Burgemeester Bearn Bilker van Kollumerlandc.a. bracht op maandagmiddag 20 juni een bezoek aan het echtpaar Jan en Murkje Dillema-Boorsma die 60 jaar zijn getrouwd Jan Dillema werd geboren in 1936 in Kuikhorne aan de kant van Dantumadeel. Hij groeide op in een gezin met vier kinderen op Noordburgum, in de volksmond ook wel “Burgerheide” genoemd. Na de lagere school, volgde de ambachtsschool en daarna de avondschool en hij werd timmerman. Murkje Boorsma werd geboren in Tietjerk, groeide op in Rijperkerk in een gezin met vijf kinderen.
Na de huishoudschool en een naaicursus werd zij dienstmeisje bij particulieren en enkele boeren. Na haar huwelijk bleef zij huisvrouw. Zij hebben elkaar voor het eerst ontmoet in Rijperkerk. “Ik seach in moai famke oankommen op de fyts”seit Jan. “Ik griep har by de pakjedrager beet om sa kontakt te meitsjen”. “Hja hâlde dêr net sa fan, dus it kontakt waar neat”.
Levensbeschrijving van Jan en Murkje Dillema-Boorsma
Het tweede contact was aan de rijksstraatweg tussen Hardegarijp en Zwartewegsend. Na een kort gesprek mocht hij mee fietsen naar Rijperkerk, maar nog niet naar haar huis. De verkering kwam tot stand in 1954. Zij waren beide 17 jaar. Hij werkte als timmerknecht bij Kloetstra op Noordburgum eerst voor een salaris van ƒ 4,00 per week. Later werd dit ƒ 6,00. Murkje werkte als dienstmeisje bij een familie in Leeuwarden voor halve dagen en voor ƒ 7,50 per week. Later ging ze door omstandigheden bij een boer werken als dienstmeid in Tietjerk. Haar hobby was het muziekkorps. Noten lezen was er niet bij, maar ze had wel geleerd welke noot bij welk ventiel hoorde. Later ging ze ook zingen in het koor.
In juni 1956 werd er getrouwd. Als een meisje per ongeluk in verwachting raakte, dan moest er getrouwd worden. Tegenwoordig is dat niet zo’n probleem, je gaat gewoon samenwonen. Later kan er nog wel eens getrouwd worden. Dat was toen anders. Enkele kerken eisten zelfs dat je een schuldbelijdenis aflegde in een kerkdienst te midden van de gemeente, anders mocht je niet in de kerk trouwen. Hij was toen net in de militaire dienst en de dominee wou wel even met haar praten. Na korte tijd heeft haar vader de dominee de deur gewezen.
Hun eerste zoon werd geboren in 1956 op een autoloze zondag in december, in de kraamkliniek in Leeuwarden. Zij gingen wonen in Oenkerk. In 1957 zwaaide hij af uit de militaire dienst. Hij ging werken bij een timmerbedrijf in Oenkerk. Na twee jaar Oenkerk verhuisden ze naar Molenend. Daar werd de tweede zoon geboren. Helaas levenloos. Ook de derde zoon werd in Molenend geboren. Na de strenge winter van 1963 ging hij werken als timmerman bij een woningstichting in Leeuwarden. Het werd dus weer verhuizen. Hier begon hij aan een schriftelijke studie “Weg-en Waterbouw”, bij koninklijk instituut PBNA te Arnhem. In Leeuwarden werd de vierde zoon geboren, dit was heel speciaal, want het was Vaderdag en hun trouwdag. Mooier cadeau kan je op Vaderdag en je trouwdag niet krijgen. Na een paar jaar studeren kwam hij in dienst bij Rijkswaterstaat als opzichter met als standplaats Joure.
Weer verhuizen dus. Hierna volgde de gemeente Workum en als laatste de gemeente Haren. Hier werd hij hoofd van de afd. Wegen, Reiniging en Tractie, de WRT. Ook werd hij brandmeester bij de vrijwillige brandweer van die gemeente. Door een reorganisatie in de buitendienst werd hij op 54 jarige leeftijd ontslagen. Zij gingen terug naar Friesland, naar een voor hun heel nieuw gebied, Kollum. Ondertussen zijn er 10 kleinkinderen en 3 achterkleinkinderen geboren en de 4e is op komst. Hun hele leven hebben zij zich met vrijwilligerswerk bezig gehouden. Het begon in 1957 met vakbondswerk, dat ging door in Leeuwarden. In Joure stond het kerkenwerk centraal met daarnaast jeugdwerk.
In Workum was hij bij de brandweer, voorzitter van het schoolbestuur en jeugdouderling. Maar in Haren ging het wat rustiger, daar was het alleen de brandweer, maar in Kollum aangekomen kwam al gauw het kerkenwerk weer centraal te staan voor hen beiden, met daarnaast 10 jaar in het Lichtpunt te Kollumerzwaag. Zij legde zich toe op haar hobby zingen. In elke plaats waar we gewoond hebben was ze bij een zangkoor. In Haren zelfs bij 2 koren en maakte zij zich druk met de Vrouwenbond. Samen maakten zij zich druk voor de Scandinavische Vereniging in Leeuwarden. Vanaf 1977 werden de vakanties doorgebracht in Scandinavië.
Eerst in alle 4 landen maar later het meest in Zweden, waar ze nog steeds contacten onderhouden met vrienden. Ze hebben zich de taal ook een beetje eigen gemaakt, door cursussen te volgen, die door de Scandinavische Vereniging Friesland worden georganiseerd. Nu ze beide bijna 80 jaar zijn ze gestopt met het vrijwilligerswerk voor de kerk en het reizen naar Scandinavië. Voor al het vrijwilligerswerk wat ze samen gedaan hebben werd hij op 25 maart 2002, benoemd tot Lid in de orde van Oranje Nassau. Hij moest verleden jaar een hartoperatie ondergaan en zij krijgt wat last van vergeetachtigheid. Samen kijken ze met dankbaarheid terug op een 60 jarig “Poerbêst houlik”.