Friese gemeenten doen veel om inwoners met problematische schulden hulp te bieden. Er is echter weinig specifiek beleid op het gebied van gedragsverandering die nodig is om uit de schulden te komen en te blijven. Dat blijkt uit de beleidsanalyse van schuldhulpverlening in Fryslân van het Fries Sociaal Planbureau (FSP).
Uit een kenniscafé over schuldhulpverlening van het FSP blijkt dat de meeste gemeenten wel bekend zijn met het belang van gedragsverandering. Gemeenten willen daarom (meer) aandacht geven aan dit onderwerp in beleid. Zij zijn nog zoekende naar interventies die wel werken. Bijna een op de vijf Nederlandse huishoudens krijgt te maken met problematische schulden. Bij ongeveer 80 procent van de zorgvragen bij wijk- of gebiedsteams speelt schuldenproblematiek een rol. Het hebben van schulden heeft grote invloed op alle aspecten van het dagelijks leven. De samenleving is volgens het Nibud al gauw 100.000 euro kwijt aan één huishouden dat ernstige financiële problemen heeft.
Gedragsverandering is een langdurig proces
Het is vaak moeilijk om uit de schulden te komen. Recente onderzoeken tonen aan dat het ervaren van schaarste (aan bijvoorbeeld geld) zorgt voor een verminderd denkvermogen. Er is alleen nog focus op het directe gebrek aan geld en al het andere verdwijnt naar de achtergrond. Ook mogelijkheden die de situatie kunnen verbeteren, zoals het vinden van werk of het volgen van een opleiding, worden door het gebrek aan geld minder belangrijk. Daarnaast is schuldenvrij worden moeilijk omdat gedragsverandering aangeleerd moet worden. Dit is een langdurig en ingewikkeld proces. Mensen zijn vaak gehecht aan hun gewoonten, zelfs als er nadelen aan kleven op lange termijn.
Preventie en signalering
Gemeenten zien het belang van preventie. Zo geven tien gemeenten voorlichting op scholen en geven tien gemeenten budgetcursussen. Een aandachtspunt is dat gemeenten kritischer kunnen zijn op interventies: werken ze? Vrijwel alle gemeenten willen inwoners met schulden zo vroeg mogelijk ‘signaleren’, zodat op tijd ingegrepen kan worden. Ze hebben daarvoor afspraken gemaakt met bijvoorbeeld woningbouwverenigingen, zorgverzekeraars, hulpverleners en huisartsen. Wat opvalt in de beleidsplannen is dat meestal niet wordt beschreven wat wordt gedaan na het signaleren. Tijdens het kenniscafé kwam naar voren dat gemeenten het lastig vinden om ‘er op af te gaan’.
Inwoners mogen niet zomaar uitgesloten worden
Alle inwoners kunnen zich bij de gemeente aanmelden voor schuldhulpverlening. Bij voorbaat een groep inwoners uitsluiten mag wettelijk gezien niet. Toch sluiten tien gemeenten in hun beleid zelfstandig ondernemers uit van schuldhulpverlening. Een aantal gemeenten heeft verouderd beleid en sluit inmiddels geen ondernemers meer uit. Uit het kenniscafé blijkt dat gemeenten vaak geen officiële afwijzingsbeschikking afgeven, wanneer een inwoner niet wordt toegelaten tot schuldhulpverlening. Hierdoor krijgen inwoners niet de kans om in beroep te gaan tegen de afwijzing.
Schuldhulp en nazorg
Drie Friese gemeenten organiseren zelf schuldhulp en 21 gemeenten hebben deze uitbesteed aan de Kredietbank Nederland (KBNL). Ook bieden alle gemeenten budgetbeheer en negen gemeenten hebben een financieel inloopspreekuur. De meeste gemeenten verwijzen voor andere hulp bij financiële problemen of schulden door naar vrijwilligersorganisaties. Nazorg wordt door bijna alle gemeenten in de beleidsstukken als belangrijk benoemd, maar negen gemeenten hebben hier geen concrete actie aan gekoppeld. Uit het kenniscafé blijkt dat nazorg een onderbelicht thema is. Gemeenten kunnen meer aandacht aan de inhoud en taakverdeling van nazorg besteden, om te voorkomen dat inwoners terugvallen in schuldsituaties.