FRIESLAND – De Eerste Kamer praat dinsdagover de salderingsregeling. De grote vraag is of de senaat een streep zet door de regeling die mensen met zonnepanelen een financieel voordeel geeft, zo schrijft Omrop Fryslân. De Tweede Kamer is al akkoord met het afschaffen van de regeling. Het woord is nu aan de Eerste Kamer. Mocht het gedaan zijn met de salderingsregeling, dan gaan meer dan 100.000 Friese zonnepaneelbezitters er financieel op achteruit.
Met zonnepanelen genereer je stroom die je zelf in je huis kunt gebruiken. Als je die niet meteen gebruikt, gaat de stroom naar naar het elektriciteitsnet: het wordt teruggeleverd. Salderen is het verrekenen van de stroom die terug wordt geleverd met de stroom die is afgenomen. Met de salderingsregeling krijg je voor de teruggeleverde stroom hetzelfde tarief als je betaalt voor de stroom die je afneemt. Daarin zijn ook het leveringstarief, de energiebelasting en de btw meegenomen. Zo profiteren mensen altijd van de stroom die hun zonnepanelen opwekken, ook al gebruiken ze de stroom niet zelf.
De vergoedingsregeling begon in 2004 en was bedoeld om mensen aan de zonnepanelen te krijgen. Die waren toen nog flink prijzig en het rendement was ook nog niet echt bewezen. Het werd een succes, hoe langer hoe meer particulieren lieten zonnepanelen installeren.
Met de groei van het aantal panelen ontstonden er ook problemen. De regering zag dat ze flink wat energiebelasting misliep. Daarnaast zeiden critici dat mensen zonder zonnepanelen de dupe van de regeling werden: mensen met panelen verdienen eraan en de energieleveranciers maken er verlies op. De verliezen worden verdeeld over alle klanten van een leverancier, dus ook over de klant zonder zonnepanelen. En dan wordt er tegenwoordig ook nog eens zoveel groene stroom teruggeleverd dat het elektriciteitsnet het niet meer aankan. Om deze redenen is de salderingsregeling onder druk komen te staan. Ook in Fryslân groeit het aantal mensen dat zonnepanelen aanschaft voor op het dak van het huis, de schuur of de garage.
Vorig jaar lagen er op ongeveer 122.000 huizen in de provincie zonnepanelen, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het jaar ervoor waren het er 108.000. In de laatste maanden van 2023 liep de vraag terug. Dat heeft onder andere te maken met de onzekerheid over de salderingsregeling.
Na jaren van politieke discussie ging een meerderheid van de Tweede Kamer vorig jaar akkoord met het afbouwen van de salderingsregeling. Zodra de wetswijziging erdoor is, krijgen mensen elk jaar minder voor de stroom die ze terugleveren aan het net. Over zeven jaar moet dat tot nul zijn teruggebracht. Er zijn zowel voor- als tegenstanders van het afschaffen van de salderingsregeling. Natuurlijk willen zonnepaneelbezitters het liefst dat ze hun financiële voordeel behouden. En willen mensen zonder zonnepanelen liever niet meebetalen aan dat voordeel. Maar ook andere partijen hebben van zich laten horen. Een aantal brancheverenigingen op het gebied van energie roept de Eerste Kamer op om voor het afschaffen te stemmen. Ze vinden dat de regeling haar werk heeft gedaan en niet meer houdbaar is. Vooral omdat het stroomnet het niet meer aankan.
Maar organisaties als Aedes (de koepel van verhuurders), Vereniging Eigen Huis, Consumentenbond en Vereniging van Nederlandse Gemeenten vragen de Eerste Kamer om het wetsvoorstel niet te steunen. Zij zijn bang dat met alle onzekerheden mensen nu niet meer zonnepanelen willen aanschaffen. De organisaties zijn niet tegen het afbouwen van de salderingsregeling, maar pleiten voor een duidelijkere regeling met daarin een minimumvergoeding voor het terugleveren van stroom. Met de veranderde politieke verhoudingen in Den Haag is het nog maar de vraag hoe de Eerste Kamer zal stemmen. In de Tweede Kamer van voor de verkiezingen stemden bijvoorbeeld VVD, D66 en CDA voor het afbouwen van de regeling.
Maar de tegenstemmers, waaronder de BBB en PvdA en GroenLinks (toen nog twee fracties, nu trekken PvdA en GroenLinks samen op), zijn in de Eerste Kamer in de meerderheid. Dat hoeft niets te zeggen, want de Eerste Kamer maakt altijd een eigen afweging. Bij het stemmen over de spreidingswet bijvoorbeeld, toen maakten VVD-senatoren een andere keuze dan de fractie in de Tweede Kamer.