De fractie van de Partij voor de Dieren in de Friese Staten wil dat de Provincie meehelpt bij de aanpak van mestfraude. Die blijkt zich niet te beperken tot Brabant en Limburg. “Eerder dit jaar bleek dat er ook in Fryslân tientallen boeren verdacht worden van mestfraude. In Walterswâld is er een mestverwerker die het met de regels niet zo nauw neemt en in Tirns staat een grote mestvergister waar ook dingen gebeuren die niet deugen”, zegt fractievoorzitter Rinie van der Zanden. Zij wijst erop dat een van de kerntaken van de Provincie de zorg voor het milieu is. “Mest is in principe een voedingsstof voor planten. Maar het is net als met zout en suiker, als je er teveel van gebruikt wordt het gif”.
Van der Zanden wijst erop dat bij mestfraude grote hoeveelheden mest op papier worden weggewerkt, maar in werkelijkheid worden deze overschotten illegaal extra over het land uitgereden. En dat heeft milieuvervuiling tot gevolg. Van der Zanden wil van het College van GS weten wat de Provincie nou eigenlijk doet op het punt van controle en handhaving bij mestfraude. Wat haar betreft wordt het hoog tijd dat deze mestfraude ook door de provincie stevig wordt aangepakt.
De statenfractie maakt zich zorgen over het milieu, de waterkwaliteit en de volksgezondheid. Een aantal boeren sjoemelt met de mest omdat het wegwerken van deze mest op een legale manier te duur is. Van der Zanden: “Dat is het beste bewijs dat er voor de niet-grondgebonden intensieve veehouderij alleen al economisch gezien geen plek is in Nederland. Het is niet te accepteren dat delen van de sector dit probleem oplost via fraude die ons milieu en de volksgezondheid aan kan tasten”.