HARKEMA – Het debuutseizoen op het hoogste niveau werd door Harkema-Opeinde in 1971 afgesloten op een gedeeld eerste plaats. Veel beter kan het dan niet meer worden. Dat was ook niet realistisch voor een voetbalclub uit een dorp van nog geen 4000 inwoners, notabene met 2 clubs op het hoogste amateurniveau.
Oefenmeester Sip van der Zee had het voor aanvang van de jaargang 1971/1972 reeds voorspeld. De succestrainer was van mening dat Harkema-Opeinde opnieuw prima mee zou kunnen in het amateurvoetbalwalhalla. Een rol van betekenis met betrekking tot de titel zag Van der Zee niet voor Harkema weggelegd. Dat was een reële prognose, al schrok al wat Harkema-Opeinde een warm hart toedroeg toch behoorlijk gedurende de competitiestart. Na negen wedstrijden was er nog geen enkele overwinning geboekt.
Het seizoen begon met een gelijkspel tegen MOVV. Dit werd als een teleurstelling gezien. Een jaar eerder werd er bij de competitiestart nog met 3-1 gewonnen van de counterploeg uit Oost-Groningen. De nederlaag die een week later werd geleden tegen aartsrivaal Drachten was enigszins te billijken. Naast het 2-1 verlies zorgde het geblesseerd uitvallen van Sake Kooistra en aanvoerder Joop Pander wellicht voor grotere schade. Verontrustend werd het toen Harkema vervolgens in eigen huis met 1-3 ten onder ging tegen promovendus Oosterparkers. Het was de eerste thuisnederlaag van de Harekieten in competitieverband sinds 3,5 jaar. Volgens Wout van der Heide, oud-speler, ging er in eigen huis altijd een schepje bovenop. ,,We hadden het geluk dat we eigenlijk zelden op achterstand kwamen. Dat was ook een kwaliteit hoor. Onze ploeg had hele beste voetballers. En voor trainer Van der Zee wilden we wel door het vuur gaan.’’
Na de eerste thuisnederlaag sinds jaren was de verliespartij twee weken later zo mogelijk nog ontluisterender. Een veel te sterk Germanicus keerde toen met een 0-4 zege op zak terug uit de tot voor kort zo onneembare vesting. Naast deze oorwassing waren er ook tal van wedstrijden waarin er best meer in had gezeten voor de groengelen. Zowel in Muntendam als in Emmen werd in de slotminuten verloren dankzij een eigen doelpunt. Een handvol geblesseerden ondertekenden het aloude gezegde dat ‘wie eenmaal in de hoek zit waar de klappen vallen, daar dikwijls zeer lastig uitkomt’.
Pas op 7 november 1971 was daar eindelijk een lichtpuntje. Een voor het eerst in de volledige bezetting aantredend Harkema-Opeinde klopte vv Leeuwarden, de latere kampioen, met 2-0. Deze zege kreeg een week later een prima vervolg aan de Lemmerweg in Sneek. Dankzij een treffer van wijlen Henk Schievink in de eerste minuut werd de aansluiting met de staart van de middenmoot hervonden. Het bleef evenwel punten schrapen voor het elftal van trainer Van der Zee. Een zegereeks zou er in de jaargang 71-72 nooit van komen. Na een knap gelijkspel bij de Oosterparkers op tweede kerstdag – waar Dick Nanninga wegens ziekte ontbrak – werd overwinterd op een elfde plek.
In het eerste duel na de winterpauze werd de hekkensluiter MOVV op afstand gezet. Wopke Elzinga en Piet van der Veen zorgden er met hun doelpunten voor dat de men in Midwolda-Oostwold zich al kon gaan voorbereiden op de tweede klasse. Toen halverwege februari Muntendam in Harkema met 2-0 werd verslagen, leek de zon uiteindelijk dan toch door te breken. De middenmoot lonkte, maar in het uitduel tegen de nummer voorlaatst Alcides ging het faliekant mis. De Meppelers waren veel sterker en zetten de Friezen met 3-1 opzij. De aansluiting met de veilige zone werd gemist. Dat was niet de enige schade. Door de overwinning ging de club uit Meppel weer serieus in de handhavingskansen geloven, hetgeen een serie prima resultaten voor Alcides tot gevolg had.
