In museale en particuliere collecties worden objecten bewaard ter herinnering aan het verzet en de vele verliezen in ons land tijdens de Tweede Wereldoorlog en de bevrijding. Een knijpkat, muntje, manchetknoop, oranje ministrikje, ‘gewoon’ speldje met ronde kop gedragen als teken van ‘kop op’, zijn nagelaten oorlogssporen soms nog geen vierkante centimeter groot.
Gerhild van Rooij
JAN VAN DER MEULEN
Op 4 mei en ook in Friesland ook nog op 14 april herdenken we de burgers en militairen die ten gevolge van de Tweede Wereldoorlog te land, op zee en in de lucht op brute wijze, of door uitputting en uithongering het leven zijn verloren, thuis, onderweg, op onderduikadressen, het werk, in ziekenhuizen of zogenaamde nood- en veldhospitalen en in de verschillende gevangenissen, vernietigings- en werkkampen. De oorlog duurde in ons land op enkele dagen na vijf jaar. Op 5 mei viert ons land Nationale Bevrijdingsdag en ook die is er veel aandacht voor de verhalen rond de oorlog, Evenals op de Friese Bevrijdingsdag op 15 april. In 2015 stond het Observeum, Streekmuseum en Sterrenwacht in Burgum, met de door Tones Meijer samengestelde tentoonstelling 70 jaar Vrij stil bij vrijheid. Bij die gelegenheid is een kunstwerk gepresenteerd van Jan van der Meulen (foto 2). Het verbeeldt een Canadese jeep waarin bevrijders met Nederlandse en Friese vlaggen in de hand de bevrijding vieren.
VERHALEN
We leven nu 77 jaar in vrijheid, dat is in Europa ongekend lang en daarmee mogen we ons gelukkig prijzen. In de aanloop naar 4 en 5 mei worden verhalen en herinneringen gedeeld waaruit steeds weer de grote impact van de oorlog en de perioden erna en ervoor blijkt. De aanloop tot de oorlog, de oorlog en de wederopbouw erna hebben sporen nagelaten in meerdere generaties. Er zijn verhalen over verzet of gebrek daaraan, noodgedwongen overgave, ondergelopen polders, onbruikbare havens, gecrashte vliegtuigen, collaboratie, onderduiken, afpersing, zwarthandel, uitbuiting, werken in kampen, ontsnappingen, in de val lopen en nog veel meer die zorgen dat de oorlog niet vergeten wordt. En er komen nog steeds verhalen en feiten in de openbaarheid die weer andere facetten van die oorlog belichten en een gebeurtenis, persoon, locatie of object in een ander licht of perspectief plaatsen. Helaas zijn veel verhalen over de angst, overrompeld worden, klemzitten, zoeken naar rechtvaardigheid en vrijheid, verzet, ontheemd raken, uitgesloten worden en uitzicht op een betere toekomst op andere plaatsen nog steeds aan de orde.
OP DE VIERKANTE CENTIMETER
Ontwikkelingen op historisch, economisch, technisch, grafisch en kunstzinnig gebied komen samen in compacte voorwerpen als munten. Aan bepaalde geldstukken van soms minder dan een centimeter doorsnee, is een deel van het waargebeurde verhaal van de Tweede Wereldoorlog af te lezen en ook aan de muntbiljetten, numismatische objecten en sieraden, documenten en waardepapieren met bijbehorende publicaties, boeken en andere objecten in de collectie van het Observeum en andere collecties. Ze houden de herinnering levend aan de prijs voor vrede, die nooit vanzelfsprekend is of zal zijn. De nominale of geldwaarde van de munt zelf, de schrifttekens, symbolen, versieringen, portretten en andere afbeeldingen op munten en biljetten uit de periode 1940-1945 illustreren die geschiedenis met een tastbaar voorwerp. Vele Nederlanders hadden vanaf het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in mei 1940 zilveren munten opzij gelegd. De schaarste aan kleingeld veroorzaakte een run op papiergeld bij de banken. De bezetters legden een moratorium op, maar door papieren noodgeld te verbieden bleef er tekort aan muntgeld.
