Op dinsdag 12 november sprak de heer Bilker, burgemeester vvan Kollumerland c.a., voor de donateurs van de Oudheidkamer “Mr. Andreae” en leden van de Culturele Vereniging “Vriendenkring, beide te Kollum, over de drie koningen Willem, die het Koninkrijk der Nederlanden heeft gehad.
De voorzitter van de Oudheidkamer, mevrouw Riemersma-Brouwer, heette de vele belangstellenden welkom en na enkele zakelijke mededelingen werd het woord verleend aan de spreker. In 1813, nu 200 jaar geleden, kwam een eind aan de Franse tijd, zo begon de heer Bilker en kwam kroonprins Willem in Scheveningen aan uit Engeland.
Hem werd aanvankelijk de titel van Soeverein Vorst toegekend, maar na de definitieve val van Napoleon in 1815 bij Waterloo werd hij nogmaals ingehuldigd als Koning Willem I. Zijn bijnaam werd koning-koopman. Hij liet diverse wegen en kanalen aanleggen om de infrastuctuur van het land te verbeteren. Hij regeerde als verlicht despoot: alles voor het volk, niets door het volk. Toen hij na de dood van zijn eerste vrouw, Wilhelmina van Pruisen, wilde hertrouwen met een Belgische gravin stuitte dat op grote tegenstand, waardoor hij besloot af te treden: een unicum in die tijd. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Willem II, die bekend was geworden als militair in de Tiendaagse Veldtocht tegen de zuidelijke Nederlanden. En in 1848 werd hij in een nacht “bekeerd” van uiterst conservatief tot uiterst liberaal. De grondwet van Thorbecke werd aangenomen, waarbij de burgemeester van Kollumerland in dit tijd, Louis Gaspard Adrien graaf van Limburg Stirum, als voorzitter van het parlement een belangrijke rol speelde.
Willem II was maar kort koning. Na zijn overlijden in 1849 werd zijn zoon Willem zijn opvolger als Willem III. Deze had niet veel op met de nieuwe grondwet en wilde liever regeren zoals zijn grootvader Willem I had gedaan. Willem was getrouwd met zijn volle nicht Sophie van Württemberg, de dochter van koning Willem I van Württemberg en Catharina Paulowna (Catharina was de zus van de moeder van Willem III, Anna Paulowna). Het werd een slecht huwelijk, mede door Willems buitenechtelijke affaires en seksuele uitspattingen. De weinig tolerante en zeer ambitieuze houding van zijn echtgenote deed de rest. In 1851 wilde de koning het huwelijk laten ontbinden. Dat mislukte, en sindsdien leefde het paar gescheiden van tafel en bed. Uit het huwelijk kwamen drie zoons voort, maar alle drie stierven eerder dan Willem III, zodat er geen troonopvolger meer was.
Uit het tweede huwelijk van Willem III met Emma werd in 1880 prinses Wilhelmina geboren, die na het overlijden van haar vader in 1890 Koningin zou worden, maar nog geen 18 jaar oud was, waardoor Emma als regentes ging regeren. Maar besloot de heer Bilker zijn interessant verhaal: Dit is een verhaal voor een volgende keer. De heer Bilker werd hartelijk bedankt door de voorzitter hetgeen onderstreept werd met een hartelijk applaus door de aanwezigen.