Die prima resultaten van Harkemaster zijde kwamen er maar mondjesmaat. Wel werd Emmen, tot voor kort titelkandidaat maar inmiddels plichtmatig voetballend, in Harkema onder de voet gelopen. De latere profclub werd met liefst 5-2 – een ongewoon hoge score in de jaren ’70 – verslagen. Ondanks die memorabele zege was ‘De Heide’ tot de laatste speeldag nog niet veilig. MOVV was al wekenlang gedegradeerd, Alcides stond op 16 punten, Harkema op 17 en CEC en Muntendam hadden allebei 18 punten bijeen gesprokkeld. Zowel bovenin als onderin de ranglijst was er de laatste speeldag nog van alles mogelijk.
Door clubs van buiten de provincie werden de degradatiekansen van Harkema niet hoog aangeslagen. De Groningse en Drentse ploegen gingen er vanuit dat Sneek – dat op de laatste speeldag op visite ging in De Friese Wouden – de provinciegenoot een vriendendienst zou bewijzen. Die voorspelling kwam op papier uit. Harkema won met 1-0. Wie anders dan Wopke Elzinga produceerde het doelpunt dat het eersteklasserschap verlengde. Sneek weerde zich kranig, maar geloofde het na het openingsdoelpunt in de 51ste minuut wel. Uiteindelijk was het Alcides dat na een beslissingsduel tegen CEC als tweede degradant de boeken in ging.
Twee jaar eersteklasser, eenmaal bijna kampioen, eenmaal bijna gedegradeerd. Voor aanvang van het seizoen 1972/1973 was het dus lastig te voorspellen hoe de vlag er bij hing. In ieder geval had de vereniging een aantal belangrijke veranderingen doorgemaakt voor aanvang van de nieuwe jaargang. In augustus 1972 nam het samen met Harkemase Boys sportpark De Bosk in gebruik, anno 2020 nog steeds de thuisbasis van de groengelen uit Harkema. Daarnaast stond er een nieuwe man aan het roer. Succestrainer Sip van der Zee kreeg van de bond geen licentie om in de eerste klasse te trainen. Oud GVAV-prof Abel Alting had die wel en tekende als hoofdtrainer. In de selectie weinig veranderingen, al was er naast het vertrek van Jan Hiemstra naar de vv Surhuisterveen één opmerkelijke transfer: routinier Klaas Kooistra kwam over van ‘De Readtsjes’.
Een andere grote verandering kreeg uiteindelijk geen doorgang. Nadat het dorp Harkema-Opeinde in 1972 werd omgedoopt tot Harkema, wilde het bestuur van de plaatselijke zondagclub de clubnaam veranderen. Aan dit traject waren kosten verbonden die zo hoog waren, dat de clubnaam zoals die bij de oprichting in ’46 was tot op de dag van vandaag gelijk is gebleven. Na een tegenvallende start (1 uit 3) harkte Harkema-Opeinde de punten in de eerste klasse vrolijk bijeen. Met name tegen de Friese opponenten verging het ‘De Heide’ goed. Sneek – de landskampioen van 1970 – werd in november ’72 zelfs voor de vijfde keer in twee jaar tijd geklopt. Het degradatiespook bleef het gehele jaar op veilige afstand. Begin maart hadden de manschappen van trainer Alting zich al zo goed als veilig gespeeld.
Door de invoering van de hoofdklasse werd het seizoen 1973/1974 een aparte. De bovenste 7 clubs promoveerden, de nummers 8 t/m 11 bleven eersteklasser en alleen de nummer laatst degradeerde. Een hoofdklasse had er wat de meeste Harkemasters betrof niet hoeven komen. Voorzitter Van der Bij legde voorafgaand aan het seizoen uit waarom: ,,Nu clubs als Jubbega en Zwaagwesteinde zijn weggezakt hebben we steeds minder aansprekende tegenstanders. De hoofdklasse betekent dat we nog verder moeten reizen. Dat geld uiteraard ook voor de tegenstanders. Vermoedelijk zullen die in de hoofdklasse ook minder volk meenemen.’’ Ondanks dat ging Harkema vol voor de hoofdklasse. De start was hoopvol; Oosterparkers kreeg er op De Bosk met 5-1 van langs.
