LEEUWARDEN – Natuurbrandfase 2 gaat van kracht. Door de droogte neemt de dreiging van brand in de natuur toe, daarom is de Friese brandweer vanaf zaterdag extra alert. Als de vlam echt in de pan slaat, moet er heel wat gebeuren. De veiligheidsregio’s van Fryslân, Groningen en Drenthe kondigen de waarschuwing officieel om middernacht af. Die gaat naar het hoogste risiconiveau: van 1 (regulier gevaar) naar 2 (verhoogd gevaar).
Extra alert
“Bij fase één is het relatief nat. Maar fase twee betekent dat we alert zijn, met extra materiaal. Maar ook dat we gemeenten waarschuwen”, legt Jos van der Kooij van Brandweer Fryslân uit. Hij heeft als specialist natuurbranden in portefeuille. In Europa komen steeds extremere natuurbranden voor, door droogte, hittegolven en klimaatverandering. “De actualiteit helpt de brandweer wel. Mensen zijn zich steeds meer bewust dat niets doen geen optie is”, vertelt Van der Kooij.
Fryslân heeft 13 natuurgebieden waar extra maatregelen nodig zijn. Eén daarvan is het Drents-Friese Wold, omdat daar talloze dingen bij elkaar komen. Het gaat om natuur, zoals bos en heide. Maar ook om recreatie, denk aan campings, de Bosbergtoren en andere voorzieningen voor toeristen. Maar er loopt ook een provinciale weg en er liggen meerdere zorginstellingen in het bos. “Die combinatie, alles dicht op elkaar, maakt het een kwetsbaar gebied.”
Drents-Friese Wold onder de loep
Maar wat nu als er wel een grote brand ontstaat in de bossen bij Appelscha? Dan is stap één weten waar het vuur is begonnen, vertelt Van der Kooij. “Een beeld krijgen van de situatie, daar draait het om.” In bebost gebied is zoiets lastig: “Want leg zonder straatnamen maar eens uit waar precies het vuur is.” Van der Kooij wijst daarom op de 112NL app: door daarmee te bellen is een locatie makkelijker te achterhalen.
Met variabelen zoals windsnelheid, temperatuur en vegetatie probeert de brandweer in kaart te brengen hoe vuur zich uitbreidt. Meestal is dat over de grond, in gras en lage begroeiing. “We hopen niet dat het in de bomen komt, want dat is bijna niet te houden. We noemen dat ‘kroonvuur’, dan zit het in de toppen. Maar ‘grondvuur’ komt het meest voor.”
Pelotons
Een volgende stap is opschalen van de melding. Een natuurbrand begint standaard als een ‘middelbrand’, maar vaak gaat het al naar een ‘grote brand’ toe. Vier wagens rijden als eerste uit. Dat zijn reguliere brandweerkorpsen uit de omgeving, die er het snelst kunnen zijn. “Daarna roepen we ‘pelotons’ op”, zegt Van der Kooij. Dat zijn groepen van steeds vier wagens. “Voor het blussen, maar ook om met water te rijden in een circuit.” In principe is de insteek om van de weg af te blussen. “Anders breng je jezelf in gevaar.” De brandweer probeert eerst een ‘offensieve inzet’: het gebied in om het vuur te blussen. Als dat niet lukt, volgt ‘defensieve inzet.’ Dat betekent dat de brandweer van buiten af probeert te voorkomen dat het vuur overslaat.
Natuurgebieden worden verdeeld in ‘compartimenten’, gebieden die door paden zijn omheind. Noordoostelijk van de N381 zijn zo’n vijf compartimenten. “Ons doel is om een brand zo snel mogelijk te blussen, maar lukt dat niet, dan trekken we ons terug naar de grenzen van zo’n compartiment. Daarbinnen mag het branden, dat accepteren we. Maar we willen geen overslag naar een ander compartiment”, vertelt Van der Kooij. “Brand voorkom je niet. Maar het moet beheersbaar blijven.” Brandweerlieden hebben verschillende tactieken. Ze kunnen natte en droge stoplijnen inzetten. Nat is met water, waarbij met natte wegen wordt geprobeerd verspreiding tegen te gaan. En droog is door bijvoorbeeld vegetatie weg te halen of een stuk gecontroleerd te laten afbranden.
Tegelijkertijd wordt er opgeschaald in GRIP-niveau. Dat geeft de impact voor de omgeving aan en betekent dat andere hulpdiensten, overheden en terreinbeheerders gealarmeerd worden. Bij een noodsituatie zijn vele organisaties betrokken, al heeft de brandweer uiteindelijk de leiding. Als het nodig is, wordt er begonnen met evacuatie. De zorginstellingen hebben eigen draaiboeken, ook omdat bewoners slecht ter been zijn. Het ontruimen van campings is een grote operatie: “Daar zitten ’s zomers duizenden mensen.” Mocht het echt uit de hand lopen, dan kan er landelijk hulp worden gevraagd. Denk aan waterhelikopters van defensie of gespecialiseerde teams uit andere provincies.
“Een brand blijft altijd improviseren. Maar als je er aan de voorkant over nadenkt, is dat al winst.”
Jos van der Kooij van Brandweer Fryslân
“Een brand blijft altijd improviseren. Maar als je er aan de voorkant over nadenkt, is dat al winst.” En dat wordt dan ook gedaan. Sinds enkele jaren bestaat er een ‘gebiedsgerichte aanpak.’ Minstens één keer per jaar overleggen diverse betrokken partijen. Dat is nodig omdat belangen nog wel eens door elkaar lopen. Natuurbeheerders laten bijvoorbeeld dood hout liggen omdat dat goed is voor de biodiversiteit. Maar bij een brand is dat juist een risico. “We spreken wel eens verschillende talen, maar we proberen elkaar te begrijpen.”
Wake-up call Wateren
In augustus 2018 was er bij Wateren een grote heidebrand in het Drents-Friese Wold. “Collega’s van de brandweer Appelscha hebben het daar nog steeds over”, vertelt Van der Kooij. “Dat was een grote wake-up call.” Daarna volgden veel maatregelen. Er zijn nieuwe hekken geplaatst, waar de brandweer makkelijker door kan. Bomen langs de weg zijn hoger opgesnoeid, zodat vuur minder goed omhoog klimt. Er kwamen meer loofbomen, omdat dennenbomen sneller branden.
Het gebied kreeg drie calamiteitenputten om grondwater te kunnen gebruiken: bij het Canadameer, Duinen Zathe en camping De Roggeberg. “En we zijn bezig om bij zorglocatie OlmenEs nog een put te maken.” Deze maand zeggen verschillende partijen in een convenant toe een bijdrage te leveren aan preventie. Maar ook los daarvan worden tips gedeeld. “Over brandveiligheid: denk aan het vrijhouden van daken van naalden die uit bomen vallen.” Het samenwerkingsverband zet draaiboeken op met kaarten, foto’s en ontmoetingsplekken. Er worden op locatie oefeningen en controles uitgevoerd. Natuurbeheerders houden cruciale wegen toegankelijk.
Doorlopend proces
Het aanpassen van plannen blijft echter een continu proces. Natuurbranden vragen andere brandweerwagens, die handzamer zijn, meer water mee kunnen nemen en hoger op de wielen staan. De beschikking hebben over drones zou ook mooi zijn. Maar Van der Kooij is tevreden over de aanpak. “Het blijft altijd zoeken, maar ik merk dat iedereen van goede wil is.”