ZILVER, GOUD, ZINK
Er zijn niet veel mensen meer die de oorlog zelf hebben meegemaakt en er over kunnen vertellen, wel zijn er nog veel objecten die van generatie op generatie doorgegeven zijn of in een museale collectie terechtgekomen zijn. In 70 Jaar Vrij lagen muntstukken die het opkomen en verdwijnen van de naziperiode in ons land en elders illustreerden Net zoals ander historisch geld het opkomen en verdwijnen van stadstaten, keizer- of koninkrijken, guerrillastaten, republieken, kolonisatie en wereldrijken illustreert. Tijdelijke of blijvende veranderingen na machtsovernames, veroveringen of annexaties van landen, streken of steden worden zo zichtbaar. De oorlogsmachine van Nazi-Duitsland moest in ons land op vele manieren bekostigd worden. De grover vormgegeven zinken munten vervingen tijdens de Tweede Wereldoorlog bronzen en zilveren Koninkrijksmunten waarop Wilhelmina, Koningin der Nederlanden prijkte. Bij uitgifte leken zinken munten zilverachtig, bij gebruik verdween die kleur en kreeg de matte lichtgrijze munt een wittige aanslag. Er was schaarste aan edelmetaal en omloopmunten in oorlogstijd en de Koninkrijksmunten waarvoor J.C. Wienecke vanaf 1900 kunstenaar stempelsnijder bij ’s Rijks Munt Utrecht geweest was moesten verdwijnen Hij werd in 1941 vervangen door Nico de Haas, waarna zinken geld is geslagen in Utrecht.
STIL VERZET
Mensen en vaklieden veranderden de Koninkrijksmunten door vijlen, solderen en soms uitzagen in manchetknopen, broches, hangers, haarstekers en armbanden. Ze stonden ook wel als medaillon op buffet of schoorsteenmantel en waren veranderd in gebruiksvoorwerpen als theelepels of een ‘zondagse’ roomlepel en meer. Het neerzetten van deze voorwerpen en dragen van sieraden van de munten was illegaal. In Verordening 20 van 7 februari 1941 werd het tonen van aanhankelijkheid met het vorstenhuis verboden en staat zelfs: “De bekendmaking der politie heeft in het bijzonder ook betrekking op het dragen van uitgezaagde geldstukken van 10 tot 25 cents en het neerzetten van afbeeldingen in etalages…”
CITAAT OVER 1940
Circa tien procent van het oude geld is omgewisseld. Een citaat van Willem Frederik Hermans uit zijn in 1958 uitgebrachte boek ‘De donkere kamer van Damocles’, verwijst naar het oppotten van munten en zwarthandelaars. “…geef mij die (20) guldens, ik zal ze voor je wisselen. Ik maak er winst op, dat zul je zien. Ik ken iemand. Zwarthandelaars zijn bang dat na de oorlog het papiergeld geen cent meer waard is. Ze betalen de driedubbele waarde voor zilveren guldens! …… is het gelukt? Natuurlijk. Vijfenveertig gulden heb ik ervoor gekregen…”
AUTEUR Gerhild van Rooij.
FOTO’S:
1. Stil Verzet Manchetknopen uit 1941, type dubbeltje – kwartje, beeldenaar 4 opgestoken haar Wilhelmina, door Johannes Cornelis (1872-1945), (foto Observeum, object V-13-012).
2. 70 jaar Vrij, rechts werk Jan van der Meulen, Bevrijding, 2015, links Canadese jeep, voor Expositie 70 jaar Vrij (foto Observeum).
3. Liberators Welcome 4 en 5 mei vlag (foto vlag bij 70 jaar vrij, Gerhild van Rooij).
BRONNEN: In tekst; https://www.observeum.Nl/museum/het-object-van-de-maand zie afleveringen 9 en 10 ( auteur); Delpher; Geheugen van Nederland; artikel ‘Tussen zilver en zink: noodgeld in mei 1940’, NRC, 1996/07/17; Veiling catalogi, Numismatische naslagwerken).