Deze knappe start kreeg een goed vervolg. Uit tegen Velocitas werd geremiseerd, de thuiswedstrijd tegen Drachten werd voor 2400 aanwezigen in een 2-0 zege omgezet. Het eerste verlies kwam in Emmen, gevolgd door een thuisnederlaag tegen Germanicus. Over het geheel waren de verschillen in 1974 klein in klasse 1C. Zo kon het dat Harkema na 11 duels op een zevende plaats stond, hetgeen recht gaf op promotie naar de hoofdklasse, om vervolgens 3 partijen later onderaan te staan op de enige plek in 1C die degradatie tot gevolg zou hebben. Cruciaal was de 2-1 thuiszege tegen Sneek in de 16de speelronde. Het luidde een reeks van 5 ongeslagen wedstrijden in. Deze reeks zorgde er voor dat degradatie zo goed als onmogelijk werd. Serieus voor promotie naar de hoofdklasse kwamen de Harekieten ook niet meer in aanmerking.
Wat bij veel Harkema-aanhangers het meest is blijven hangen uit het seizoen 73-74 is de uitwedstrijd tegen Drachten, gespeeld op 6 januari 1974. De Drachtster penningmeester zal een hartverzakking gekregen hebben toen de regering op deze datum een autoloze zondag instelde. Dit zou zonder meer honderden toeschouwers minder opleveren. Toch had men in Drachten uiteindelijk een mazzeltje. Het was die zondag zo vlak na de jaarwisseling prima weer. Meer dan duizend Harkema-supporters pakten de fiets. Hierdoor stonden er uiteindelijk toch nog 2400 toekijkers langs de lijn. Minder dan bij andere onderlinge derby’s, maar nog steeds een respectabel aantal. De fietstocht voor de Harkema-sympathisanten leek aanvankelijk tevergeefs. Vlak voor het halfuur zette Siep Boomsma de thuisploeg op 1-0 vanuit een strafschop. Tot overmaat van ramp kreeg Sake Kooistra vlak na de openingstreffer een veldverwijzing. In de pauze voelde het tiental overgebleven Harekieten dat hun onrecht was aangedaan. Dit deed het Wâldbloed opborrelen met een sensationele tweede helft tot gevolg. In ondertal werd Harkema baas op het veld. Halverwege de tweede helft zette Klaas Kooistra vanaf de strafschopstip de gelijkmaker op het bord. Een kwartier later leverde diezelfde Kooistra een loepzuivere voorzet af op Piet van der Veen, die zijn ploeg fraai naar een 1-2 zege kopte.
Harkema-supporter Anne Heidinga, tevens oud-voorzitter en oud-elftalleider, was er die dag bij in Drachten: ,,Dat was een prachtige dag. Ik weet nog dat Sake Kooistra, die al uit het veld was gestuurd, na de gelijkmaker uit blijdschap het veld in rende. Dat mocht natuurlijk niet. De scheidsrechter raakte helemaal overstuur. Op de terugreis uit Drachten fietsten we allemaal over de Betonwei. Auto’s waren er toen toch niet. “ Ondanks dat Harkema na vier seizoenen zonder te degraderen niet meer op het hoogste niveau speelde, werd er vol vertrouwen begonnen in de ‘nieuwe’ eerste klasse. Er waren nogal wat wijzigingen in de selectie. In beginsel was er al een nieuwe trainer. Hoewel er aanvankelijk een mondeling akkoord tot verlenging was met trainer Alting, gaf deze nog voor er een handtekening was gezet te kennen te verkassen naar Velocitas. Een oplossing werd snel gevonden; Teddy van der Horst, voormalig-trainer van o.a. vv Drachten streek in Harkema neer. Oud-speler Wout van der Heide is helder in zijn oordeel: ,,Van der Horst was niet mijn favoriete trainer. Hij hield er vreemde oefenstof op na. Ik weet nog dat we op een gegeven moment op ellenbogen en knieën over het veld moesten kruipen. Dat verdomde ik. ,,Ik ben toch geen mol!”, heb ik hem verteld. Wat dat betreft waren Sip van der Zee en Abel Alting veel betere trainers. Van der Zee was sociaal zeer sterk. We noemden hem soms ons tweede vader. Alting was qua trainen monsterachtig. De manier waarop hij bij ons vertrok was alleen wat stiekem.’’
