DE WESTEREEN – De veroordeling van Jessica B. (37) uit Kollumerzwaag, die in hoger beroep is veroordeeld tot twintig jaar cel voor het medeplegen van de moord op haar man Tjeerd van Seggeren, kan niet in stand blijven. Dat adviseert de advocaat-generaal dinsdag aan de Hoge Raad. Ze vindt dat er te weinig bewijsmateriaal is voor het medeplegen van de moord.
Het lichaam van Van Seggeren (37) werd met zwaar letsel aan het hoofd aangetroffen op de ochtend van zondag 9 juli 2017 in een weiland bij De Westereen. Hij had die zaterdagavond in het dorp een muziekfeest bezocht.
ALTIJD ONTKEND
De vrouw heeft altijd ontkend iets met de dood van haar man te maken te hebben gehad. Ze stelt dat ze haar man met de auto wilde ophalen bij het weiland, maar hem nooit heeft gezien en is teruggereden. Maar het hof in Leeuwarden was er in 2020 van overtuigd dat B. een sturende en regisserende rol heeft gehad bij de moord.
De advocaat van de verdachte heeft de Hoge Raad gevraagd de veroordeling te vernietigen. Hij is het onder meer niet eens met de bewijsconstructie van het hof en met de bewezenverklaring dat ze de moord samen met een ander pleegde.
INDIRECT BEWIJS
Volgens de conclusie van de advocaat-generaal heeft het hof “de betrokkenheid van de vrouw uitsluitend uit indirect bewijs afgeleid”. Er zijn onvoldoende feiten of omstandigheden om af te leiden dat sprake was van samenwerking tussen daders. “Uit het bewijs kan niet worden opgemaakt waaruit het medeplegen heeft bestaan, laat staan óf er wel sprake is geweest van een gezamenlijke uitvoering.” De uitspraak van de Hoge Raad staat gepland op 19 april.