DAMWALD – De voorbereidingen zijn getroffen, de financiering is rond, dus kan er op betrekkelijk korte termijn worden begonnen met het verduurzamen van het Openluchtmuseum De Sûkerei in Damwâld. In het afgelopen halfjaar is het bestuur druk in de weer geweest om zicht te krijgen op het verminderen van het energieverbruik. De te nemen maatregelen zijn duidelijk en met een financiële bijdrage van de verschillende partijen kan binnenkort gestart worden met de werkzaamheden.
Het doel van het bestuur van De Sûkerei was van meet af aan duidelijk : gasloos, de meter de deur uit en zoveel mogelijk zelfvoorzienend zijn, aldus de voorzitter van het bestuur, Tjibbe Raap. De energieprijzen schoten de afgelopen jaren door het plafond en vragen nog steeds een behoorlijk aandeel van de schaarse middelen van het museum. Dit was mede de reden om alternatieven te ontwikkelen voor het verminderen van het gebruik van fossiele brandstoffen.
Het bestuur heeft hiervoor aansluiting gezocht bij het provinciale KLimOp-Pproject. KLimOp is het Friese Klimaatontzorgingsprogramma voor het verduurzamen van klein maatschappelijk vastgoed. Via dat project is een adviseur, de heer Jelte Pars in de arm genomen, die vervolgens het bestuur heeft bijgestaan om te komen tot een pakket aan maatregelen. Zo zullen de gasgestookte ketels worden vervangen door een warmtenet en komt in het hoofdgebouw een opwek- en opslagsysteem te staan, welke wordt gevoed door een warmtepomp.
Daarnaast wordt een veldje belegd met zonnepanelen en zullen nog enige aanvullende maatregelen worden genomen. De kosten van de maatregelen bedragen ongeveer honderdduizend euro. Door het uitvoeren van de maatregelen kunnen de energiekosten behoorlijk worden teruggedrongen.
De provincie Fryslân draagt financieel bij aan de kosten voor het uitvoeren van de maatregelen, evenals de gemeente Dantumadiel. Daarnaast zijn bijdragen ontvangen van een aantal lokaal opererende stichtingen. Het bestuur is erg blij met de financiële tegemoetkomingen, want zonder die bijdragen zou het uitvoeren van de maatregelen moeilijker of wellicht voor het museum onmogelijk zijn. Een aantal lokale bedrijven worden ingeschakeld om de maatregelen uit te voeren. Zij zijn ook veelal op andere wijze betrokken bij de ontwikkelingen en het wel en wee van het openluchtmuseum.