Er waren in 1974 nogal wat wijzigingen in de Harkemaster selectie: Klaas Kooistra werd trainer van VVT, Sake Kooistra vertrok naar dorpsgenoot Harkemase Boys, Andries Roorda en Rikus van der Bosch gingen naar de profs, respectievelijk Cambuur en FC Groningen.Het vertrouwen waarmee aan de competitie werd begonnen, was vooral gebaseerd op een oefenpartij die in augustus 1974 tegen eerstedivisionist Heerenveen werd gespeeld. Harkema hield de profs lang op 0-0 en was geruime tijd zelfs de betere partij. Pas in de slotfase scoorden de ‘Pompeblêden’ driemaal. In de competitie kwam Harkema evenwel traag op gang. Pas in november leken de groengelen de draai gevonden te hebben. De uitwedstrijden tegen Helpman, WVV en Rood Geel werden gewonnen, na de winterstop kreeg deze reeks een vervolg tegen Leeuwarden. De ongeslagen serie werd daarna opgerekt naar 8 duels, al gebeurde dit door een viertal gelijke spelen. Toen in Valthermond werd verloren op 9 maart 1975, leek de hoop op een goed einde in de vorm van een prijs vervlogen. In de slotwedstrijden van het seizoen liet Harkema zich – ondanks een knappe remise tegen kampioen Hoogeveen – niet van de beste kant zien. Zo werd er tegen dikke verliespartijen aangelopen bij Nicator (6-0) en Hoogezand (6-1).
Ondanks de matige tweede seizoenshelft en de kleurloze eindklassering, volgde er een prachtig ‘naseizoen’. Het eerste elftal van Harkema-Opeinde bundelde de krachten met Harkemase Boys 1. Gezamenlijk namen de Harkemaster voetbalclubs het op tegen eredivisionist FC Twente. De Enschedeërs hadden enkele weken eerder de finale van de Europa Cup verloren van Borussia Mönchengladbach en behoorden tot de vaderlandse top. De profclub had het evenwel moeilijk in Harkema. De amateurs kwamen dankzij Sake Kooistra zelfs op 1-0. In een tijdsbestek van 10 minuten zetten de profs de zaak naar de hand. Het eindigde in 1-2. Al met al was het een prachtige happening voor de 4000 aanwezigen. Enkele weken later namen Harkema-Opeinde en Harkemase Boys het tegen elkaar op in de finale van de Achtkarspelen Cup. Opnieuw was er veel publieke belangstelling. De 2500 toekijkers zagen Harkema-Opeinde met 2-0 winnen. Ondanks deze mooie apotheose werd het contract met trainer Van der Horst niet verlengd. In Fred Dillingh, assistent-trainer bij FC Groningen en in het verleden werkzaam bij Roden, werd een opvolger gevonden.
Het was duidelijk dat Harkema na de komst van de hoofdklasse op het één-na-hoogste niveau niet direct een hoogvlieger was. Met name het scoren was een terugkerend probleem. Een oplossing daarvoor leek zich vrijwillig aan te dienen. Van het steeds verder wegzakkende Zwaagwesteinde kwam in 1975 topschutter Gerrit Plantinga over. Bij zijn officiële debuut tegen Zwartemeer scoorde de nieuweling meteen. Bij die ene treffer bleef het. Problemen met de meniscus hielden Plantinga vrijwel het gehele seizoen aan de zijlijn. Het doelpunten maken bleef dus een issue, al werd er halverwege de jaren zeventig over het geheel nauwelijks gescoord. Op wekelijkse basis eindigden meerdere wedstrijden in klasse 1C doelpuntloos. In 22 wedstrijden trof Harkema de roos slechts 12 keer. Ondanks dat karige aantal waren er teams die nóg minder scoorden. Gelukkig kon de groengele equipe leunen op een prima defensie. Tegenover de 12 gescoorde goals stonden slechts 18 tegentreffers. Alleen het Muntendam van Eppo Lemain en Jan Pluim pakte van Harkema-Opeinde twee keer de volle mep. De andere competitiegenoten moesten allemaal punten afstaan aan ‘De Heide’. Desondanks dreigde het hele seizoen degradatie. Een hattrick van Jouke Hager in de slotwedstrijd tegen Titan voorkwam dit.
