HEERENVEEN – Dat Harm Visser specialist is in het marathonrijden, dat was al langer duidelijk. Maar de Westereender heeft ook ambities op het massastart. Dat heeft hij eerder al uitgesproken en zaterdag nogmaals laten zien bij het wereldbekerkwalificatietoernooi in Thialf schrijft Omrop Fryslân.
De massastart is een ander onderdeel in dit kwalificatietoernooi dan de andere afstanden. Het is namelijk een teamonderdeel, waarbij de bondscoach uiteindelijk bepaald wie die mag rijden. En toch doet het er minder toe als hoeveelste je eindigt. Toch is het wel prettig voor Visser dat hij zaterdag zijn visitekaartje heeft afgegeven, door in de sprint Yves Vergeer en Bart Hoolwerf te verslaan. “Ik ben heel blij. Deze wilde ik ontzettend graag winnen en dat is gelukt, dus dat is hartstikke mooi.”
Dat de 22-jarige schaatser deze zo graag wilde winnen, is omdat hij graag de massastart wil rijden bij de wereldbekerwedstrijden. “Ik heb het nog nooit gedaan en ik sta er wel voor open om het internationale geweld op te zoeken. Ik denk dat ik het ook wel aankan”, zegt een zelfverzekerde Visser.
Maar, we kennen Visser natuurlijk als een marathonrijder. Vorig seizoen was hij de winnaar van het eindklassement van de marathon cup. Daarnaast won hij vorige week de eerste marathon van het nieuwe seizoen in Groningen. “We moeten kijken dat de wereldbekers en de marathons niet te veel botsen”, hoopt Visser.
Bondscoach Rintje Ritsma zat op de tribune toen Visser zaterdagmiddag als eerste over de streep kwam. “Ik mag hopen dat hij dit heeft gezien”, lacht Visser. “Want het is het WCKT natuurlijk.”
“Puzzel voor Ritsma”
De komende dagen wordt duidelijk welke kant Ritsma op wil met de massastart en wie hij selecteert. Visser denkt aan twee opties. “Wil Ritsma twee opties, dan zijn Bart (Hoolwerf, red.) en ik misschien het meest geschikt. Of wil hij het met Jorrit (Bergsma, red.) doen? Dat is ook een geweldige kandidaat. Maar het is ook maar de vraag wat Jorrit wil. Dat is een puzzel die Ritsma moet oplossen.”
Zaterdag sloeg Bergsma de massastart over, omdat hij zich wil richten op de 10 kilometer van zondag. De afgelopen jaren was de routinier uit Aldeboarn wel een vaste waarde op de massastart. Zeker is dat we Visser voorlopig niet zullen terugzien op de langebaan. “Ik zie er wel toekomst in, maar ik ben er niet zo goed in”, lacht hij. “Ik rijd wel eens een 5.000 meter, maar ik kom niet verder dan 6.27 en dat is tien seconden te langzaam.”
Toch sluit de marathonspecialist het ook niet uit. “Wie weet in de toekomst. Misschien dat de ploegenachtervolging er bij kan komen, maar op dit moment nog niet.”
Dan pakt Visser zijn tas en gaat hij op zoek naar de auto. Een hoop tijd is er niet, want twee-en-een-half uur nadat hij in Thialf over de finish komt op de massastart, staat hij weer in Utrecht op het ijs om nogmaals een marathonwedstrijd te rijden.