Bachelor-studenten van Wageningen Universiteit, afdeling Biologische Master-opleiding hebben op zaterdagochtend 1 november een excursie- werkbezoek gebracht aan het melkveehouderijbedrijf van de maatschap Hooisma- Van Huizen te Kootstertille bij Twijzel. Dit doen ze daar al jaren, eerst koffie en een presentatie door de boer en dan gaan de studenten grondonderzoek uitvoeren. ’s Middags om 12.30 uur kwamen de 70 internationale studenten per bus bij De Hammerslag te Westergeest, waar een uitstekend verzorgd lunchbuffet voor hen klaarstond. Dit werd door de studenten erg gewaardeerd.
Voor het middagprogramma stond een excursie- werkbezoek gepland aan het Biologisch- Botanisch- Graslandbedrijf van de familie Posthumus te Aldwâldmersyl aan de Wâlddyk te Oudwoude. Bij De Hammerslag hield Harm Posthumus eerst een presentatie voor de geïnteresseerde studenten.
Een paar punten uit de presentatie:
Wij hebben hier veel variatie in het landschap. Vanmorgen zijn de studenten bij de familie Hooisma- van Huizen geweest te Kootstertille – Twijzel in de gemeente Achtkarspelen op de zandgrond, met o.a. pingo’s, gevormd in de ijstijd en de elzensingels, die onderhouden moeten worden op een passende manier binnen het boerenbedrijf. Omdat boeren het beste de natuur kunnen onderhouden in agrarische gebieden, dit geldt wereldwijd, hebben de boeren in Achtkarspelen de agrarische natuurvereniging Vanla opgericht en in de gemeente Kollumerland It Kollumer Grien. Deze twee verenigingen en nog vier agrarische natuurverenigingen zijn weer verenigd in de overkoepelende organisatie De Noordelijke Fryske Wâlden (NFW). De NFW is belangrijk om meer structuur te krijgen in het agrarisch natuurbeheer in een groter gebied. Ook worden er steeds meer overheidstaken overgedragen aan de NFW.
Kollumerland kun je qua landschap grofweg in tweeën delen, nl. in het zuidwesten “De Wouden” en in het noordoosten het open kleilandschap. Op deze locatie, De Hammerslag, is een open overgangsgebied, het terpengebied, veengrond met een laag klei, veelal knipklei, hoog afslibbaar, dus moeilijk te bewerken en minder geschikt voor b.v. akkerbouw. Van De Hammerslag 2 kilometer naar het noorden kom je op de Wâlddyk, direct rechts hiervan zie je een kop-hals-romp-boerderij op een terp. Veel terpen en terppercelen zijn afgegraven om vaak met dierlijke mest te mengen en vervolgens over het land te strooien voor bemesting. Ook is er veel terpgrond per schip afgevoerd naar De Wouden om de grond te verbeteren.
Door de kunstmest zijn de arme Wouden rijker geworden, het was een goede katalysator waardoor er ook meer dierlijke mest kwam en de grond werd hierdoor vruchtbaarder. De kleigronden zijn van nature al rijk aan voedingsstoffen en hebben het vermogen om mineralen vast te houden, klei-humus-complex en in droge perioden de capillaire opstijging. De Wâlddyk is de dijk die de Wouden tot 1729 moest beschermen tegen het zeewater van de Lauwerszee.
De boerderij van de familie Posthumus staat aan de zeekant van de Aldwâldmersyl, een zeeschutsluis tot 1729. Driehonderdvijftig meter naar het noorden is een dijkdoorbraak te zien, gelegen tussen hun landerijen. Tijdens een stormvloed in 1651 is de dijk doorgebroken en ontstond een wiel met een diepte van ruim twaalf meter , “Het Mallegraafsmeer”. Vervolgens heeft men paal aan paal eiken houten palen aan de de zeekant in de grond gezet en daar het dijklichaam om heen gebouwd, een stuk Wâlddyk om het Mallegraafsmeer.