Met een drietal versterkingen – Joop Heidinga van vv Drachten, Jappie Bosma van Zwaagwesteinde en de op het oude nest teruggekeerde ‘Wimpie’ van der Wijk van Houtigehage – waren de verwachtingen voor het seizoen 1976/1977 hoopvol. De start van het zevende seizoen in op rij in de eerste klasse was prima. Muntendam, vv Harlingen en Hoogezand werden geklopt. Tot en met de vijfde speelronde ging Harkema-Opeinde aan kop. Daarna zette het verval in. In de uitwedstrijd tegen Drachten leek er nog een succesje te komen, maar het bleef bij een puntendeling omdat Drachten-goalie Rikkert Elzinga in de laatste minuut de strafschop van Joop Heidinga onschadelijk maakte. Zo rond maart 1977 kwamen de heidebewoners serieus in degradatiegevaar. Een overwinning op Drachten gaf hoop, maar al met al slaagde de ploeg van Fred Dilling er tot de laatste speelronde niet in zich in veilige haven te spelen. Uitgerekend Titan, de ploeg waartegen een jaar eerder het vege lijf werd gered, duwde Harkema-Opeinde de tweede klasse in. Het werd 5-1.
De glorietijd leek ten einde. Sterkhouders van de gouden generatie – Wout van der Heide, Wopke Elzinga, Piet van der Veen o.a. – verdwenen uit beeld. Anno 2020 wordt er bij Harkema-Opeinde met warme gevoelens teruggekeken op de jaren ’70. Anne Heidinga vertelt: ,,Niet alleen ons eerste trok veel publiek, ook de A1 en het tweede speelden op het hoogste niveau. Bij wedstrijden van deze teams stonden vaak ook honderden toeschouwers op de kant. Ik kan me herinneren dat wij ook gewoon naar Valthermond gingen als de A1 daar speelde. Ook als we zondagochtend hadden gevoetbald en het eerste die middag uit moest, reden we er gewoon naar toe. Je wist dat je dan een groot deel van de wedstrijd miste, maar dat was niet een reden om niet te gaan. In 1977 zijn we ook naar Nieuw-Weerdinge geweest toen ons eerste daar de belangrijke wedstrijd tegen Titan speelde. Toen we daar in de pauze aankwamen, was het al 4-0. Achteraf hadden we ons die reis dus kunnen besparen.’’
Voor wat betreft die glorietijd? Twee jaar later laaide die opnieuw op. Daarover gaat het de volgende keer. Dan een uitgebreid overzicht van de periode 1979-1982.
Bijschrift foto 1: Een combinatieteam van Harkema-Opeinde en Harkemase Boys maakte het FC Twente knap lastig in 1975.
Bijschrift foto 2: Voor 2900 toeschouwers won Harkema-Opeinde op 20 maart 1977 met 2-0 van streekgenoot Drachten.
Bijschrift foto 3: Wout van der Heide zit een speler van Leeuwarden fel op de huid in het Cambuur-stadion.
Bijschrift foto 4: In maart 1976 speelde Harkema-Opeinde de latere kampioen Valthermond totaal van de mat. Ondanks de druk van Henk Schievink (rechts) en toekijker Jouke Hager bleef het bij 0-0.
Bijschrift foto 5: Voor 2500 toeschouwers klopte Harkema-Opeinde in 1975 dorpsgenoot Harkemase Boys met 2-0 in de finale van de Achtkarspelen-cup.