DOKKUM – In 2022 heeft de raad van Noardeast-Fryslân een motie aangenomen over de munitiestort in de Waddenzee. Deze motie riep op tot het opruimen van de munitie die zich bevindt op het Rif. Naar aanleiding van deze motie heeft Noardeast-Fryslân contact opgenomen met het Ministerie van Defensie en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om verantwoordelijkheid te nemen voor het opruimen van de munitiestort.
Recentelijk heeft de Rijksoverheid, namens de genoemde ministeries, gereageerd op dit verzoek met een afwijzing. Zij stellen dat de kans op explosies nihil is, gezien de munitie diep begraven ligt en de locatie afgesloten is voor scheepvaart. Bovendien wordt de locatie regelmatig gemonitord en zijn er geen dringende redenen om tot opruiming over te gaan.
Indien toch tot opruiming zou worden besloten, zou dit gepaard gaan met het tot ontploffing brengen van ongeveer 500 ton munitie, wat aanzienlijke (water)verontreiniging en gevaar voor de flora en fauna met zich mee zou brengen, evenals hoge kosten. Concluderend kan worden gesteld dat de Rijksoverheid, als eigenaar van de Waddenzee, geen plannen heeft om de munitie te verwijderen, zo laat het gemeentebestuur van Noardeast-Fryslân weten, desondanks willen zij de zaak wel blijven volgen.