In Galerie Noordvleugel te Veenklooster wordt de nieuwe expositie geopend om 13:45 uur door Robert Ronday (circus directeur). Daar is het miniatuurcircus van Circus Sarrasani, tentoongesteld te midden van schilderijen met circus als onderwerp vanuit het gehele land werkende kunstenaars. Vanaf vrijdag 5 september tot en met zaterdag 6 december 2014 in galerie Noordvleugel Kleasterwei 1 Veenklooster. Iedereen bij is welkom bij de opening. Hooggeëerd publiek, kinderen van alle leeftijden, komt dat zien!
Door Andreas Schelfhout
Jaren dertig vorige eeuw. Circus Sarrasani, toen het grootste en mooiste circus van Europa, reist door Nederland en België. Samen met zijn vader, kunstschilder Lodewijk Schelfhout (1881-1943), woont mijn vader, Andreas (Bob) Schelfhout (1916-1999) een voorstelling bij. Hij is zo onder de indruk dat hij besluit het circus in miniatuur na te bouwen. In twee jaar maakt hij niet alleen nauwkeurig de façade na, ook de verschillende circuswagens, de speeltent met piste, orkestbak en gradin, staltenten en de bijzondere, houten olifantenstal die van het echte Sarrasani op rampzalige wijze in Berchem bij Antwerpen in vlammen zou opgaan.
Van zijn zakgeld koopt hij iedere week elastolin mensen en dieren, in huis ‘verzamelt’ Bob alles wat hij voor de bouw kan gebruiken: damschijven als wielen voor de wagens bijvoorbeeld en zaagt hij voor de masten de spijlen uit het droogrek. Na ongeveer twee jaar stopt het geknutsel. Bob loopt van huis weg en gaat met Circus Amanda Roberti op reis. Aan dat avontuur maken zijn ouders een einde door hem vervroegd voor militaire dienst te laten oproepen. Het miniatuurcircus verdwijnt in kisten op zolder om pas vele jaren later, tijdens de hongerwinter van 1944/45, weer te voorschijn te worden gehaald. In die barre maanden van onderduik, vervolmaakt Bob ‘zijn’ Sarrasani.
Bij een Hilversumse fietsenmaker laat hij van fietsspaken een roofdierenkooi maken, precies zoals zo’n kooi hoort te zijn: in losse, draagbare delen. Als de man de kooi komt brengen, is mijn moeder toch wel boos: “Hoe kun je zoveel geld uitgeven aan een kooi, we hebben niks te eten.” Papa Bob: “Niemand heeft wat te eten en dus zijn die paar honderd gulden goed besteed.”
Na de oorlog wordt het circus een paar maal tentoongesteld en wordt het gezien door de Zwitserse orgelbouwer Brechbühl. Die is zo onder de indruk dat hij het circus voor 15.000 Zw.frs. koopt. Eind 2013 werd ik via via benaderd door zijn zoon Christof. Of ik het circus wilde terugkopen. Dat heb ik natuurlijk onmiddellijk gedaan. Maar het was in slechte staat, triplex kan niet zo goed tegen een vochtige opslagruimte. Gelukkig zijn er tegenwoordig uitstekende lijmen en komt ieder onderdeel er weer tiptop uit te zien, slechts hier en daar is een likje verf nodig. Na maanden restaureren, met als ‘handboek’ mijn herinneringen en vooral de door Olga Schelfhout gemaakte super8-film van de opbouw van het circus, is een groot deel van het miniatuurcircus weer toonbaar.
Rest nog de techniek: het werkend maken en koppelen van stoomketel, stoommachine, elektriciteitswagen en tentverwarmingswagen, zodanig dat er niks in de brand vliegt. En als die machinerie weer draait en stroom levert, is Circus Sarrasani in miniatuur in volle glorie hersteld.
Vanaf vrijdag 5 september tot en met zaterdag 6 december 2014 in galerie Noordvleugel Kleasterwei 1 Veenklooster. Kijk voor meer info: www.galerienoordvleugel.nl of bel met 0511-442436. Open dinsdag t/m zaterdags van 10.00 tot 17.00 uur.