LEEUWARDEN – Rechters van het Hof in Leeuwarden gaan de plaats delict bekijken waar Tjeerd van Seggeren op 9 juli 2017 dood werd gevonden zo schrijft Omrop Fryslân. Deze zogenoemde schouw doet het Hof op verzoek van de advocaat van de weduwe die tot 20 jaar cel voor de moord op haar man is veroordeeld. Er is eerder een schouw geweest door de rechtbank.
“Maar toen hebben we met z’n allen een gangbaar graspad over het hoofd gezien”, zegt advocaat Brian de Pree. “Dat betekent dat er meer toegangswegen naar het weiland waren waar Tjeerd is gevonden. Het Openbaar Ministerie zegt dat er één route is en dat dader en slachtoffer elkaar daar hebben ontmoet. Als hij een andere route heeft genomen, dan valt dat scenario weg.” Volgens De Pree is “er een dunne scheidslijn tussen vrijspraak en 20 jaar cel. Er zijn meer vragen dan antwoorden.”
De weduwe ontkent elke betrokkenheid. “Ik ben niet de moordenaar” zei ze woensdag op de regiezitting bij het gerechtshof. “Ze willen dat ik voor alles ga boeten.” Op de zitting werd melding gemaakt van een telefoontje door oom S. van de weduwe aan de Duitse politie. Hij vertelde de politie dat zijn broer D. hem in januari 2016 30.000 euro heeft aangeboden om Tjeerd van Seggeren om te brengen.
Anonieme brief
In april dit jaar kreeg de advocaat van de weduwe een anonieme brief uit naam van die oom D. Daarin staat dat oom D. zelf de moord zou hebben gepleegd en niet zijn nichtje. De brief is niet geschreven door oom D. zelf omdat die toen al was overleden. “Dat is mogelijk interessant omdat de moord dan in een andere hoek van de familie moet worden gezocht, oftewel daderschap van een van haar ooms”, zegt advocaat De Pree.
Hoger beroep
Die hoger beroepszaak komt begin november voor. Bij een eerdere voorbereidende zitting werd duidelijk dat de weduwe moest worden onderzocht in het Pieter Baan Centrum. Dat onderzoek zou in maart al zijn, maar werd onder andere door de corona-uitbraak uitgesteld.
Ze is intussen geobserveerd in het Pieter Baan Centrum, maar de uitkomsten zijn nog niet bekend. De inhoudelijke behandeling van de zaak is op 2, 3 en 4 november.