Op initiatief van de regio Noordoost Fryslân wordt er door de vereniging Noardlike Fryske Wâlden (NFW), Van Hall Larenstein (VHL) en Ondernemersfederatie Noordoost Friesland (ONOF) gewerkt aan een verbreding van het project ‘Fjildlab Noordoost Fryslân’. In dit project wordt onderzoek gedaan naar hernieuwbare grondstoffen als impuls voor een sterke en duurzame, gebiedsgerichte circulaire economie in het gebied van Noordoost Fryslân.
Noordoost Fryslân heeft de ambitie om een vitale economie te worden, met een toegenomen Bruto Regionaal Product en werkgelegenheid die op peil blijft. Dit vraagt om aanpassing van het reguliere beleid. Het Fjildlab kent een eigen werkwijze die gebaseerd is op co-creatie waarbij publieke, private partijen en de regionale kennisinstituten intensief en op basis van gelijkwaardigheid samenwerken. Samenwerken aan innovaties die ons een stap dichter bij de circulaire economie gaat brengen met kansen op nieuwe “groene” banen voor iedereen. De NFW en de VHL zijn 1,5 jaar geleden begonnen met dit initiatief. Recente ontwikkelingen, zoals het ondertekenen van de regiodeal Noordoost Fryslân en gesprekken met SNN, de provincie Fryslân, Vereniging Circulair Friesland (VCF), de Kenniswerkplaats en Agenda Netwerk Noordoost, hebben doen besluiten om het genomen initiatief te verbreden tot geheel Noordoost Fryslân. Op die manier sluit het project goed aan bij de Friese transitieagenda voor de landbouw van de Regiodeal Noordoost Fryslân. Samen met de Provincie Fryslân is het Fjildlab Noordoost Fryslân woensdag 14 maart jl. als landbouwdeal ondertekend op het landbouwcongres in Heerenveen.
Circulaire economie
Uit eerder onderzoek blijkt dat Noord-Nederland een grootschalige producent en leverancier kan worden van hernieuwbare grondstoffen voor een circulaire economie. Meer specifiek: voor de regionale productie van groene chemicaliën, kunststoffen en veevoeder eiwit. De regio Noordoost Fryslân kan zich middels een gebiedsgerichte circulaire economie gaan onderscheiden en internationaal koploper worden. Volgens onderzoek is Noordoost Fryslân met daarin de Noardlike Fryske Wâlden, met haar landschapsstructuur en relatief kleinschalige landbouw, hier uitermate geschikt voor. Het gebied heeft in eerdere vraagstukken al laten zien bedreigingen om te kunnen zetten in kansen, en het ‘natuurdenken’ zit in het bloed van de lokale agrariërs. De samenwerking met de Waadrâne, een open akkerbouw gebied, zorgt voor uitwisselingskansen tussen de melkveehouderij en akkerbouw.
Fjildlab
Om de sprong naar een sterke en duurzame gebiedsgerichte circulaire economie te maken wordt de proeftuin ‘Fjildlab Noordoost Fryslân’ opgezet. Het Fjildlab is een vorm van co-creatie waarin agrariërs en ondernemers in nauwe samenwerking met de overheid, onderwijs- en onderzoeksinstellingen en inwoners in proefvelden werken aan vraagstukken en maatschappelijke uitdagingen op het gebied van bio-economie en duurzame landbouw. Deze co-creatie betekent ook dat de “lasten en lusten” naar rato worden verdeeld. Iedere deelnemer van het Fjildlab draagt naar eigen kunnen een steentje bij, zodat optimaal de beschikbare middelen kunnen worden ingezet. Belangrijke aandachtsvelden van het Fjildlab zijn de bouw, metaal, landbouw en levensmiddelenindustrie. Uitgangspunt van het Fjildlab is dat het natuurlijk en het sociaal kapitaal van het gebied optimaal wordt benut en als “unique sellingpoint” zal worden ingezet om de (circulaire) economie te versterken.
Inmiddels hebben de NFW, VHL en ONOF een aantal kenniskringen ingericht die bestaan uit vertegenwoordigers van de gebiedspartners en lectoren van VHL. Er is al een belangrijke aanzet gegeven voor praktijkgerichte voorstellen voor de korte (0-2 jaar), middellange (2-5 jaar) en de lange termijn (5-20 jaar). De kenniskringen hebben hun eigen expertise, zoals water, natuur, mest, verzilting, voeding etc. In de kenniskringen wordt in goed overleg met elkaar geprobeerd tot innovatieve oplossingen te komen voor de complexe gebiedsopgave van Noordoost Fryslân, waaronder nieuwe verdienmodellen zitten die ons een stapje dichter bij de circulaire economie gaan brengen.