De provincie geeft een handreiking voor het beheer van de leefgebieden open akkers en droge en natte dooradering. Hiermee helpt de provincie de zeven Friese agrarische collectieven die het agrarisch natuur- en landschapsbeheer in Fryslân uitvoeren. Natuur- en landschapsbeheer is belangrijk voor de biodiversiteit. Het zorgt voor fijne leefgebieden voor Europese beschermde soorten en Friese soorten. Het gaat om zoogdieren, insecten, vissen en vogels. Er was al beleid voor het beheer van open grasland (weidevogelbeleid).
Open akkergebieden liggen in het noorden van Fryslân. Vogels broeden er en wintergasten zoals roofvogels en vinken zoeken er voedsel. Het is belangrijk dat kuikens overleven. Daarom moet er bijvoorbeeld tijdens het maaien rekening gehouden worden met de nesten en kuikens. Ook moeten er voldoende bloemen en insecten zijn.
Bij het beheer van droge dooradering gaat het om bijvoorbeeld houtsingels met greppels, bosjes, dijken en bermen. Dit gebied ligt vooral in de Noordelijke Wouden en Zuidoost-Fryslân. De dichtheid moet hoog en aaneengesloten zijn, zodat soorten er kunnen broeden, foerageren en schuilen. Droge dooradering is onder andere belangrijk voor vleermuizen, kleine zoogdieren, amfibieën en zangvogeltjes. Sloten, poelen en moerasjes vallen onder de natte dooradering en zijn belangrijk voor poldervissen, amfibieën en insecten. Voor vissen die trekken, is het van belang dat het water met elkaar in verbinding staat.
Ieder agrarisch leefgebied heeft zijn eigen beheer nodig. De handreiking geeft aan hoe beheer het leefgebied voor soorten kan verbeteren. Collectieven hebben al veel ervaring met beheer van open grasland. Het beheer van open akkers en natte dooradering zijn relatief nieuw, maar zeker kansrijk.
Afstemming beheer
De leefgebieden staan niet op zichzelf. Veel soorten leven zowel in natuurgebied als in agrarisch gebied. Het beheer van grasland of akker en droge of natte dooradering, moet ook goed op elkaar afgestemd worden. De provincie blijft hierover in gesprek met de agrarische collectieven. Daarnaast wordt er gekeken hoe er meer samengewerkt kan worden op gebied van monitoring en onderzoek. Dan kan de effectiviteit van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer goed gemeten worden.