LEEUWARDEN – Het is de grootste drugszaak in Fryslân ooit: de zaak-Vidar. Vandaag moeten veertien mannen uit onder andere Leeuwarden, Zurich en Noardburgum in hoger beroep voorkomen, zo schrijft Omrop Fryslân. De rechtszaak duurt twee weken.
De zaak draait om internationale drugshandel tussen Fryslân en Scandinavië. Op 2 maart 2020 werden 28 verdachten opgepakt na een groot onderzoek naar de rol van leden van motorclub Hells Angels in de handel in harddrugs.
Bij invallen op verschillende plekken vond de politie zestien blokken hasj, 300 hennepplanten en kleine partijen speed, cocaïne, ghb en xtc.
De zaak kwam aan het licht in maart 2020, toen een drugstransport naar Finland werd onderschept. De politie deed op zeventien plekken invallen, in onder andere Leeuwarden, Harlingen, Zurich, Noardburgum en Westergeast zijn panden doorzocht. Daarbij werden grote hoeveelheden drugs gevonden.
De rechtbank legde op 17 augustus 2022 straffen op van 80 uur werkstraf tot zeven jaar cel. Die hoogste straffen waren voor een 53-jarige man uit Leeuwarden en een 59-jarige man uit Zurich. Die laatste wordt gezien als de leider.
Om de drugsbende op te rollen heeft justitie een criminele burgerinfiltrant ingezet. Dat is een persoon die uit het criminele circuit komt en dus het vertrouwen in de onderwereld kan winnen. Volgens justitie was alleen met zo’n infiltrant het gesloten bolwerk van de Hells Angels te slopen.
De infiltrant verdiende met zijn werk voor de overheid zo’n 100.000 euro. Hij legde begin 2018 contact met een van de verdachten, een 36-jarige man uit Leeuwarden. Die zegt echter dat hij erin geluisd is.
Zo’n zwaar opsporingsmiddel als een burgerinfiltrant mag niet zomaar worden gebruikt. Sinds de IRT-affaire in de jaren 90, waarbij de politie zelf betrokken was bij drugshandel om een zaak op te lossen, gelden er strenge regels bij de opsporing.
De zaak-Vidar is de eerste zaak waar een criminele burgerinfiltrant is ingezet. Voor de veiligheid van de infiltrant is zijn naam geheim gehouden en heeft hij de codenaam A-4110 gekregen.
De advocaten van de verdachten zeggen dat het Openbaar Ministerie zich niet heeft gehouden aan de strenge voorwaarden voor de inzet van de criminele burgerinfiltrant. Zo zou de minister pas toestemming hebben gegeven toen de A-4110 al lang aan het infiltreren was. Ook was het opsporingsmiddel volgens de advocaten buitenproportioneel.
De advocaten vinden dat de informatie die door de criminele burgerinfiltrant is verzameld, niet als bewijs gebruikt mag worden. Dat zeiden ze bij de behandeling van de zaak in 2022 en dat zullen ze waarschijnlijk ook in hoger beroep de komende dagen doen.
Hoe dan ook, in het vonnis van 17 augustus 2022 staat duidelijk hoe de Leeuwarder rechtbank erover denkt. De rechter noemde de inzet van de burgerinfiltrant in het licht van het onderzoek en de aard van de verdenkingen rechtmatig.
Bovendien vond de rechtbank de verklaringen van de infiltrant betrouwbaar. “Het is niet aannemelijk dat hij de feiten heeft uitgelokt. Hij heeft slechts dingen aan het licht gebracht.”
De suggestie van de advocaten dat hun cliënten door de infiltrant het verkeerde pad op heeft doen gaan, is niet waar. “Dat hij verdachten in de drugshandel heeft gelokt, is aperte onzin”, volgens de rechter.
Voor de behandeling van het hoger beroep is twee weken uitgetrokken. Deze eerste week worden de feiten besproken en komt het Openbaar Ministerie aan het woord. Volgende week is het de beurt aan de advocaten en op vrijdag 16 februari is het laatste woord voor de verdachten zelf.