In 1729 zijn de sluizen van De Zijl in Dokkum ongeveer 11 km naar het oosten verplaatst, dit is nu Dokkumer Nieuwe Zijlen. Men heeft van hieruit een nieuwe zeedijk aangelegd, nl. 1 km naar het noorden en 1 km naar het zuiden. Hiermee was de Lauwerszee-arm naar Dokkum afgesloten. Dit gaf een betere beveiliging tegen de zee door het inkorten van de zeewering van ruim 24 km naar 2 km zeedijk. Verder gaf dit een verbetering van de ontwatering van het achterland; het verleggen van de zoutwatergrens; verbetering van de vaarweg van en naar Dokkum; het winnen van vruchtbaar nieuw land! Deze voordelen zijn in 1969 nog een keer herhaald, door het afsluiten van de Lauwerszee en het bouwen van nieuwe spui- en schutsluizen op Lauwersoog, 13 km noordelijker. Sinds 1969 hebben we geen wateroverlast meer, daarvoor wel.
Op Lauwersoog staan drie maal veertig meter is 120 meter spuisluizen, deze kunnen tijdens laagwater (eb) voldoende water afvoeren naar de Waddenzee om het waterpeil op het Lauwersmeer voldoende laag te houden, zodat het overtollige water van de provincies Friesland, Groningen en Drenthe via sluizen afgevoerd kan worden. Posthumus maakt zich echter zorgen, om het waterpeil te verhogen in het Lauwersmeer en het liefst ook nog met zoutwater-getijen, dit kan beter bij de Waddenzeekust. Het gevolg van peilverhoging in het Lauwersmeer is dat er hele dure en energieslurpende gemalen bij moeten komen, op Lauwersoog een heel groot gemaal. Zijns inziens is spuien beter, duurzamer, beter voor het milieu en veel goedkoper.
Vervolgens gaf Posthumus nog een uitéénzetting over de geschiedenis van hun bedrijf, vanaf 1914 tot heden. Het bouwen van de boerderij, het werken met de paarden, later met de trekker, kwam ook de mechanisatie en de specialisatie, werden de kippen en varkens verkocht en werd de akkerbouw beëindigd ten behoeve van de uitbreiding van de melkveehouderij en werden de koeien met de melkmachine gemolken. Er werd een nieuwe ligboxenstal en een nieuw woonhuis gebouwd. Toen deed ook de automatisering z’n intrede.
Door het toevoegen van enzymen aan de drijfmest, ging de mest beter fermenteren, bleef daardoor vloeibaarder, homogener, geen stank maar een lekkere geur en zeker bij biologische mest, bij zonneschijn in de zomer bovengronds uitrijden zonder verbranding van het gras was mogelijk, door het omzetten van de ammoniak meer opneembare stikstof, dit gaf een betere groei van het gras. Nu is alle land in biologisch, Skal-gecertificeerd en botanisch graslandbeheer. De grond bestaat uit mooie vruchtbare zeeklei, geeft mooie vruchten met een hoge voedingswaarde, is geschikt voor grasland, akkerbouw, groenteteelt, dus is deze grond ook heel geschikt voor biologische landbouw, en is nu al 14 jaar Skal-gecertificeerd.
De studenten kregen de opdracht mee: wat kunnen de toekomstplannen en mogelijkheden zijn voor dit 101-jarige bedrijf, gelegen op een unieke plaats. Het gezelschap ging met de bus naar het Mallegraafsmeer, aan de Wâlddyk, van hieruit het land in van de familie Posthumus, om van enkele percelen grondprofielen te bekijken en te vergelijken, ook werden de wormen geteld en de grond bestudeerd door de enthousiaste en nieuwsgierige studenten. Dit werd door ongeveer dertien groepjes gedaan. Vervolgens vond er door de gehele groep nog een evaluatie plaats. De tijd ging snel en men moest weer naar de bus.
De studenten kregen nog een lekkere biologische appel aangeboden, geleverd door biologisch fruitbedrijf Lauwershof te Engwierum, dit viel zeer in de smaak bij de studenten. Het was een mooie en leerzame dag, op het gebied van landschap en landbouw, maar ook de persoonlijke uitwisseling tussen mensen met verschillende achtergronden. Bovendien was het prachtig weer en waarschijnlijk volgend jaar voor herhaling vatbaar.