Mevrouw Jansma viert honderdste verjaardag

Op 3 augustus 1916 was het groot feest in het vrachtschuitje van Jogchum Hamstra en Jeltje Hamstra-Lijker. Joukje was geboren, met alles er op en er aan. Een lief klein meisje, de derde dochter van het schippersgezin.

Ze heeft iets geërfd van haar beide ouders. Van haar vader: nooit opgeven en met hard werken bereik je alles. Van haar moeder: trouw, eerlijkheid, vrolijk door het leven gaan en tevreden zijn met wat je hebt.

Samen met haar zusjes speelde ze graag bij hun woonbootje, die lag in de buurt van de Lindelaan. Ze stoof op een dag de weg over en werd aangereden door een auto en ze raakte daarbij erg gewond.

In die tijd hadden schippers het erg druk. Vanwege de haast kwam vader tussen wal en schip terecht en verdronk. Haar moeder kon dat niet verwerken en er knapte iets in haar hoofd. Ze werd afgevoerd naar een inrichting, waar ze uiteindelijk haar verdere leven is gebleven.

De kinderen moesten verder zonder ouders. Zo kwamen haar zusjes in een armenhuis terecht. Joukje moest verder genezen van haar verwondingen en kwam bij het Leger des heils terecht. Die hebben haar wonden verzorgd en verder opgevoed. Die opvoeding was tot haar 16e verjaardag niet gemakkelijk en ze moest voor de kost meehelpen met de werkzaamheden. Hierdoor heeft ze geleerd de handen uit de mouwen te steken en hard te werken. Over deze periode in haar leven wil ze niet praten.

Na haar 18e jaar werd ze geacht zelfstandig te zijn en zo werd ze te werk gesteld als kamermeisje bij hotel Tjaarda in Oranjewoud. De verdiensten waren voor het Leger des heils totdat ze 21 jaar werd.

Ze was toen al een knappe jongedame geworden, dat viel bij de mannen ook erg op. Joukje viel op een slagersjongen, die kwam altijd op een fiets met enorme korven erop om bestellingen af te leveren bij hotel Tjaarda. Ze leerden elkaar beter kennen. Hij was een zoon van Albert Jansma en Aaltje Jansma-Eebeier. Zij hadden een groente- en fruitkwekerij in Heerenveen, met de naam ‘De Plosse’.

Het was een roerige tijd zo voor en tijdens de oorlog. De slagersjongen kreeg ontslag en werd veeverzorger bij een boer in het Schar, een plaatsje bij Heerenveen. Daar is Joukje op 8 januari 1942 met hem getrouwd en al snel kregen ze drie kinderen.

Na de oorlog gingen ze wonen in de Brekkenpolder, een eilandje vlak bij de Lemmer. Daar hebben ze 7 jaar gewoond. Na de Brekkenpolder gingen ze bijna elk jaar verhuizen.

Op 12 mei was de traditionele verhuisdag van veeverzorgers. De kinderen vonden dat wel spannen en leuk, want de verhuizen gebeurde meestal met een schoongemaakte veewagen. De kinderen werden ingeladen bovenop de meubels in de veewagen. Zo ging het soms wel twee keer per jaar.

Na veel reizen gingen ze in Dokkum wonen op 1 maart 1974, omdat de kinderen ouder werden en zelf gingen trouwen en een gezin gingen stichten. Intussen zijn daar 19 kleinkinderen uit voort gekomen, maar die hebben nu al de leeftijd bereikt dat ze getrouwd zijn. Ze hebben 23 kleinkinderen gekregen.

Op 27 maart 1986 is vader overleden. Op 21 maart 2013 is moeder in het Talma hûs gaan wonen, waar ze nu haar 100ste verjaardag viert met de hele familie. Wethouder Bos bracht de felicitaties over namens de gemeente.

• Facebook
• Twitter
• Linkedin
• Whatsapp
• Whatsapp
• Mail