Het gebruik van Frysk in de raadzaal gaat goed, maar kan beter. Een groot aantal gemeenteraadsleden in de provincie Fryslân (uitgezonderd waddeneilanden) krijgen een Frysk Bûsboekje 2020. Ze krijgen het bûsboekje om hen aan te moedigen Fries te spreken in de eigen raadzaal.
Uit een brief van de Minister van Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer blijkt, dat het gebruiken van het Fries in raadsvergaderingen nogal wisselt per gemeente. In de gemeenten Achtkarspelen, Dantumadiel, Tytsjerksteradiel en de Fryske Marren wordt het Fries veel gebruikt. In Harlingen en de Stellingwerven wordt nooit Fries gesproken in raadsvergaderingen. In de andere gemeenten wordt slechts regelmatig Fries gesproken.
De Ried fan de Fryske Beweging vindt dat gemeenteraadsleden een aanmoediging verdienen, als ze de eigen taal niet opgeven, als ze in de raadszaal spreken. De Ried schrikt er echter wel van, dat in de meeste gemeenteraden slechts regelmatig Fries wordt gepraat. De Ried wil juist die raadsleden, die blijkbaar hun eigen taal niet in hun functie durven spreken, aanmoedigen om toch de moederstaal te gebruiken. Dit kan dus ook de eigen streektaal zijn.
Daarom krijgen ze allemaal in bûsboekje. Dat is Fries voor zakagenda. Het bûsboekje is voor dagelijks gebruik. Het valt ook echt op! Het maakt dat mensen zien, dat met dat raadslid Fries kan worden gesproken. In het bûsboekje staat veel informatie. Allemaal in de Friese taal. Dat houdt mensen bij de tijd en ze lezen elke dag een beetje Fries.
It bûsboekje 2020 is de 45e uitgave van de Friestalige aginda. Dit jaar is het thema “Tijd”. De Ried fan de Fryske Beweging geeft naast het bûsboekje ook het volledig Friestalige tijdschrift De Nije uit, dat vier keer per jaar verschijnt. Beide uitgaven zijn te krijgen in de meeste boekhandels en kiosken in Fryslân.