FERWERT – “Je hebt je hele leven gehad en leeft het nu, dankzij de mensen hier.” Het zijn de woorden van Jaap Roos. Hij en zijn broer Sal hebben ondergedoken gezeten in Ferwert. Maandag waren ze weer even terug. Schoolkinderen konden hen vragen stellen en zelf gingen ze terug naar hun onderduikadressen in het dorp.
Jaap en Sal hebben als ze aankomen in Ferwert al veel meegemaakt. Sal is getraumatiseerd geraakt van de tijd die hij met zijn familie in kamp Westerbork door heeft gebracht. Door een list van hun vader, Ab Roos, konden ze vrijkomen. Hoe dat precies gelukt is, is de beide mannen nooit echt duidelijk geworden.
Ze moesten daarna onderduiken en na een razzia waar ze ook net aan konden ontsnappen belandden Jaap en Sal in Ferwert. Jaap Roos zat daar maar kort. Bij het eerste onderduikadres in het dorp ging het mis. De vrouw die daar woonde, kon waarschijnlijk de spanning niet meer aan en is van het balkon gevallen of gesprongen.
De beide jongens die 4 en 7 jaar oud waren, moesten in allerijl bij iemand anders worden ondergebracht. Via het huis van dokter Smit werd Jaap overgebracht naar Haren.
Sal bleef in het dorp. De familie Van der Heiden gaf hem een warm welkom. Hij werd onderdeel van de familie en werd door de drie dochters opgevoed alsof het hun eigen broertje was.
“Mijn ouders kwamen me ophalen en ik herkende ze niet”, zegt Sal. Er was nog een probleem: Hij kon niet met zijn ouders praten. “Ik sprak Fries. Dat was de enige taal die ik kende.” Dat kwam met name door Tine, de oudste dochter van de Van der Heides. Haar grote liefde was kort daarvoor gefusilleerd door de Duitsers. Al haar liefde stopte ze in de opvoeding van Sal.
Zijn ‘zus’ Tine van de zeedijk kwam daarom naar het gezin toe om zijn moeder te helpen. “Toen had ik mijn zus weer. Zij waren mijn gezin, mijn heit en mem.” Zo heeft Sal ze ook altijd beschouwd.
Op alle momenten dat hij kon, kwam hij terug naar Ferwert. Het contact met de Friese zussen heeft hij nooit verbroken. Ook nu, na hun dood, heeft hij nog altijd contact met de overgebleven familie.
Dat geldt ook voor Jaap Roos. “Ik heb altijd contact met ze gehouden. Ze zijn er alleen allemaal niet meer.” De herinneringen blijven wel. “Het was heel gezellig. Heerlijk om ’s avonds bij de potkachel te zitten. Als ik ergens ben en er is een open haard, dan wil ik daar bij zitten. Heerlijk.”