KOLLUM – Hartthijs de Vries wil bij de ZLM Tour laten zien dat hij klaar is voor het NK wielrennen, waar hij zijn beste prestatie tot nu toe wil laten zien, laat hij weten aan Omrop Fryslân. En dat terwijl hij nog maar net is hersteld van een heftig ongeluk, waarbij hij zwaargewond raakte. Vrijdag 13 januari is voor Hartthijs de Vries een dag die hij niet zomaar zal vergeten. Bij een training in Spanje belandde hij in een ongeluk waarbij meerdere auto’s betrokken waren. Hij hield er meerdere botbreuken, een klaplong en een hersenschudding aan over. Het duurde maanden voordat hij weer kon fietsen.
Geen herinnering aan ongeluk
Zelf weet hij niets meer van het ongeluk. “Ik weet niet wat er precies is gebeurd, want ik ben de hele middag en avond van het ongeluk kwijt.” Dat heeft volgens De Vries wel geholpen bij het verwerken van het ongeluk. “Misschien wel, want ik zit er nu niet meer mee.” De Vries zat nog niet zo lang bij zijn nieuwe ploeg TDT-Unibet toen het ongeluk gebeurde. Hij was ook nog eerder naar Spanje gegaan om alvast te trainen om zo fit aan het trainingskamp te beginnen. “Het was vooral zonde omdat ik net bij de ploeg zat en dan wil je er vanaf het begin bij zijn.”
Eind februari waren de eerste wedstrijden van het seizoen, waarbij De Vries dus ontbrak. “Ik heb het eerste deel gemist, wat natuurlijk superjammer is. Maar vanuit de ploeg was er alle rust om op te knappen. Ook heb ik een langer contract, dus het was gelukkig niet zo dat ik mij in die maanden moest bewijzen.” In de periode dat hij moest revalideren, had hij wel het gevoel dat het heel lang zou duren. “Als sporter wil je iedere dag met je vak bezig zijn. Als je een ongeluk zoals ik meemaakt, kun je echt helemaal niets doen. Dan is het gewoon de tijd doorkomen en proberen elke dag met kleine stapjes te revalideren. Om zo snel mogelijk weer aan de bak te kunnen.”
Zo snel weer op niveau
Pas sinds een paar weken is De Vries volledig in staat om wedstrijden te fietsen en is hij ook weer zo goed als de oude. “Ik heb natuurlijk nog steeds wel wat dingen die nog beter kunnen. M’n armen en schouders functioneren nog altijd niet 100 procent. En m’n kruisband is ingescheurd, dus daar heb ik ook nog wel last van. Maar over het algemeen gaat het best goed.” Zijn comeback maakte hij bij de ronde van Overijssel. Daar gunden zijn ploeggenoten hem de nummer 1-fiets van het team. Een mooi moment voor De Vries. “De eerste wedstrijden gingen heel goed. In mijn tweede weekend reden we wedstrijden in Denemarken en toen werd ik al vijfde. Dus eigenlijk was ik vanaf de eerste wedstrijd weer op niveau, en nu merk ik elke week weer dat het niveau een stukje omhoog gaat.”
Dat de in Kollum geboren wielrenner zo snel weer op niveau zat, had hij zelf in ieder geval niet verwacht. “Ik ben natuurlijk wel eens vaker gevallen en heb ook wel eens iets gebroken. Maar dit was wel echt even wat anders. Ik had heel veel verschillende letsels en ook de dokters hadden niet verwacht dat ik voor de zomer weer wedstrijden zou fietsen. Maar ik heb er alles aan gedaan om zo snel mogelijk terug te komen.
Het NK als hoger doel
Als voorbereiding op het NK, dat eind juni begint, doet De Vries deze dagen mee aan de grootste etappekoers door de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. “Dit is de enige wedstrijd van meerdere dagen in Nederland op het hoogste niveau. Dus dat is een supermooie wedstrijd om te rijden. Het zijn wel relatief gemakkelijke wedstrijden, omdat er niet zoveel hoogteverschil in zit.” Hij maakt zich ondergeschikt aan het team, maar zal waar het kan zelf voor zijn kans gaan. “Het zal waarschijnlijk regelmatig eindigen in een massasprint en dat is niet heel geschikt voor mij. Ik hoop in de sprintersritten mijn ploeggenoten te helpen en als het zwaarder wordt, dan hoop ik zelf ook een mooi resultaat neer te zetten.” Op het NK wil De Vries hoge ogen gooien. Ook omdat dat parcours hem goed moet liggen. “Op het NK rijd ik de tijdrit in Nunspeet en de wedstrijden op de weg in Limburg. Dat ligt mij ook wel goed, dus daar wil ik wel het hoogste niveau van mezelf van dit jaar laten zien.”