De vijver aan de Tochmalaan was bijna dichtgegroeid met krabbenscheer en andere beplanting. Door de lage waterstand werd het leven in de vijvers bedreigd, er was bijna geen ruimte meer voor vissen en de doorstroming van het water. Het was dan ook dringend nodig om in te grijpen. De gemeente heeft drastische maatregels genomen om de krabbenscheer op te ruimen. De eerste dagen zal het water nog wat troebel zijn maar dat is binnen enkele dagen weer over.
Krabbenscheer
In Nederland komt deze plant vooral voor in sloten en moerassen in het laagveengebied. De plant verlangt schone, niet te voedselrijke sloten en is gevoelig voor milieuvervuiling. Krabbenscheer heeft een groot drijfvermogen. De soort is meestal zeer talrijk vertegenwoordigd op haar groeiplaatsen. Wateren kunnen in een enkel groeiseizoen volledig met krabbenscheer dichtgroeien, doordat de plant zich vegetatief vermeerdert met behulp van uitlopers. Meestal worden op een bepaalde groeiplaats alleen mannelijke of vrouwelijke planten gevonden.
De plant kent een unieke cyclus door het jaar heen: in de winter verblijven planten op de bodem van de wateren waarin zij groeien. In het voorjaar, wanneer de fotosynthese weer op gang komt, vormt de plant nieuwe bladeren, met cellen die met gas gevuld zijn, waardoor het drijfvermogen van de plant toeneemt en hij naar de oppervlakte omhoog komt. Alleen drijvende planten, met boven het water uitstekende bladeren, kunnen bloeien. In het najaar vullen de cellen zich weer met water en zinkt de plant naar de bodem. Krabbenscheer vervult een belangrijke functie bij het verlandingsproces in wateren in het laagveengebied.
© Foto’s: Sake Beerstra