In de voorgaande jaren is het gelukt om een groot zeegrasveld terug te krijgen bij het Waddeneiland Griend. Dat was een project van Natuurmonumenten, de Rijksuniversiteit Groningen, de Radboud Universiteit en The Fieldwork Company.
Vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water moet Rijkswaterstaat als beheerder van onder andere de Waddenzee er in vijf jaar tijd voor zorgen dat dit succes een vervolg krijgt met minimaal nog één zo’n groot zeegrasveld op de Waddenzee. In het Grevelingenmeer en het Veerse Meer in de zuidwestelijke delta wordt daar ook aan gewerkt door adviesbureau Witteveen+Bos, de Rijksuniversiteit Groningen, The Fieldwork Company en ecologisch adviesbureau Altenburg en Wymenga. Voor het inzaaien worden kitspuiten met slib en zaad plus een speciaal ontwikkelde zaadmachine ingezet.
De zeegrasvelden in het Wad terugkrijgen is één ding, maar dat is niet alles, zegt woordvoerder Christiaan Kooistra van Rijkswaterstaat. “Die moeten zichzelf ook in stand kunnen houden. Nu doet het allemaal wat kunstmatig aan met bijvoorbeeld het gebruik van kitspuiten. Maar uiteindelijk is het plan dat de natuur het oppakt.” Een team van The Fieldwork Company is vorige week begonnen bij Schiermonnikoog. Daarna ging het werk verder voor de Waddenkust van Ameland, bij het Nieuwlandsriet, en daarna Terschelling en Texel. Maar er is ook nog een vijfde locatie, zegt Jannes Heusinkveld van het bedrijf. “Bij Griend gaat het eigenlijk om een controlelocatie. Daar weten we dat het goed werkt. Er wordt ook een proefopzet zoals hier achter ons bij Ameland staat opgebouwd en daar houden we de vinger aan de pols. Want als het daar wel werkt en hier niet, dan kunnen we over deze locatie iets zeggen over de geschiktheid.” De controlelocatie bij Griend wordt gemaakt door mensen van de Rijksuniversiteit Groningen. De nieuwe plekken zijn op basis van veel gegevens aangewezen.